BROOSZ COMMUNITY OF PRACTICE NIEUW ORGANISEREN 2016!

De missie van dit leernetwerk is om pioniers van Nieuw Organiseren vanuit verschillende sectoren (zorg, bank, onderwijs, welzijn, overheid etc.) en vanuit verschillende rollen met elkaar te verbinden. Om elkaar te inspireren, te versterken en om zo de beweging richting Nieuw Organiseren verder door te zetten in de eigen werkomgeving. Daarnaast brengt de Community of Practice nieuwe inzichten naar buiten die interessant zijn voor iedereen die bezig is met een soortgelijke transformatie.

De CoP bestaat uit 8 sessies verdeeld over anderhalf jaar. Elke sessie is één van de organisaties ‘host’ en delen we kennis en ervaringen over de uitdagingen in de eigen werkomgeving met betrekking tot de kanteling/beweging richting Nieuw Organiseren. De eerste CoP startte in 2014 in samenwerking met Stichting Innovatief in Werk (NSvP). Daarin waren participanten vertegenwoordigd van Spirit, Lokalis en Youké (zorg voor de Jeugd), Vivium (langdurige zorg), Gemeente Zwolle (overheid), ABC (onderwijsadvies), ING (bancaire sector) en GGD West Brabant (publieke zorg). In 2016 is een nieuwe groep van start gegaan. Donderdag 05 april 2018 start de derde groep pioniers. Ben jij geïnteresseerd om mee te doen en bij te dragen? Stuur dan een mail naar georgette@broosz.nl.

Participanten

In de Community brengen we een rijk en divers veld van pioniers samen. Door de gedeelde ambitie en de vergelijkbare veranderpraktijken, ontstaat een rijke leeromgeving voor Nieuw Organiseren pioniers. Broosz zoekt daarom naar participanten uit verschillende organisaties, die bezig zijn met de  beweging naar Nieuw Organiseren op een één of andere manier te realiseren, elk in zijn eigen context en met eigen specifieke uitdagingen. Belangrijk uitgangspunt van het leernetwerk is dat het cross-sectoraal is. Idealiter sluiten er nog participanten aan uit bijv. de lokale overheid, financiële sector, mkb en non-profit.

  • GGD West-Brabant, publieke zorg
  • Gors, gehandicaptenzorg en ondersteuning
  • Juvent, jeugd en opvoedhulp
  • Nationale politie, veiligheid
  • Youké, jeugd en opvoedhulp
  • Hogeschool Arnhem Nijmegen, onderwijs
  • ING, bancaire sector
  • Opella, zorg, welzijn en wonen
  • Gemeente Amsterdam, overheid

Aanpak

De methodiek van een CoP is gebaseerd op het idee dat mensen graag leren van en met elkaar. Samen zijn we in staat om rake vraagstukken te bespreken, nieuwe oplossingen te bedenken en dit vervolgens in de praktijk brengen. In dit geval gaat het om de (verander)praktijk van nieuwe vormen van organiseren met elkaar bespreken en uitproberen.

Opzet

  • kennismakings- en intakegesprek
  • 8 bijeenkomsten (in anderhalf jaar)
  • startdag met aandacht voor de fundamenten van anders, nieuw (rijnlands) organiseren
  • elke organisatie/deelnemer is indien mogelijk gastheer/gastvrouw (locatie)
  • leren door middel van dialoog, presentaties, casuïstiek en onderling advies
  • relevante theoretische onderbouwing door veranderkundige of ervaringsdeskundige via online webinar
  • slotdag met inzichten en presentatie publicatie

Publicatie

Aan het slot van de CoP 2016 wordt er samen een publicatie vormgegeven. Belangrijkste inzichten en ervaringen kunnen hierin waren gedeeld en ‘lessons learned’ met betrekking tot het eigen specifieke veranderproces. Met deze publicatie beogen we elke deelnemer iets mee te geven om op terug te kijken, maar ook om iets substantieels mee te geven om de beweging in de organisatie verder kracht bij te zetten.

Inspiratie en ervaringen uit de CoP Nieuw Organiseren 2014:

Lees artikelen uit de CoP 2014 ‘Naar nieuw organiseren: praktijkkennis is een must’  en ‘Community of Practice Nieuw Organiseren van start!’ van Jan Smit en Georgette Kempink. En interviews met pioniers van Vivium en ING: ‘Schroeven losgedraaid op weg naar zelfsturing‘ en ‘Duurzaam organiseren binnen de ING‘.

Citaten van deelnemers CoP 2014:

Nienke Meeder (Youké): “Het gaf telkens weer een energieboost om pioniers te ontmoeten met gelijksoortige vraagstukken, dezelfde worstelingen en kansen in zeer uiteenlopende praktijken”.

Irene van der Laan (ING): “ Ik denk dat dit de toekomst is. Niet meer van reorganisatie naar reorganisatie, maar echt organisch veranderen”.

Heleen Bouwmans (ABC): “ Ik vind het inspirerend om binnen een netwerk te leren zoals de Community of Practice. Ik ben een beetje klaar met naar een congres gaan, met mensen van inzicht wisselen en dat het dan weer over is. Ik heb niet het idee dat dat nog het concept is om diepgang te creëren en nieuwe dingen te leren” .

Boven het maaiveld komen bij de gemeente Zwolle

Interview met Christian Voortman – gemeente Zwolle*

‘Ik ben boven het maaiveld gekomen. Daar ben ik trots op. Het betekent dat onze aanpak, resultaten en ideeën over de rol van de gemeente in de veranderende samenleving gehoord worden. Het betekent ook dat ik meer vragen en kritiek krijg.’ Aan het woord is Christian Voortman, senior beleidsadviseur ruimte en economie bij de gemeente Zwolle, één van de aanstichters van het coöperatief WijBedrijf Dieze. Hoe draagt hij bij aan Nieuw Organiseren binnen de gemeente en hoe is hij boven het maaiveld gekomen?

Nieuw Organiseren: pionieren in de gemeente 

‘Ja, ik voel me een pionier op het gebied van Nieuw Organiseren,’ vertelt Christian, ‘niet zozeer theoretisch gezien, eerlijk gezegd lees ik niet zoveel boeken over Nieuw Organiseren. Ik verbind het vooral aan de manier waarop ik werk, aan de inhoud. Zo vond ik het wel inspirerend om Jaap Peters en zijn visie op Rijnlands Organiseren te horen. Als gemeente willen we klimaatneutraal worden, een grote uitdaging die we niet in ons eentje voor elkaar krijgen. Deze ambitie vraagt een andere manier van werken, waarbij we meer met burgers, zzp’ers, ondernemers en maatschappelijke organisaties samenwerken en hen helpen hun ideeën rondom duurzame energie te realiseren. Daarbij is het belangrijk dat het resultaat duurzaam is en dat people, planet en profit in balans zijn. Hoe duurzaam is het vanuit dat perspectief als wij als gemeente bijvoorbeeld zonnecellen kopen en uitdelen aan burgers? In plaats van die aanpak hebben we gekozen voor een aanpak waarmee niet alleen CO2 gereduceerd is, maar ook de werkgelegenheid en betrokkenheid van bewoners vergroot is en de woonlasten omlaag zijn gegaan. We hebben bewoners van een wijk gevraagd ideeën aan te dragen om hun wijk energieneutraal te krijgen. Vanuit deze vraag is een coöperatie opgezet. De coöperatie voert nu projecten uit waar bewoners aan mee kunnen doen. De eerste actie is het plaatsen van zonnepanelen. Bijzonder daarbij is dat voornamelijk aannemers uit de wijk dit zullen doen. Het binnen de wijk gezamenlijk werken aan het energievraagstuk leidt zo ook tot een positieve sociale ontwikkeling in de wijk. Dat is fantastisch om mee te maken.’

Geen ivoren toren maar samenwerken met en voor de wijk

‘Nieuw Organiseren start bij ons vooral met een andere rolinvulling. De gemeente faciliteert de gemeenschap in het zelf ontwikkelen van oplossingen voor gemeenschappelijke vraagstukken. We zoeken daarin continu de samenwerking en proberen actief belangen te bundelen. Zo ontstaan andere werkwijzen en uiteindelijk ook een andere wijze van organiseren.’

‘Nieuw Organiseren komt voor de gemeente voort uit noodzaak,’ zegt Christian. Voor de crisis vroegen wij ons al af of de manier waarop we het werk hadden georganiseerd wel effectief was. Toen hadden we als gemeente grote vraagstukken en veel geld. Als beleidsambtenaren maakten we een programma van projecten om deze vraagstukken aan te pakken. De projecten gaven we als opdrachten door aan partijen, zoals een woningcorporatie of een waterschap. Vervolgens controleerde ik via rapportages de voortgang. Dit zonder ook maar één keer in de wijken te komen, waar we het beleid op gericht waren! Door bezuinigingen vanuit het Rijk maar zeker ook doordat de crisis heeft toegeslagen, hebben we minder geld te besteden. De vernieuwing moet nu komen vanuit de stad zoals die erbij ligt. Dat betekent dat je je anders verhoudt tot die vraagstukken: je gaat je anders organiseren en meer samenwerken. Er wordt ook minder gebouwd. Vroeger behaalden we onze doelstellingen door middel van nieuwbouw. Bovendien zijn uitdagingen zoals ‘klimaatneutraal worden’ te complex om als gemeente in ons eentje aan te pakken. En al helemaal niet van achter ons bureau. We kunnen niet meer vanuit onze toren de oplossingen bedenken voor ingewikkelde uitdagingen en dat volledig financieren. Steeds vaker geldt dat we dat ook niet meer willen. Als gevolg daarvan werk ik tegenwoordig minder planmatig en programmatisch en meer organisch in samenwerking met burgers, zoals binnen de coöperatie WijBedrijf Dieze.’

WijBedrijf Dieze 

De bewoners van de wijk Dieze in Zwolle hebben zich met de stichting Blauwvinger Energie uit Zwolle en Zwolse bedrijven verenigd en het Coöperatief WijBedrijf Dieze opgericht. Het WijBedrijf is van, door en
voor alle bewoners van Dieze en is gericht op de duurzame ontwikkeling van de wijk. Het kan ingezet worden voor energie, water, zorg, voedsel, onderhoud van de openbare ruimte en voor andere zaken waar bewoners behoefte aan hebben en waar ze een business case voor bedenken en willen uitvoeren. Voor de oprichting heeft de gemeente Zwolle subsidie gegeven in het kader van het project ‘energie als motor voor burgerkracht’ aan Blauwvinger Energie. Doel van het project is 500 woningen in de wijk voorzien van zonnepanelen. Dat leidt tot een verlaging van de woonlasten en versterking van de sociale structuren in de wijk. 

Bron: www.toekomststerk.nl/cooeperatief-wijbedrijf-dieze.html 

‘Er is een kleine en steeds groter groeiende groep mensen, zowel binnen het gemeen- tehuis als daarbuiten, die samenwerken aan uitdagingen vanuit de vraag: wat vraagt deze wijk, wat willen de mensen zelf? En wat kunnen we als gemeente bijdragen aan het realiseren van die doelen?’

Actieve burgers dwingen gemeente tot andere werkwijzen 

‘Wat we nu zien is dat de coöperatie die we hebben gecreëerd met vragen bij de gemeente komt. De gemeente dient daarop te reageren, maar de vragen passen niet goed bij de bestaande werkwijzen. Hierdoor komen deze werkwijzen ter discussie te staan. Dit zien we bijvoorbeeld bij het vraagstuk van terugkerende wateroverlast door regenval. Uit de coöperatie stamt het idee om bewoners te helpen hun tuinen te vergroenen in de strijd tegen deze wateroverlast. Hierdoor wordt de wijk leefbaarder en krijgen hoveniers uit de wijk meer werk. De coöperatie klopt met dit plan aan bij de gemeente voor financiële steun om dit concept verder uit te werken tot een ‘Challenge’. We zien dat het waarschijnlijk een goedkopere en betere oplossing is dan de wijze waarop de gemeente de wateroverlast zou aanpakken. Wij zijn dus enthousiast! Maar tegelijkertijd kunnen we hier moeilijk mee aan de slag. We zitten nog vast aan het oude systeem waarin wateroverlast wordt verholpen door verbetering en/ of vervanging van het riool. Let wel: dat zijn systemen met een afschrijving van 65 jaar. In dit systeem is geen geld gereserveerd voor tussentijdse aanpassingen. De vraag leidt ertoe dat wij de werkwijze die we gewend zijn ter discussie stellen. We moeten bijvoorbeeld een andere wijze van begroten gaan ontwikkelen om te onderzoeken of het initiatief van de coöperatie inderdaad goedkoper is. Als gemeente hebben we dus iets gecreëerd in de samenleving dat ons uitdaagt om onze eigen organisatie aan te passen. We organiseren zo eigenlijk via een omweg onze eigen organisatieverandering.’

Groeiende tegenkrachten en de kwetsbaarheid van pioniers 

‘De kiem voor Nieuw Organiseren is in 2013 gelegd. Daar schreef ik toen de blog over. Na deze periode waarin ik als het ware onder de radar kon pionieren en waarin ik relatief vrij kon experimenteren, komen we momenteel in een nieuwe fase. We boeken nu zichtbare resultaten met elkaar. Er wordt meer geluisterd en gekeken naar wat onze groep gelijkgestemden doet. Tegelijkertijd ontstaan er ook meer vragen en weerstand: de huidige werkwijze werkt toch goed? Meer en meer heb ik het gevoel dat we de nieuwe werkwijze moeten verdedigen. De snelle antwoorden zijn vaak niet voorhanden in deze nieuwe werkwijzen. Ik heb tijd nodig om een proces te ontwikkelen dat leidt tot antwoorden. Dat is erg wennen voor een organisatie die stuurt op output. Als ik niet zorgvuldig blijf uitleggen wat we doen, zal er meer frictie ontstaan. Dan zullen collega’s ervaren dat ik als een olifant door de porseleinkast ga. Zelf ervaar ik meer en meer onrust binnen de gemeente over wat ik al pionierend aan het doen ben. Doordat ik nu ook zichtbaar voor anderen boven het maaiveld kom, groeien de tegenkrachten. Het maakt mij en anderen kwetsbaar. De volgende stap is onze visie en aanpak bestendigen, daar met ons groepje sterker in worden en hiervoor steun zoeken bij het management om dit te mogen blijven doen.’

Lerend experimenteren

‘Mijn ambitie: een start-up aan de rand van de organisatie die steeds nieuwe concepten test in experimenten en ze daarna schaalbaar maakt. Zelf vind ik dat ik daaraan nog te weinig tijd en aandacht besteed. Ik vertel natuurlijk wel over de projecten in gesprekken, maar echt de discussie aangaan en confronteren doe ik nog weinig. Eerlijk gezegd vind ik dat ook spannend om te doen. Ik kan een discussie met iemand die al twintig jaar in het vak zit en met inhoudelijke argumenten komt, maar moeilijk winnen. Als pionier begin ik nu wat beter te begrijpen hoe al die mechanismen werken, maar ook hoe een andere begroting zou kunnen werken of wat er voor nodig is om een coöperatie als WijBedrijf beter te laten functioneren. Ik heb geen algemeen ‘bewezen’ antwoorden, ik werk vooral vanuit een grotere visie en behaal stukje bij beetje resultaten. Ik ben lerend aan het experimenteren.’

Oproep tot ambassadeurschap

‘Ik vraag me overigens af of ik door de discussie aan te gaan de verandering wel voor elkaar kan krijgen. Is het niet effectiever om vanuit de periferie, vanuit die plekken waar de energie zit, de organisatieverandering voor elkaar te krijgen? Soms ga ik inmiddels de discussie bewust uit de weg. Dan neem ik wat afstand. Tegelijkertijd begrijp ik de oproep om meer te verduidelijken, om ook intern meer samen te werken en als ambassadeur op te treden. Het voelt als de volgende stap in mijn ontwikkeling. Ik ben niet zo snel trots, maar als ik iets moet noemen, dan is het toch wel dat we boven het maaiveld zijn gekomen. Dat er enthousiasme is ontstaan voor de dingen die we doen. Dat is het resultaat van de manier waarop we werken. En ik ben trots dat we hebben volgehouden, ondanks dat het een zoektocht is voor onszelf en de mensen om ons heen. Want moet je nagaan: we zitten nog maar in de startfase!’

*In de publicatie ‘Pionieren naar Nieuw Organiseren’ van Broosz staan verander- en praktijkverhalen van de pioniers uit de Community of Practice Nieuw Organiseren centraal. Het verhaal van Christian Voortman is daar ook te vinden. Op 23 juni starten we met een nieuwe groep pioniers. Interesse om mee te doen? Klik dan hier voor meer informatie of om je aan te melden. Nieuwsgierig naar andere verander- en praktijkverhalen van Nieuw Organiseren pioniers uit verschillende sectoren? Bestel dan nu hier ‘Pionieren naar Nieuw Organiseren’, ook als e-book verkrijgbaar.

Lees ‘PIONIEREN NAAR NIEUW ORGANISEREN’!

Broosz heeft naar aanleiding van de Community of Practice Nieuw Organiseren 2014 het boekje ‘Pionieren naar Nieuw Organiseren’ uitgegeven. Benieuwd hoe professionals bij Het ABC, ING, Lokalis, Spirit, Vivium, Youké – maar ook bij de Gemeente Zwolle en GGD West-Brabant – omgaan met Nieuw Organiseren? Klik hier om het boekje te bestellen , zowel als paperback en e-book beschikbaar.

Ervaringslessen uit de Community of Practice Nieuw Organiseren

Deze publicatie bevat een weerslag van de lessen en inzichten die gedeeld en ontwikkeld zijn in de Community of Practice (CoP) Nieuw Organiseren. Het gaat hier om een leernetwerk van pioniers die ieder in de eigen context aan het experimenteren zijn met anders organiseren. De praktijkverhalen in deze publicatie zijn interessant voor iedereen die kort of al langer bezig is met een soortgelijke transformatie van Oud Organiseren naar Nieuw Organiseren. Soms gaat het over eigen worstelingen en persoonlijke stappen, dan weer over een gekozen veranderaanpak. Ook komen ondersteunende modellen en verschillende theorieën aan bod, maar – zoals het een Community of Practice betaamt – steeds is daarbij de praktijk leidend.

Initiatiefnemers

De CoP Nieuw Organiseren is een initiatief van Broosz met de ambitie om pioniers op dit gebied vanuit verschillende sectoren en rollen met elkaar te verbinden. De CoP en deze uitgave is mede tot stand gekomen door ondersteuning van de NSvP – Stichting Innovatief in Werk. Georgette Kempink en Jan Smit, partners van Broosz en initiatiefnemers van de CoP Nieuw Organiseren en Guido van de Wiel, professioneel schrijver van managementboeken en Trendwatcher of the Year 2015-2016, waren verantwoordelijk voor de samenstelling en redactie.

Ook meedoen?!

Op 23 juni a.s. start een tweede groep op van de Community of Practice Nieuw Organiseren. Ben je geïnteresseerd of wil je meer informatie klik dan hier.

‘Take it on and make it happen’: Duurzaam Organiseren binnen de ING

Interview met Irene van der Laan, Hans Triep, Lukas Knusel & Eline Koelewijn – ING *

ING heeft inmiddels een eigen Community of Practice Duurzaam Organiseren opgezet waarin pioniers binnen deze organisatie hun organiseervormen onder de loep nemen en kennis en ervaring rondom Nieuw Organiseren delen. ING’er Irene van der Laan is begeleider van deze CoP binnen ING. Voor dit gesprek nodigde zij haar collega’s Hans Triep, Lukas Knusel & Eline Koelewijn van ING Procurement (eenvoudig gezegd: inkoop) uit voor een gesprek rondom de vraag hoe de slag te maken naar Nieuw Organiseren binnen een grote organisatie.

De grondwet van verandering 

Irene van der Laan heeft haar functienaam gewijzigd in Pionier Duurzaam Organiseren: ‘Twee jaar geleden ben ik gevraagd de taskforce Nieuw Organiseren binnen de ING te begeleiden. Het meest waardevolle inzicht dat ik meeneem uit het delen van ervaringen met professionals uit andere organisaties is voor mij dat proces en inhoud onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De grondwet van veranderen wordt het ook wel genoemd; de wijze waarop de verandering gestalte krijgt, moet de nieuwe situatie al in zich hebben. Als je wilt dat de vakmensen in de nieuwe situatie meer zeggenschap krijgen over hoe het werk uit te voeren, dan moet je hen ook zeggenschap geven over het proces daarnaar toe. Congruentie is voor mij dan ook het toverwoord.’

‘De kern van Duurzaam Organiseren is voor mij: organiseren rondom de bedoeling van de organisatie. Zorg dat medewerkers en teams meer autonomie krijgen, zodat zij snel kunnen inspelen op veranderingen. Natuurlijk dient het één en ander binnen een kader te gebeuren, anders gaat ieder een eigen kant op. Gebruik daarbij de talenten van de mensen in je organisatie. Het is toch eigenlijk gek dat je je talent vaak voor maar één afdeling en functie inzet? ING is een grote organisatie en er gaat veel tijd verloren doordat mensen bezig zijn met interne processen. De vraag is of dat past bij de bedoeling. Tegelijkertijd zie ik dat er ruimte is voor de vele initiatieven binnen ING die de bedoeling van de bank voor ogen hebben. Deze ruimte komt voort uit de Think Forward strategie die vorig jaar is geïntroduceerd. In deze nieuwe strategie is er meer aandacht voor de Agile manier van werken met minder hiërarchie en hogere mate van autonomie voor de medewerker. Daar ben ik blij om. Ik ben graag pionier, juist om dit soort initiatieven en mensen aan elkaar te verbinden. Het gaat erom dat mensen elkaar kunnen inspireren en van elkaar kunnen leren. Ik ben nu twee jaar als pionier binnen ING bezig en geloof echt dat we kunnen bewegen naar Duurzaam Organiseren. Nu, na twee jaar, begint het oogsten en komt het aantal initiatieven in een stroom- versnelling. Een van de gave voorbeelden is de wijze waarop binnen Procurement het veranderproces gezamenlijk is vormgegeven.’

Van houtskoolschets naar de operationele praktijk 

‘We werkten al enige tijd aan het platter maken van de organisatie,’ vertelt Hans Triep, Chief Procurement Officer ING. ‘De doorslag kwam toen we begin dit jaar een bezoek brachten aan Finext. Daar werken professionals samen zonder management of directie. ‘Geïnspireerd door hun verhalen heb ik samen met Lukas (red: Lukas Knusel, Manager Procurement) de schetsen op papier gezet van de toekomst van ons organisatieonderdeel. We zagen een afdeling waarin medewerkers middels zelfsturende teams veel meer inspraak en verantwoordelijkheden hebben over hoe het werk te doen.

De schetsen hebben we gedeeld met de tachtig professionals die hier werken. We vroegen hen of ze achter de kern van onze houtskoolschetsen konden staan en of ze wilden meewerken aan het verder doordenken van de ideeën tot aan het operationeel niveau. Het enthousiasme overtrof onze verwachtingen: zestig procent van de medewerkers heeft – deels in hun vrije tijd – in vier verschillende werkgroepen gewerkt aan het uitwerken van de organisatievorm waarin we nu werken.’

‘Het concept was glashelder. We konden ons er gemakkelijk in vinden,’ vertelt Eline (red: Eline Koelewijn, Sourcing Manager), ‘dus we zijn gewoon gestart’. Letterlijk ‘gewoon’: we zijn als werkgroep om tafel gaan zitten en hebben ons onderdeel verder uitgewerkt door discussie en overleg. We hebben zoveel kennis en ervaringen die helpen bij het ontwikkelen van de nieuwe organisatie. Iedereen was enthousiast om mee te werken aan de toekomst van de eigen organisatie. Wat daarnaast hielp was dat er zich een groepje opwierp dat zich ten doel stelde om – constructief doch kritisch – vragen te blijven stellen. Ook bood dit groepje een platform waardoor de verschillende werkgroepen onderling hun uitdagingen konden afstemmen. Zo bleef in beeld welke voortgang we gezamenlijk boekten.’

Eline vervolgt: ‘Sinds kort werken we volledig in de nieuwe situatie. We bepalen zelf wie welk werk doet, waar we werken en hoe we dat doen. We werken veel meer als een team en regelen zelf vervanging indien nodig. We vragen hulp en helpen elkaar sneller dan voorheen. Er is meer saamhorigheidsgevoel. Dat is voor mij de grootste verandering geweest. In de toekomst worden we ook verantwoordelijk voor de planning en ons budget.’

‘De behoefte aan meer inspraak en zeggenschap door onze professionals was er altijd al. In het verleden hebben we echter onze afdeling gemoduleerd naar hoe de gehele organisatie werkt. Daardoor kregen we niet het organisatiemodel waar we naar zochten. Juist door de kennis en ervaring van de professionals in te zetten in het ontwikkelproces hebben we nu een organisatiemodel dat past bij onze ambitie van een platte en wendbare organisatie,’ vult Hans aan.

Het grootste compliment voor dit model is het vervallen van mijn functie 

‘Naast het enthousiasme en de eerste successen zijn er natuurlijk ook uitdagingen,’ vertelt Lukas. ‘Tot nu toe verloopt alles goed, maar we kunnen ons voorstellen dat een incident of tegenvallende cijfers ertoe leiden dat we als management geneigd zijn om vanuit de hiërarchie in te grijpen. We beseffen ons echter dat het belangrijk is om dit dan niet te doen en de teams de gelegenheid te geven met oplossingen te komen. Dat zal voor ons, op die momenten, echt wel even wennen zijn. Een ander belangrijk item is de beoordeling. In een volwaardig zelfsturend team wordt de beoordelingscyclus (planning, control en beoordeling) binnen het team uitgevoerd zonder tussenkomst van een hiërarchisch hogergeplaatste manager. We zijn echter van mening dat het belangrijk is om het beoordelen niet te vroeg in het proces naar zelfsturing in te brengen in de teams. Elkaar beoordelen vraagt om een hoge mate van transparantie en veiligheid. Ook vraagt het wat van de competenties van de medewerkers. Hier moeten we nog verdere stappen maken en daarom hebben we ervoor gekozen de beoordeling in deze eerste periode nog vanuit de lijn uit te voeren. We zoeken nog met elkaar naar een juiste methode om ook het proces binnen de teams hierin zoveel mogelijk mee te nemen. ‘Een andere uitdaging,’ stelt Hans, ‘is het verbinden van onze manier van organiseren met die van de rest van de organisatie. De bestaande werkwijze, processen en procedures sluiten daar niet altijd op aan.

Ik zie het als mijn taak om dit te stroomlijnen voor de afdeling.’ Lukas geeft aan dat naarmate de teams meer zelf sturing geven, zijn managementrol steeds minder toegevoegde waarde heeft: ‘Ik zie het overbodig worden van mijn rol als manager als het grootste compliment voor het welslagen van het model.’

Stap voor stap 

‘Prachtig hè, de wijze waarop Procurement-medewerkers met elkaar inhoud hebben gegeven aan de grondwet van de verandering,’ zegt Irene. ‘En ook mooi wat Eline stelt: you take it on, and make it happen. Dit is een voorbeeld van hoe ik binnen ING met Duurzaam Organiseren ben gaan werken, op plekken waar momentum is, waar mensen enthousiast zijn. Een andere tip voor pioniers op het gebied van Nieuw Organiseren in grote organisaties: begin op kleine schaal, laat mensen ervaren wat het doet en maak daarmee zichtbaar wat het oplevert. Daarna kan de inspiratie zich stap voor stap verspreiden en vergroten. Ook is het belangrijk te beseffen en aan te geven dat er – na het eerste enthousiasme – een moment zal komen waarop er een dip zal ontstaan. Dat gebeurt in elk veranderproces; ook bij Duurzaam Organiseren. Het is heel belangrijk om op dat moment te beseffen dat dit bij het proces hoort.
Blijf dan consequent in de aanpak en val niet terug op hiërarchisch management. Wat daarnaast belangrijk is, is commitment van hoger management. Daar kun je voor zorgen door de toegevoegde waarde te laten zien. Je moet ook buiten je eigen comfortzone durven stappen. Beperk jezelf niet tot je bestaande functie, maar kijk breder naar wat jij met jouw talenten kunt betekenen. Creëer hiervoor een bedding. Wat is je toegevoegde waarde? Kijk alsjeblieft niet naar waar de beperkingen liggen, kijk verder. Het vraagt om moed en lef te hebben. Ik heb een visie en zet een stap in die richting. Door netwerken en enthousiasme kom ik steeds weer een stap verder.

Mijn volgende stap is de verdere ontwikkeling van de Community of Practice Duurzaam Organiseren ING. In deze CoP delen pioniers binnen de ING kennis en ervaringen met elkaar en helpen zij nieuwe vormen van organiseren vanuit de bedoeling te realiseren. Alle dertig pioniers gaven aan meerwaarde te zien in meedoen aan de CoP, dus we gaan verder!’

*In de publicatie ‘Pionieren naar Nieuw Organiseren’ van Broosz staan verander- en praktijkverhalen van de pioniers uit de Community of Practice Nieuw Organiseren centraal. Het verhaal over Duurzaam Organiseren van de ING is daar ook te vinden. Op 23 juni starten we met een nieuwe groep pioniers. Interesse om mee te doen? Klik dan hier voor meer informatie of om je aan te melden. Nieuwsgierig naar andere verander- en praktijkverhalen van Nieuw Organiseren pioniers uit verschillende sectoren? Bestel dan nu hier ‘Pionieren naar Nieuw Organiseren’.

‘We kunnen niet meer al het nieuwe in het oude proppen’

Het afgelopen half jaar hebben vier HRM-studenten van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) gewerkt aan een adviesrapportage in opdracht van Broosz in samenwerking met Jaap van der Meij. Dit omdat Broosz benieuwd is hoe mensen, binnen de organisaties die willen gaan werken met Nieuw Rijnlands Organiseren, deze kanteling ervaren. En wat dat vervolgens betekent voor de dienstverlening van Broosz.

De studenten interviewden professionals, bestuurders en teamcoaches uit verschillende organisaties uit de langdurige zorg. Doel was op zoek te gaan naar de succesfactoren en valkuilen in de kanteling van Oud naar Nieuw (Rijnlands) Organiseren binnen deze organisaties.

Citaten uit de interviews

In een afrondende presentatie aan het Broosz-team, Jaap van der Meij en een aantal betrokkenen gaven de studenten een toelichting bij hun bevindingen aan de hand van een aantal citaten uit de verschillende interviews:

“De client is nou eenmaal het hart van de zorg en daar omheen bouw en werk je”

“We kunnen niet al het nieuwe in het oude proppen”

“Als bestuurder moet je echt laten zien dat je vertrouwen hebt in de professional”

De citaten zijn ook terug te lezen in hun Prezi presentatie. Klik hier. In deze citaten zitten al een deel van het advies vervat.

Adviespunten

1. Anders denken, anders doen!

Als een organisatie de kanteling maakt naar Nieuw Organiseren is het van belang dat iedereen goed op de hoogte is van het gedachtegoed. Op die manier kan iemand de ‘theorie’ tot zich nemen, maar er vervolgens ook mee over weg in de praktijk en een vertaling maken. Het organiseren van bijeenkomsten binnen de organisatie waar ruimte is voor de dialoog is een goed middel om dat te bereiken.

2. Betrek de ondersteunende diensten bij het proces.

De kanteling naar Nieuw Organiseren moet niet alleen plaatsvinden bij de professionals en managers die betrokken zijn bij het primaire proces, maar ook bij de ondersteunde diensten. Bij de ondersteunende diensten gaat het om een cultuuromslag van: planning en control naar dienstverlenend en servicegericht richting zelfsturende teams. Om dit te bewerkstelligen is het belangrijk dat iedereen als gelijke wordt beschouwd in het transformatieproces. De professionals op de vloer moeten dezelfde informatie krijgen al de ondersteunende diensten.

3. Controle vanuit de top verminderen

In de kanteling naar Nieuw Organiseren is het gedrag van bestuurders van groot belang. Als bestuur moet je het vertrouwen hebben dat professionals volwassen mensen zijn, die genoeg vakinhoudelijke kennis om de taken op correcte wijze uit te voeren.Doen bestuurders dat niet dan blijft men hangen in het oude Angelsaksische model. Als team wordt men zelfsturend en daarbij hoort geen bestuurder die blijft meesturen op inhoud.

4. Organiseren van werkconferenties

Het wordt door professionals als zeer positief ervaren om binnen de organisatie Mini Events te organiseren om ervaringen te delen en elkaar tips te kunnen geven over praktijkkennis.

5. Zorg voor duidelijke uitleg en teamrollen

Bij professionals bestaat er soms onduidelijkheid over de verschillende teamrollen. Er lijkt nog veel behoefte te zijn aan vaststaande kaders. Een valkuil is om als bestuur toch deze kaders te gaan scheppen. Beter is om in gesprek te gaan met de professional om zo samen de verdeling van rollen, taken en verantwoordelijkheden helderder te krijgen.

6. Geef de professionals de tijd

De weg naar zelfsturende teams is ingewikkeld en tijdrovend. Professionals ervaren deze tijdsdruk op de werkvloer. Het is belangrijk dat er tijd wordt vrijgemaakt voor professionals om deze nieuwe manier van werken eigen te maken.

Inzichten van Broosz

Voor Broosz is het inspirerend en leerrijk om de waarde en het belang van werkconferenties terug te horen in de interviews en de rol die ze hebben om de leerprocessen die nodig zijn ruimte te geven. Maar weinig organisaties die de beweging maken naar Nieuw Organiseren bouwen structureel dialoogsessies in waarin vertegenwoordigers van teams, de ondersteunde diensten en de bestuurders deelnemen.

We willen vanuit Broosz de studenten Annelot, Jessica, Dagmar & Hanneke heel hartelijk bedanken voor hun inzet en interesse en voor het schrijven van het adviesrapport. Het was ontzettend leuk om jullie de afgelopen periode over de vloer bij Broosz te hebben.

Zelfsturing is niet te implementeren

Lokalis heeft 200 gezinswerkers in 18 buurtteams in Utrecht. Hoe is deze lerende organisatie in een complexe omgeving opgezet? Wat zijn de ervaringen en tips van manager organisatie ontwikkeling Karin Geschiere voor startende organisaties die pionieren in een veranderende context?

“Ik stond op het punt op vakantie te gaan”, vertelt Karin, “toen bekend werd dat ik samen met Marenne van Kempen de buurtteam-organisatie van Jeugd en gezin Utrecht mocht gaan oprichten”. Het is de zomer van 2014, een half jaar voor de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten. We wilden een organisatie ontwikkelen vanuit het Rijnlands gedachtegoed omdat dat aansloot op de behoefte van de gemeente: weinig bureaucratie, en maatwerk leveren dicht bij de cliënt. Daarnaast kregen we de opdracht van de gemeente gekregen om de partijen waarmee we samenwerken mee te nemen in de transformatie.

Pilotteams

Voordat de nieuwe buurtteam-organisatie Lokalis werd opgericht, draaiden er al pilots met buurtteams. De pilotteams hebben veel werk verricht in het experimenteren met de basisstructuur en de werkwijze. Bovendien hadden ze al ervaring opgedaan met een paar leidende principes vanuit de gemeente voor het leveren van zorg.  Op basis van die kennis en ervaring hebben we de organisatie en de werkwijzen verder met elkaar  vorm gegeven. Het interessante hierin is dat de pilotteams in de oude setting het nieuwe gedachtegoed  over hulp moesten ontwikkelen en verdedigen tegen oude waarden. Daarom waren die leidende  principes voor de pilotteams echte wetmatigheden waar ze hele scherpe discussies over voerden en waar ze nooit vanaf weken. En dat moet ook in zo’n fase. In een volgende fase begrijpen samenwerkingspartijen waar je mee bezig bent en zijn daar steeds meer onderdeel van. Dan moet je de grenzen van de principes anders leggen, de discussie anders gaan voeren. In het begin was het: wij zijn nieuw en dit is wat we neerzetten. Nu is het: jullie weten dat we iets nieuws doen, dus vanuit ons idee is het zo, zeg maar wat jullie vinden. We gaan nu meer de dialoog aan.

Diversiteit nodig om te overleven

Vanuit mijn achtergrond in de natuur- en landinrichtingswetenschappen geloof ik dat diversiteit nodig is voor een systeem, een organisatie, om duurzaam te kunnen overleven. Belangrijk dus ook dat we de mensen die net iets anders denken niet wegsturen of proberen te veranderen. Juist deze mensen moeten we omarmen en erbij houden. De verschillen helpen ons om de uitdagingen vanuit verschillende perspectieven te benaderen en om bij te sturen als onze omgeving verandert. Iemand die nu aan de  periferie van ons denken zit, heeft misschien wel het antwoord op een toekomstig vraagstuk, en wordt het nieuwe centrum. Het niet moeten conformeren aan wat de baas zegt, past bij het Rijnlands denken maar ook het je willen verhouden tot de visie en missie van de organisatie.

Drie leidende principes
Daarnaast organiseren we vanuit drie leidende principes. Ten eerste zelfsturing of teamsturing: het team van professionals is aan zet en stuurt zichzelf aan. Ten tweede streven we de lerende organisatie na.  We leren van elkaar en van de ervaringen die we met elkaar delen. We stimuleren het leren binnen en tussen teams, onder andere door intervisie tussen mensen van verschillende teams te faciliteren. En we doen aan parallel organiseren: datgene dat we in de gezinnen proberen te bereiken (zelfstandigheid, vanuit eigen kracht uitdagingen aangaan, ‘zorgen dat’ in plaats van ‘zorgen voor’), streven we ook in de eigen organisatie na. Als we een organisatievraagstuk hebben, stellen we regelmatig onszelf de vraag: hoe zouden we het aanpakken als dit niet onze organisatie was maar een cliënt-gezin? De gedachte aan parallel organiseren helpt ons ook in het vinden van onze eigen wijze van organiseren.

Oud gedrag in een nieuwe organisatie

Mijn grootste leerpunt van dit jaar is dat ook in een nieuw gestarte organisatie iedereen oud gedrag vertoont, vanuit vorige organisaties. Jezelf neerzetten in een nieuwe organisatie leidt niet automatisch tot ander gedrag; ook wij zijn continu met elkaar op zoek hoe we de organisatie kunnen inrichten dusdanig dat dit kennisdeling, ondernemerschap, professionaliteit stimuleert. Wat ik spannend vind bij Nieuw Organiseren is de dynamische balans tussen regelruimte creëren voor professionals en ervoor zorgen dat we samen opereren als één organisatie. Dat is een constante wisselwerking, en hoe organiseer je dat?

Gelijkwaardig van gedachten wisselen 
Een andere uitdaging is het omgaan met de rol van management. We hebben een enkele managementlaag, – in ons idee kan dat passen bij Rijnlands organiseren. Ondanks verschillende rollen kun je gelijkwaardig met elkaar van gedachten wisselen. Niet iedereen is daar aan gewend waardoor in sommige gevallen mensen denken: wat de manager zegt, moeten we doen. Het is voor iedereen zoeken naar omgaan met de nieuwe managementrol maar het gaat steeds beter.

Gelijkwaardigheid en plaatsen van ontmoeting

Ik geloof erg in het samenspel tussen ratio en intuïtie. Mijn talent zit in gevoelsmatig weten of iets past, daarna komt de ratio erachteraan. Als ik mijn gevoel wegredeneer en ze dus tegen elkaar gebruik,  dan wordt ik minder effectief. Ik geloof in de werking van een goede, gelijkwaardige balans tussen verschillende talenten, ook als deze tegenstrijdig lijken. Daarbij past ook erkennen wanneer een ander talent beter in the lead kan zijn, dwars door hiërarchische lagen heen.  Het Rijnlands denken in samenhang met natuurlijk leiderschap, past daarom bij mij.

Plaatsen der ontmoeting
Ook een organisatie moet een goede balans vinden tussen enerzijds het rationeel creëren van orde en uniformiteit die zorgt voor verbinding en samenhang en anderzijds het creëren van voldoende creatieve ruimte om ons constant te blijven doorontwikkelen. Daarom stimuleer ik verbindingen tussen mensen en teams in de organisatie Ik probeer te zorgen voor ‘plaatsen der ontmoeting’ zoals Hannah Arendt die noemt. Plaatsen waar iedereen gelijkwaardig het gesprek voert en waar wordt aangezet tot ‘handelen’, op basis van eigen denken in plaats van ‘arbeiden’, op basis van wat een ‘hoger’ iemand denkt en wat geprotocolleerd is. Het sturen op verbinding en het creëren van de plaats der ontmoeting zie ik als mijn voornaamste taak, en voor de rest moet ik me er zoveel mogelijk buiten houden.

Gevoel toetsen in de Community of Practice

In de CoP Nieuw Organiseren toets ik vaak mijn gevoel met medepioniers. Bijvoorbeeld in het vraagstuk of er nu wel of niet een managementlaag nodig is binnen Lokalis. Mijn gevoel zegt dat we een managementlaag nodig hebben. Dat wordt bevestigd door anderen in de organisatie. Tegelijkertijd weet ik dat dat gevoel kan voortkomen uit mijn ervaring vanuit ‘oud organiseren’. Dus klopt het wel? Het helpt me dan om dat te toetsen met medepioniers die erg kritisch zijn op zo’n managementlaag. In één van de sessies hebben we het gehad over het management als hitteschild voor zelfsturende teams. Dat was voor mij de eye-opener. Bij ons speelt er zoveel dat je nooit van onze directeur bestuurder kan verwachten dat ze als hitteschild dient voor alle buurtteams. De CoP Nieuw Organiseren helpt om mijn gevoel te toetsen aan ervaringen van mensen die ook aan het pionieren zijn, en om er rationele oplossingen bij te vinden.

Maatwerk leveren

Ik ben trots op waar we staan. Het is ongelofelijk dat we pas 11 maanden geleden zijn begonnen met het verlenen van zorg en nu deze organisatie met elkaar hebben gecreëerd. Op cliënttevredenheid scoren we een 7,5. Dat vind ik goed gezien het feit dat we pas zijn begonnen. Ik vermoed dat cliënten ons dit cijfer hebben gegeven omdat we naast hen staan, er echt zijn voor een gezin. We leveren maatwerk. En zij kunnen zelfstandiger functioneren op het moment dat we weggaan ten opzichte van het moment dat we begonnen. Ik ben ook erg trots op de goede en leuke medewerkers die we hebben. Ik spreek regelmatig medewerkers die zorg verlenen; het valt me altijd op dat het zulke goede professionals zijn.

Transformeren gaat niet van vandaag op morgen

Mijn belangrijkste tip voor organisaties die ook starten en op basis van nieuw organiseren willen werken is: zoek naar de eigen vorm. Ik vind het vreselijk hoe op dit moment gesproken wordt in artikelen en binnen organisaties over het implementeren van zelfsturing. Het is niet te implementeren, je kan het proberen te laten ontstaan. Neem de tijd. Een dergelijke transformatie gaat niet van vandaag op morgen. Blijf met elkaar in gesprek, je creëert het samen. Blijf ook in gesprek nadat je denkt een vorm gevonden te hebben. De vorm is dynamisch. En tenslotte: beoefen mildheid. Het inrichten van een goed functionerende tuin, het begeleiden van gezinnen en het organiseren op basis van zelfsturing gaat met vallen en  opstaan. Wees dus niet te streng naar anderen en naar jezelf.

Community of Practice Nieuw organiseren
Begin 2014 startte Broosz in samenwerking met de NSvP  de Community of Practice Nieuw organiseren. Dit leernetwerk wil pioniers op het gebied van nieuw organiseren uit verschillende sectoren en in verschillende rollen met elkaar te verbinden, te inspireren en te versterken. Daarbij zijn de eigen praktijk en kennis- en leerbehoeften het uitgangspunt. Lees hier meer over dit project De aanmelding voor de Community of Practice Nieuw Organiseren 2016 is net gestart. Klik hier voor meer informatie.

Januari 2016 – Interview door Bart van Langen en verscheen ook op de website van de NSvP.

Het TOP voor Young Professionals in 2015!

Met trots melden wij dat de 3e editie van het TOP gaat starten in maart 2015! Samen met Broosz heeft Transvorm een ontwikkelprogramma vormgegeven voor Young Professionals. Het Transvorm Ontwikkel Programma (TOP) is een inspirerende leeromgeving en ontmoetingsplek voor Young Professionals werkzaam in zorg en welzijn. Om ze nog meer tot aanjager en ambassadeur te maken van innovaties binnen zorg en welzijn, is het belangrijk hen te ondersteunen bij het in beweging krijgen van hun eigen organisatie en werkveld en de ontwikkeling van nieuwe en frisse ideeën. 

Nieuw Organiseren

Binnen het TOP wordt aandacht besteed aan zowel persoonlijke ontwikkeling als ook organisatiebrede vraagstukken. Voorbeelden van thema’s zijn o.a. zelforganisatie, nieuw organiseren en sociale innovatie. Daarnaast is er binnen het programma gelegenheid om telkens in gesprek te gaan met collega’s uit het werkveld, leidinggevenden en gasttrainers. Experimenteren en leren in de eigen werkpraktijk staat uitdrukkelijk centraal. Het TOP is een unieke kans om andere Young Professionals te leren kennen en tegelijkertijd op persoonlijk en professioneel vlak te ontwikkelen.

Aanvraag voor subsidie Sectorplan!

Voor deze training  kunt u deelnemers aanmelden met financiële ondersteuning vanuit het Sectorplan Zorg en Welzijn Noord-Brabant. Deze training valt onder maatregel 4 van het Sectorplan. Dit betekent dat 50% van de kosten van de uitvoering en 50% van de verletkosten van de deelnemers gesubsidieerd kunnen worden wanneer u een aanvraag voor het sectorplan tweede tranche indient. Bij interesse voor deze training kunnen wij u meer informatie geven over het indienen van een aanvraag voor deze subsidie.

Interesse?

Deelnemende organisaties in 2013 en 2014 waren o.a. SOVAK, De Wever, Reinier van Arkel groep, SMO Traverse, RIBW Brabant,  Amarant, Prisma, Thebe en Provinciale Raad Brabant. U kunt meer informatie vinden op de site van Transvorm. Klik hier. Of contact opnemen met Karin van de Wetering van Transvorm via k.vdwetering@transvorm.org. Meer informatie over het TOP kunt u ook op onze site vinden. Klik hier. U kunt ook direct contact op nemen met Georgette Kempink van Broosz via georgette@broosz.nl mocht u vragen hebben.

Event ‘Nieuwe tijden, anders organiseren’!

Nieuw, Rijnlands Organiseren

En Broosz is erbij. Nu de kritiek op het Amerikaanse (Angelsaksische) kapitalistisch systeem dagelijks de voorpagina’s haalt, wordt de roep om een andere succesvolle wijze van bedrijfsvoering, het Rijnland-model sterker. Reed Business Events (voorheen Elsevier Congressen) is een toonaangevende ontwikkelaar van congressen, events en andere bijeenkomsten. Woensdag 10 december aanstaande organiseert Reed Business Events in de Jaarbeurs in Utrecht het event ‘Nieuwe tijden, anders organiseren’. Deze dag staat geheel in het teken van Nieuw, Rijnlands Organiseren en wordt wegens succes herhaald en is al voor de 4e keer uitverkocht!

Nieuwe tijden, anders organiseren

Het wordt een dag onder begeleiding van de auteurs van het succesvolle Rijnland Boekje en het Rijnland praktijkboekje, Jaap Peters en hoogleraar organisatiekunde Mathieu Weggeman. Naast deze sprekers is Harold Janssen, mede-auteur van het E-book “Nieuwe tijden, anders organiseren”, de derde spreker. Jan Smit zal naast Jaap Peters het dagvoorzitterschap op zich nemen. Na input van de drie sprekers is er een interactief blok waarbij de deelnemers hun inzichten en ervaringen kunnen delen, gefaciliteerd door Jan Smit in co-creatie met Jaap Peters, Harold Janssen & Georgette Kempink (Broosz). Klik hier voor uitgebreide informatie over deze dag.

Bekijk hier de terugblik van een voorgaande editie: Nieuwe tijden anders organiseren.

Nieuw organiseren, Nieuw verantwoorden in zorg voor de jeugd

Start onderzoek ‘Jong in de Buurt’

Per 1 september 2014 onderzoekt Broosz het effect van vernieuwende zorg- en organiseerconcepten binnen de Jeugdzorg. Het onderzoek ‘Jong in de Buurt’ wordt uitgevoerd in opdracht van de Stichting Innovatie Jeugdzorg en gefinancierd door de Bernard van Leer Foundation. Het onderzoek loopt tot 1 december 2015.

Nieuw Organiseren

Geïnspireerd door de vernieuwing die onder meer Buurtzorg Nederland realiseert in de thuiszorg is een aantal pioniers het project Jong in de buurt gestart. De gedeelde ambitie van deze pioniers is het organiseren van nabijheid en nabuurschap voor cliënten van de jeugdzorg door het inzetten van een vaste medewerker, werkzaam in een klein zelfsturend team in een lokale setting (buurtgericht) met als uiteindelijk doel:

  • De cliënt zo zelfstandig mogelijk in de eigen omgeving laten functioneren met inzet van de kracht van de omgeving;
  • De uitvoerend medewerker optimale ruimte bieden om eigen vakmanschap in te zetten en te ontwikkelen;
  • De omgeving (naasten, buurt en wijk, partners) inzetten ten diensten van de cliënt(systeem);
  • Een organisatie inrichten die dienstbaar is aan de lokale uitvoering in zelfsturende teams.

Centraal in deze vernieuwing staat het versterken van de eigen kracht van jongeren en hun gezinnen en meer handelingsruimte voor de professionals. Een ander zorg- en organisatieconcept dus, geënt op principes van Nieuw Organiseren.Het initiatief is door velen overgenomen en is in het voorjaar van 2014 afgerond met de publicatie ‘Zoete inval, dichte gordijnen en buurtmoeders’. De Stichting Innovatie Jeugdzorg vindt het cruciaal dat dit leer- en innovatieproces doorgaat en dat een zo goed mogelijk beeld ontstaat over welke organisatieprincipes van Nieuw Organiseren bijdragen aan het verbeteren van de zorg voor de jeugd.

Betekenisvolle vernieuwing binnen de zorg voor de jeugd

Er liggen grote kansen voor een betekenisvolle vernieuwing op grote schaal binnen de zorg voor de jeugd. Tegelijkertijd is deze transformatie binnen organisaties en binnen de sector ook uiterst complex en weerbarstig. Daarbij komt dat tijdens dit transformatieproces een geheel ander speelveld ontstaan is door de overheveling van jeugdzorg naar gemeentes. De neiging kan ontstaan weer terug te trekken naar oud organiseren, zeker wanneer op een traditionele wijze verantwoording afgelegd dient te worden. Juist nu is het dus belangrijk inzicht te krijgen in de effecten die Nieuw Organiseren heeft op de dienstverlening en resultaten voor de cliënten. Is dit verbeterd door nieuw organiseren en wat zijn de werkzame principes die hebben geleid tot deze resultaten? En hoe, met welke metingen die passen bij Nieuw Organiseren, gaan we dit inzichtelijk maken?

Doel en onderzoeksvragen

Doel van het onderzoek is te weten komen of de principes van Jong in de buurt leiden tot betere dienstverlening en/of lagere kosten binnen de zorg voor de jeugd.

Centrale onderzoeksvragen zijn:

  • Wordt een grotere groep kinderen sneller en beter geholpen en wordt de situatie van deze gezinnen substantieel verbeterd?
  • Gebeurt dat met minder kosten voor de samenleving?
  • Welke werkzame principes, factoren en contexten zijn in succesvolle praktijken relevant of noodzakelijk voor de pedagogische teams?
  • Welke lessen zijn te trekken voor de bij de Zorg voor de Jeugd betrokken partijen en voor de Zorg voor de Jeugd in Nederland?

Aanpak

Een onderdeel van het onderzoek is het realiseren van nieuwe verantwoording. Gezien elke deelnemende organisatie een andere (veranderende) context heeft, wordt elke organisatie begeleid in het ontwikkelen van een nieuwe wijze van verantwoording. Bovendien blijkt uit onderzoek dat het gesprek over wat en hoe te meten binnen organisaties veel helderheid en richting geeft. Broosz faciliteert en voedt daarom de dialogen tussen de organisatie (directie – management/ professionals) met betreffende stakeholders zoals gemeente en natuurlijk cliënten. De kennisdeling en -creatie tussen de deelnemende organisaties wordt gewaarborgd door een tussentijdse bijeenkomst te organiseren over Nieuw Verantwoorden. Ook vindt afstemming plaats met de bestaande Community of Practice en de opdrachtgever. Uiteraard wordt gedurende het onderzoek gebruik gemaakt van experts en de laatste kennis omtrent outcome meting, Nieuw Organiseren en ontwikkelingen in de jeugdzorg.
Het onderzoek wordt afgerond met een congres eind 2015.

Jan Smit van Broosz is gevraagd het onderzoeks- en ontwikkelingsproces als projectleider vorm te geven. Hij doet dit in samenwerking met Bart van Langen van Broosz.

Broosz houdt zich al jaren bezig met het begeleiden van organisaties bij de verandering naar Nieuw Organiseren en met de dialoog tussen organisaties en haar stakeholders.

Heeft u interesse of vragen? Neemt u dan contact op met Jan Smit (jan@broosz.nl) of het secretariaat van de Associatie voor Jeugd, Gerdi Meyknecht (advies@meyknecht.nl). Gerrit Jan Hoogeland (Cardea) is als voorzitter van de Stichting Innovatie Jeugdzorg nauw betrokken.

SIJlogo      brz-logo-final_Broosz-square

Pioniers aan het woord over Nieuw Organiseren!

Op dit moment maakt een groep van pioniers uit 8 organisaties deel uit van de Community of Practice Nieuw Organiseren. De missie van deze Community of Practice (CoP) is om pioniers die bezig zijn met anders en nieuw te organiseren binnen hun organisaties en werkveld, te ondersteunen door ervaringen te delen en samen kennis op te bouwen over deze fundamentele transformatie.

In de serie ‘Pioniers aan het woord’ hier de interviews met Heleen Bouwmans van het ABC en Marten Dijkstra van Menzis over waar zij staan in dat proces van pionieren, wat hun rol daarbij is, cruciale vraagstukken en waarom ze deelnemen aan dit leernetwerk. 

Broosz en de Stichting NSvP – Innovatief in Werk zijn initiatiefnemers van dit leernetwerk van vernieuwers dat op 20 maart jl. van start is gegaan. Voor vragen of informatie neem contact met ons op.