Inspirerende vernieuwing voor jeugdzorg

In het vorige blog – ‘Bureaucratische verantwoording onder vuur’ – werd de kritiek op het oude bureaucratische verantwoorden in zeven punten beschreven. Maar er werd ook geconstateerd dat er een verschuiving zichtbaar is dat nieuwe verantwoordingspraktijken meer opkomen.

In dit blog drie inspirerende praktijkvoorbeelden:

1. De JP van den Bent stichting

De JP van den Bent stichting die mensen met een lichte, ernstige of meervoudige (verstandelijke) beperking ondersteunt scoort al jarenlang zeer hoog op medewerkerstevredenheid en cliënttevredenheid. Bestuurder Ruud Klarenbeek is al twintig jaar bezig de zorg de volledig te organiseren vanuit de bedoeling, vanuit de leefwereld. Zijn standpunt is dat controlesystemen zich maar moet aanpassen aan de praktijk, en niet andersom. Controlesystemen beperken naar zijn mening verantwoordelijkheidsgevoel en leiden de aandacht af van waar het echt om gaat: de cliënten. Daarom vindt hij dat controlerende instanties zich moeten aansluiten bij hoe de JP van den Bent stichting kwaliteit levert en zorgvuldig met middelen omgaat, in plaats van dat de organisatie zich moeten aansluiten bij de systeemwereld. Dat heeft geleid tot een unieke positie in Nederland.

De accountants van de stichting gaan uit van het principe ‘als de cliënt tevreden is en de medewerkers tevreden zijn, dan mag je ervan uitgaan dat de geleverde zorg rechtmatig is’. De accountants werken bij deze nieuwe vorm van verantwoording met name met signalen uit de leefwereld en wonen bijvoorbeeld zorgplanbesprekingen bij. Daarnaast controleren ze of de middelen ingezet worden voor de bedoeling van de organisatie. Een prachtig voorbeeld van Nieuw Verantwoorden!

2. CoP Koplopers in Toezicht: van controle naar dialoog

Raden van toezicht die op zoek zijn naar nieuwe vormen van toezicht hebben zich met elkaar verbonden in de Community of Practice Koplopers in Toezicht die door de NVTZ (Nederlandse Vereniging van Toezichthouder in de Zorg) en Broosz wordt gefaciliteerd. Het door de participanten geformuleerde ambitiestatement is helder en duidelijk; ‘Van controle naar dialoog’. Met de vernieuwing van het toezicht wil men nauw aansluiten bij de humanisering van het organiseren van de zorg. En men ziet voor zichzelf een rol in de zoektocht naar daarbij passende vormen van organiseren, verantwoorden en toezicht houden. Men wil ‘onthecht toezicht naar toezicht op humanisering van zorg’ en ‘van toezicht als onafhankelijk naar toezicht als ontmoeting’.

3 Transformatiedialogen van de werkgemeenschap voor de jeugd: leren, veranderen én verantwoorden

In de zorg voor de jeugd wordt er geëxperimenteerd met Transformatiedialogen. Leer- en verantwoordingsplatforms waarin werkgemeenschappen voor de jeugd (alle direct bij de zorg betrokken professionals) onder de verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke wethouders en ambtenaren reflecteren over vragen rondom de kwaliteit en transformatie van de zorg.

Binnen de Transformatiedialogen vindt reflectie plaats op de bestaande en gezamenlijke praktijk. De leden van de werkgemeenschap worden daarbij in het licht van de collectieve ambitie van de wijk of de gemeente aangesproken op hun vakmanschap en eigenaarschap (Nieuw Organiseren) voor hun eigen individuele bijdrage en hun bijdrage aan het geheel.

Zo ontwikkelt al werkend en lerend ieders vak (normatieve professionalisering), de zorg voor de jeugd binnen de wijk of de gemeente en de werkgemeenschap als geheel. En zo wordt de werkgemeenschap een motor voor het transformatieproces en krijgen wethouders een rijker inzicht in de praktijk van de werkgemeenschap en in de dilemma’s en kernthema’s die daar spelen en die om daadkrachtige politieke actie vragen.

Pak je rol

De conclusie uit het vorige blog blijft essentieel: Wethouders en bestuurders zijn aan zet. Het is tijd voor bestuurders, managers, controllers en toezichthouders om zich te laten inspireren door bovenstaande voorbeelden en zich te bezinnen op nieuwe uitgangspunten en praktijken van verantwoording.

Geschreven door: Jan Smit, partner van Broosz. 

Blog is geschreven in het kader van de Praktijkdag Nieuw Verantwoorden op 10 november.

Bureaucratische verantwoording onder vuur

De ontmanteling van het oude verantwoordingsparadigma is cruciaal voor het Sociaal Domein. Gelukkig is er een vernieuwingsbeweging aan de gang die hoopgevend is en waar veel inspiratie en lessen in te vinden zijn.

Als gemeentes vanuit hetzelfde bureaucratische en bedrijfskundige paradigma hun verantwoording blijven organiseren, dan komt de transformatie van het sociaal domein, waar op vele plekken in de zorg en gemeenten voorzichtige experimenten aan het ontstaan zijn, niet of nauwelijks van de grond. Gemeenten spelen een cruciale rol bij het realiseren van een beter en humaner werkend sociaal domein. Maar wanneer gemeenten hun opdrachtgeverschap invullen op een klassieke manier en innovatieprocessen proberen te sturen door te beheersen, controleren en regelen, zal er niet veel gebeuren. Dat betekent afkicken van het cijferfetisjisme en de bijbehorende objectiviteitsideologie.

Bureaucratische verantwoording onder vuur

De kritiek is in zeven heldere punten samen te vatten:

1. Cijfers geven op zijn best een gebrekkige representaties van de werkelijkheid.

2. Cijfers reduceren de werkelijkheid in dat wat meetbaar en maakbaar lijkt te zijn en gaan daarmee voorbij aan wat niet direct in getallen is uit te drukken.

3. Cijfermatige generalisaties verhouden zich niet tot de alledaagse complexe praktijk waarin professionals hun werk doen en waarin maatwerk de kern vormt van het professionele handelen.

4. Cijfers lokken strategisch gedrag uit. Professionals gaan zich zo gedragen, dat ‘de resultaten’ worden behaald, zoals gevraagd. Dat gaat ten koste van de dienstverlening.

5. Door het sturen op cijfers zitten er perverse prikkels in het systeem. Het realiseren van de gevraagde cijfers wordt belangrijker in het werk dan het realiseren van de best mogelijke oplossing voor burgers.

6. De nadruk op cijfers corrumpeert de interne motivatie van professionals.

7. De kosten en administratieve lasten zijn niet in verhouding met de opbrengsten van het gebruik ervan.

‘Zodra accountants aan de slag gaan en hún paradigma op de praktijk drukken, dreigt het mis te gaan’, aldus een wethouder binnen het onderzoeks- en ontwikkelingstraject Jong in de Buurt. ‘Cijfers dienen aanleiding te geven tot reflectie en gesprek. Maar door de dominantie van het accountantsdenken zijn we daar ver van weggeraakt. Het cijferfetisjisme viert hoogtij.’ Kwantitatieve meting ten behoeve van aansturing van boven is zwaar overschat.

Nieuw Verantwoorden: van nieuwe uitgangspunten naar nieuwe verantwoordingspraktijken

Het denken over verantwoorden is dan ook gelukkig heel voorzichtig aan het verschuiven. De kernpunten van Nieuw Verantwoorden zijn:

• Vakmanschap, Verbinding en Vertrouwen 

Vertrouwen in de vakmensen is het uitgangspunt. Verantwoorden heeft niet als doelstelling om te controleren, maar om rekenschap te geven van het handelen in de praktijk.

• Dialoog en narrativiteit 

In het verantwoordingsproces wordt de objectiviteitsideologie verlaten. Verhalen, ervaringen uit de praktijk van vakmensen en burgers (narrativiteit) en de dialoog over kansen, uitdagingen, dilemma’s en ingewikkeldheden uit de leefwereld vormen het hart van het verantwoordingsproces.

• Leren en verantwoorden ván, vóór en dóór de leefwereld

De verantwoordingsvormen zijn leer- en verantwoordingsprocessen ván, vóór en dóór de leefwereld. Het zijn ontmoetingen van vakmensen onderling, van vakmensen en burgers/cliënten, en van vakmensen en burgers/cliënten en bredere groepen belanghebbenden, zoals raden van bestuur, toezichthouders, wethouders en raadsleden en vertegenwoordigers van de buurt.

• Gegevens altijd in dialoog 

Kwantitatieve gegevens spelen een beperkte kritische of voedende rol en er wordt in dialoog gezamenlijk betekenis aan gegeven.

• Lerend Organiseren 

De verantwoordingsprocessen zijn een vorm van lerend organiseren; door de publieke reflectie hebben ze zowel een leerfunctie (wat kan er beter en anders) als een verantwoordingsfunctie (uitleggen aan belanghebbenden waarom er zo gehandeld is).

En er zijn op basis van die nieuwe uitgangspunten nieuwe verantwoordingspraktijken aan het ontwikkelen. Praktijken die congruent zijn met de zich vernieuwende praktijken van zelfsturende teams en werkgemeenschappen. Die nieuwe verantwoordingspraktijk is een bestuurlijke randvoorwaarde voor de transformatie.

Wethouders aan zet!

Wethouders hebben een uiterst belangrijke rol in het uitdragen van de collectieve ambitie en het realiseren van een leerklimaat. De gedrevenheid en het oprechte zoeken van wethouders zelf werkt aanstekelijk voor de werkgemeenschap. Als het leren op gang komt, ontstaan onverwachte verbindingen en mogelijkheden. Maar daar moet wel ruimte voor worden gecreëerd.

De kanteling naar het nieuwe zorgparadigma kan overal beginnen. Maar wethouders spelen een niet te onderschatten rol om de vernieuwing te omarmen en daarmee aan de slag te gaan. Het tegengestelde is ook waar. Toezichthouders kunnen als regimebewakers van het oude denken ook de vernieuwing in de kiem smoren. Als de verantwoordingspraktijk niet meebeweegt met deze praktijk, dan zal ze in de kiem smoren. Tijd voor bestuurders, managers, controllers en toezichthouders om zich te bezinnen op deze nieuwe uitgangspunten en praktijken.

Geschreven door: Jan Smit, partner van Broosz.

Blog is geschreven in het kader van de Praktijkdag Nieuw Verantwoorden op 10 november.

Broosz in Brussel

Ook in andere landen van Europa zijn pioniers te vinden die hun werk op een andere manier willen organiseren. Een welkome verandering, gezien de oude manieren van organiseren geen uitkomst meer lijken te bieden voor de complexe en veranderende ‘Europese samenleving’. Broosz faciliteert deze beweging nu ook voorzichtig over de grens.

Het hart van Europa

In het hart van Europa, de Europese Commissie, zijn ook pioniers bezig met de transformatie van klassiek organiseren naar nieuwe vormen van organiseren. Broosz gaat volgende week aan de slag in Brussel bij een uitvoerend orgaan van de Europese Commissie. Jan Smit en Georgette Kempink hopen bij te kunnen dragen aan de ontwikkeling van pioniers met vernieuwende initiatieven en experimenten in een sterk bureaucratische context.

Pioniersnetwerken

Waar pioniers actief zijn, samenkomen, kennis delen en leren, is ook Broosz te vinden. Zo is Broosz al jaren geleden gestart met een leernetwerk van vernieuwers (CoP Nieuw Organiseren). Ook zijn er over de grens soortgelijke initiatieven. Bijvoorbeeld in Spanje. Eugenio Molini, een collega uit het Gestaltnetwerk van Broosz, heeft veel aandacht voor internal change agents en brengt ze samen in een leernetwerk GAIT. GAIT betekent: Guild of Agents for Intentional Transformation. In dit leernetwerk komt ook het ‘anders veranderen’ aan bod. ‘Hoe word je van een Change Agent een Transformation Agent?’. Georgette Kempink is gevraagd haar kennis te delen en bij te dragen aan dit pioniersnetwerk.

Vitale onderstroom

Het is deze vitale onderstroom van pioniers die vanzelfsprekendheden in de eigen organisatie op de kop zetten. Verbindingen tussen pioniers zijn cruciaal. Pas als andere pioniers in Europa denk- en werkwijzen overnemen wordt de kans groter dat er een nieuwe praktijk ontstaat. Een sociale revolutie in Europa!

Doe jij ook mee?

Nieuw Organiseren Festival 6 oktober!

Kom 6 oktober naar het Nieuw Organiseren Festival 2016 georganiseerd door de coöperatie nieuworganiseren.nu. Broosz is er ook bij. Je bent welkom op 6 oktober 2016 – van 10.00 – 17.00 uur in de Prodentfabriek, Oude fabrieksstraat 20, 3812 NR in Amersfoort. Voor het Broosz Netwerk zijn er 10 kaarten voor € 100,00 beschikbaar. Ben je geïnteresseerd? Stuur een mail naar info@broosz.nl.

Books, Broosz & Barista

Als partner van de coöperatie nieuworganiseren.nu staat Broosz op het festivalterrein met Books, Broosz & Barista. Broosz faciliteert de ouderwetse koffie- en leestafel in één. Kom langs en ontmoet auteurs, lezers, de Broosz Barista’s met hun lekkere cappuccino of espresso en vraag naar hun ervaring met Nieuw Organiseren. Voel je vrij aan de koffiebar te blijven hangen met jouw veranderverhalen.

Boeken ruilen kan!

Heerlijk al die boeken over veranderkunde en verhalen van ervaringsdeskundigen? Dit is de plek voor boekenliefhebbers die lekker willen snuffelen. Het is ook dé plek om aandacht te krijgen als auteur voor je eigen boek. En het is dé plek om oude boeken te ruilen. Graag zelfs! Neem dus vooral een stapeltje boeken of tijdschriften mee.

Nieuwsgierig naar het hele programma van die dag. Bekijk hier de volledige Line Up van het Nieuw Organiseren Festival.

Kom je ook? Je bent hierbij van harte uitgenodigd.

 

Transformatie van de zorg voor de jeugd in zicht?

Broosz heeft de afgelopen anderhalf jaar onderzoek gedaan in het veld naar de stand van zaken van de transformatie van de zorg van de jeugd. In de publicatie ‘Bezielde Professionals & Pionierende Wethouders – Transformatie van de zorg voor de jeugd in zicht?’ deelt Jan Smit (projectleider) zijn kerninzichten en reflecties. Ontvang gratis de pfd van de publicatie.

Kernvragen

De kernvragen bij de start van het onderzoek waren:
– hoe staat het met de transformatie van de zorg voor de jeugd, nu de transitie is gerealiseerd?
– lukt het om de zorgvernieuwing die daarachter besloten ligt succesvol te laten verlopen?

Onderzoeksaanpak

Met deze vragen trok Broosz, op verzoek van de Stichting Innovatie Jeugdzorg en gefinancierd door de Bernard van Leer Foundation, de provincie in. De zoektocht naar pioniers bracht ons in Diemen, Oss en omstreken en op Walcheren. Daar organiseerden we samen met de wethouders René Peters (Oss), Ruud Grondel (Diemen) en Albert Vader (Vlissingen) de Transformatiedialoog. Ontmoetingen met de vertegenwoordiging van alle professionals die bij de zorg voor de jeugd een rol hebben. Het idee achter deze aanpak is glashelder: het zijn immers de vakmensen, de vrijwilligers, de ouders en kinderen, kortom de mensen uit de leefwereld zelf, die de vraag kunnen beantwoorden of de transformatie op dreef is of niet?

Inzichten en nadere reflecties

De inzichten en reflecties worden in de publicatie afgewisseld met interviews van vakmensen uit de werkgemeenschappen, eveneens komen de drie wethouders uit Diemen, Oss en Walcheren aan het woord. Er wordt ingegaan op de essenties van Nieuw Organiseren, Leren, Veranderen en Verantwoorden, aspecten die cruciaal zijn om de transformatie te laten slagen. Ook wordt het idee van de werkgemeenschap uitgewerkt en wordt de methodiek van de Transformatiedialoog uiteengezet als vorm van Nieuw Leren en Verantwoorden.

Gratis ontvangen van de publicatie

Nieuwsgierig naar de reflecties en inzichten? De publicatie rijkt wegen aan om niet te blijven ronddraaien in ‘fatale leerprocessen’, maar de transformatie opgave structureel aan te pakken. Jan Smit (bereikbaar via mail jan@broosz.nl of mobiel (06 48 27 63 74) partner van Broosz, projectleider van het onderzoek, is auteur en samensteller van de publicatie.

Vul onderstaand je gegevens in om de pdf van ‘Bezielde Professionals & Pionierende Wethouders’ gratis te ontvangen. Schroom niet om contact op te nemen om in gesprek te gaan!

[formidable id=9]

Broosz CoP Nieuw Organiseren van start. Deelname nog mogelijk!

Op 23 juni jl. is Broosz met een nieuwe groep pioniers van start gegaan. In de Community of Practice Nieuw Organiseren brengen we een rijk en divers veld van pioniers samen. Door de gedeelde ambitie en de vergelijkbare veranderpraktijken ontstaat een rijke leeromgeving voor Nieuw Organiseren pioniers.

Missie

De missie van dit leernetwerk is om pioniers vanuit verschillende sectoren (zorg, bank, onderwijs, welzijn, overheid etc.) en vanuit verschillende rollen met elkaar te verbinden. Om elkaar te inspireren, te versterken en om zo de beweging richting Nieuw Organiseren verder door te zetten in de eigen werkomgeving. Daarnaast brengt de Community of Practice nieuwe inzichten naar buiten die interessant zijn voor iedereen die bezig is met een soortgelijke transformatie.

Aanmelden kan nog!

Belangrijk uitgangspunt van het leernetwerk is dat het cross-sectoraal is. De CoP Nieuw Organiseren 2016 bestaat uit nu uit een groep pioniers van:

  • GGD West-Brabant, publieke zorg
  • Gors, gehandicaptenzorg en ondersteuning
  • Juvent, jeugd en opvoedhulp
  • Nationale politie, veiligheid
  • Youké, jeugd en opvoedhulp
  • Hogeschool Arnhem Nijmegen, onderwijs
  • ING, bancaire sector
  • Opella, zorg, welzijn en wonen
  • Gemeente Amsterdam, overheid

Er zijn nog een paar plekken. Idealiter sluiten er nog participanten aan uit bijv. de lokale overheid, financiële sector, mkb en non-profit. Heb je interesse om deel te nemen meld je dan vóór 1 november aan door een mail te sturen naar georgette@broosz.nl.

Voor meer informatie over data, kosten en aanpak klik hier.

 

‘Durf voor humaan te gaan’

‘Durf voor humaan te gaan!’ Dat is de oproep van Jan Smit van adviesbureau Broosz op de Leerconferentie Jong in de Buurt op 30 juni 2016 in Ede. ‘Met de leefwereld als uitgangspunt voor de jeugdzorg en niet de systemen.’ Tijdens de interactieve leerconferentie delen wethouders, bestuurders en professionals uit het jeugddomein de inzichten van het onderzoek Jong in de Buurt.

Het onderzoek Jong in de Buurt is inspirerend vorm gegeven. Om de vraag ‘Hoe ver zijn we met de Transformatie in de jeugdzorg?’ beantwoord te krijgen, werden geen vragenlijsten aan de betrokkenen uitgestuurd, maar ontmoetingen georganiseerd. Ontmoetingen waarbij professionals en betrokkenen uit de hele jeugdzorg − van jongerenwerkers, GGZ-medewerkers, gezinsmanagers, adviseurs van de Raad voor de Kinderbescherming, politiemensen en leerkrachten uit het bijzonder onderwijs tot moeders, ambtenaren en wethouders – diepgaand in gesprek gingen met elkaar.

En met succes. De deelnemers aan deze zogenaamde Transformatiedialogen, een serie ontmoetingen in ieder van de drie deelnemende gemeenten Oss, Vlissingen en Diemen, hadden al jaren niet meer – en misschien wel nooit – in zo’n grote groep met elkaar gezeten. ‘De werkgemeenschap’ noemt Jan Smit deze professionals bij elkaar. ‘Een verademing’, zeggen de professionals zelf. ‘Leerzaam.’ En: ‘Ik weet nu eindelijk wie van de partners ik moet hebben.’

Telefoonnummers uitwisselen

Niet voor niets is één van de inzichten van het onderzoek Jong in de Buurt dat de jeugdzorgprofessionals grote behoefte hebben aan ontmoeting, verbinding en samenwerking. Jan Smit: ‘Er wordt ontzettend veel georganiseerd in de jeugdzorg, maar het eenvoudige organiseren, om te zorgen dat het werk goed gebeurt – telefoonnummers uitwisselen, elkaar ontmoeten – is er vaak niet.’

Wat ook duidelijk is geworden uit de gesprekken, is dat er veel gedreven professionals werkzaam zijn in de jeugdzorg, die af en toe, waar nodig, ‘bezield ongehoorzaam’ zijn en zich niet houden aan protocollen en regels, als de situatie daar om vraagt. En uit de gesprekken en de leerconferentie bleek ook dat de interdisciplinaire teams die veel gemeenten hebben opgezet – Brede Hoed-teams, Samen Doen-teams, Portos of hoe ze ook mogen heten – hun vruchten afwerpen. ‘We lossen zaken op die vijf jaar vast zaten.’

Groeiende bureaucratie

Maar het is ook duidelijk dat die bezielde professionals steeds meer last hebben van de groeiende bureaucratie. Van hun eigen organisaties die zich (moeten) gedragen als marktpartijen. Marktpartijen die ‘producten en diensten’ verkopen, die moeten worden verantwoord in uren en productiecijfers. Die ‘genoeg opdrachten’ in portefeuille moeten hebben. Die onderlinge afstemming tussen professionals ‘niet efficiënt’ vinden. Van wie de professionals niet altijd de gevraagde openheid mogen geven aan hun samenwerkingspartners, omdat dit ‘concurrenten’ zijn. Gevolg: hulpverleners worden gestimuleerd op hun eigen postzegel bezig te blijven, een versnippering die de zorg voor cliënten enorm veel ingewikkelder en belastender maakt.

Catastrofaal leerproces

En de bureaucratische bezwering ‘1 gezin, 1 plan, 1 regisseur’, die de Transformatie begeleidt, lost dit niet op. ‘De Transformatie heeft sterke kenmerken van een catastrofaal leerproces,’ waarschuwt Jan Smit. Hij citeert hierbij filosoof Arnold Cornelis: ‘Er is sprake van een catastrofaal leerproces als we oplossingen zoeken binnen het systeem waarin het probleem is ontstaan.’ Na de Transformatie is de jeugdzorg nog steeds nagenoeg hetzelfde georganiseerd als daarvoor, zegt Smit. Nog steeds is de zorg verkokerd en top down georganiseerd, waarbij de beslissers en de denkers de handjes aansturen. Anders, nieuw of vanuit de vakmensen organiseren staat nauwelijks op de agenda.

‘Er zijn maar twee manieren van organiseren, mensen!’ doet organisatieactivist Jaap Peters er een schepje bovenop. ‘Verticaal vanuit het systeem of horizontaal vanuit de cliënten en de vakmensen. En-en kán niet! Dus begin morgen met het overal doorkrassen van het woord manager. Geef de vakmensen een pasje van de zaak. En, professionals, organiseer je via een Whatsapp-groepje. Dan heb je al een horizontale organisatie.’ Maar, waarschuwt Peters ook: ‘Het werkt alleen als het verticale vlak meedoet. Als het verticale vlak ruimte geeft voor humaniteit op het horizontale vlak.’

Vernieuwingsgezinde wethouders

‘De wethouders kunnen dat regelen!’, roept Smit enthousiast. En de vernieuwingsgezinde wethouders van de drie gemeenten die meedoen aan Jong in de Buurt, doen dat ook al volop. Niet voor niets hebben zij zich opgegeven voor het onderzoek. René Peters, Ruud Grondel en Albert Vader, wethouders Sociaal Domein in respectievelijk Oss, Diemen en Vlissingen, steken alle drie hun nek uit. Op zoek naar manieren waarop zij de vakmensen in de jeugdzorg ruimte kunnen geven om hun werk humaan te doen. Nu willen ze de beweging die door Jong in de Buurt is ingezet in hun regio samen met de werkgemeenschap uitbouwen.

Daadkracht

En ondertussen doen de vakmensen hun ding. Mooie voorbeelden passeren de revue tijdens de leerconferentie. Jongerenwerker Zakaria staat aan het begin van de dag in het middelpunt van de aandacht als zijn verhaal wordt voorgelezen. Over hoe hij het vertrouwen won van een dakloze jongen die niemand vertrouwde. Ook het verhaal van Gisela wordt voorgelezen. De jonge medewerkster van Veilig Thuis, die de gewaagde beslissing nam om een baby met een schedelfractuur niet uit huis te plaatsen, omdat de ouders veel berouw en daadkracht toonden en een warm netwerk om zich heen hadden. Sandra Folkerts, coördinator Transformatie van de gemeente Diemen, vertelt in de pauze hoe zij en haar collega’s hebben besloten om geen beschikkingen voor zorg meer af te geven. ‘Instellingen kunnen prima zelf bepalen welke zorg ze verlenen.’

Ook de blauwe collega’s

Door de ‘blauwe collega’s’ in de organisaties – juristen, accountants of inkopers – worden dit soort beslissingen niet altijd begrepen. Zij nemen de wetten en regels vaak zeer letterlijk en leven ze strak na. Daarom zegt René Peters: ‘Ik vraag niet meer aan de juridische afdeling: “Mag dit?” Maar ik zeg: “Ik ga dit doen, kun jij zorgen dat ik gedekt ben?”’ Ruud Grondel voegt toe: ‘Wij moeten naar een werkgemeenschap waarin de juristen, accountants en inkopers óók meedoen.’

Autonomie van de vakmensen

Belangrijk is het voor een goede jeugdzorg om de vakmensen de ruimte te geven voor humane zorg. Dat vraagt om autonomie van de vakmensen, maar wél: relationele autonomie. Dat je samenwerkt met de andere professionals in jouw werkgemeenschap. Vanuit dezelfde principes, waarover jullie regelmatig in gesprek zijn met elkaar. Autonomie in geborgenheid van je collega’s.

De verhalen van zeventien professionals, interviews met de pionierende wethouders en de onderzoeksresultaten van Jan Smit zijn verschenen in het boekje ‘Bezielde professionals & Pionierende wethouders’. Deze publicatie is op te vragen in pdf-formaat door een mail te sturen naar info@broosz.nl

Tijdens het onderzoek Jong in de Buurt, waarvan de kerninzichten zijn gepresenteerd tijdens de Leerconferentie Jong in de Buurt op 30 juni, is de aanpak van de transformatiedialoog ontwikkeld. Klik hier voor meer informatie over de transformatiedialoog of bekijk het filmpje.

Het onderzoek Jong in de Buurt is gefinancierd door Stichting Innovatie Jeugdzorg, Associatie voor Jeugd en de Bernard van Leer Foundation en is opgezet door Broosz.

Geschreven door: Esther Barfoot

Boven het maaiveld komen bij de gemeente Zwolle

Interview met Christian Voortman – gemeente Zwolle*

‘Ik ben boven het maaiveld gekomen. Daar ben ik trots op. Het betekent dat onze aanpak, resultaten en ideeën over de rol van de gemeente in de veranderende samenleving gehoord worden. Het betekent ook dat ik meer vragen en kritiek krijg.’ Aan het woord is Christian Voortman, senior beleidsadviseur ruimte en economie bij de gemeente Zwolle, één van de aanstichters van het coöperatief WijBedrijf Dieze. Hoe draagt hij bij aan Nieuw Organiseren binnen de gemeente en hoe is hij boven het maaiveld gekomen?

Nieuw Organiseren: pionieren in de gemeente 

‘Ja, ik voel me een pionier op het gebied van Nieuw Organiseren,’ vertelt Christian, ‘niet zozeer theoretisch gezien, eerlijk gezegd lees ik niet zoveel boeken over Nieuw Organiseren. Ik verbind het vooral aan de manier waarop ik werk, aan de inhoud. Zo vond ik het wel inspirerend om Jaap Peters en zijn visie op Rijnlands Organiseren te horen. Als gemeente willen we klimaatneutraal worden, een grote uitdaging die we niet in ons eentje voor elkaar krijgen. Deze ambitie vraagt een andere manier van werken, waarbij we meer met burgers, zzp’ers, ondernemers en maatschappelijke organisaties samenwerken en hen helpen hun ideeën rondom duurzame energie te realiseren. Daarbij is het belangrijk dat het resultaat duurzaam is en dat people, planet en profit in balans zijn. Hoe duurzaam is het vanuit dat perspectief als wij als gemeente bijvoorbeeld zonnecellen kopen en uitdelen aan burgers? In plaats van die aanpak hebben we gekozen voor een aanpak waarmee niet alleen CO2 gereduceerd is, maar ook de werkgelegenheid en betrokkenheid van bewoners vergroot is en de woonlasten omlaag zijn gegaan. We hebben bewoners van een wijk gevraagd ideeën aan te dragen om hun wijk energieneutraal te krijgen. Vanuit deze vraag is een coöperatie opgezet. De coöperatie voert nu projecten uit waar bewoners aan mee kunnen doen. De eerste actie is het plaatsen van zonnepanelen. Bijzonder daarbij is dat voornamelijk aannemers uit de wijk dit zullen doen. Het binnen de wijk gezamenlijk werken aan het energievraagstuk leidt zo ook tot een positieve sociale ontwikkeling in de wijk. Dat is fantastisch om mee te maken.’

Geen ivoren toren maar samenwerken met en voor de wijk

‘Nieuw Organiseren start bij ons vooral met een andere rolinvulling. De gemeente faciliteert de gemeenschap in het zelf ontwikkelen van oplossingen voor gemeenschappelijke vraagstukken. We zoeken daarin continu de samenwerking en proberen actief belangen te bundelen. Zo ontstaan andere werkwijzen en uiteindelijk ook een andere wijze van organiseren.’

‘Nieuw Organiseren komt voor de gemeente voort uit noodzaak,’ zegt Christian. Voor de crisis vroegen wij ons al af of de manier waarop we het werk hadden georganiseerd wel effectief was. Toen hadden we als gemeente grote vraagstukken en veel geld. Als beleidsambtenaren maakten we een programma van projecten om deze vraagstukken aan te pakken. De projecten gaven we als opdrachten door aan partijen, zoals een woningcorporatie of een waterschap. Vervolgens controleerde ik via rapportages de voortgang. Dit zonder ook maar één keer in de wijken te komen, waar we het beleid op gericht waren! Door bezuinigingen vanuit het Rijk maar zeker ook doordat de crisis heeft toegeslagen, hebben we minder geld te besteden. De vernieuwing moet nu komen vanuit de stad zoals die erbij ligt. Dat betekent dat je je anders verhoudt tot die vraagstukken: je gaat je anders organiseren en meer samenwerken. Er wordt ook minder gebouwd. Vroeger behaalden we onze doelstellingen door middel van nieuwbouw. Bovendien zijn uitdagingen zoals ‘klimaatneutraal worden’ te complex om als gemeente in ons eentje aan te pakken. En al helemaal niet van achter ons bureau. We kunnen niet meer vanuit onze toren de oplossingen bedenken voor ingewikkelde uitdagingen en dat volledig financieren. Steeds vaker geldt dat we dat ook niet meer willen. Als gevolg daarvan werk ik tegenwoordig minder planmatig en programmatisch en meer organisch in samenwerking met burgers, zoals binnen de coöperatie WijBedrijf Dieze.’

WijBedrijf Dieze 

De bewoners van de wijk Dieze in Zwolle hebben zich met de stichting Blauwvinger Energie uit Zwolle en Zwolse bedrijven verenigd en het Coöperatief WijBedrijf Dieze opgericht. Het WijBedrijf is van, door en
voor alle bewoners van Dieze en is gericht op de duurzame ontwikkeling van de wijk. Het kan ingezet worden voor energie, water, zorg, voedsel, onderhoud van de openbare ruimte en voor andere zaken waar bewoners behoefte aan hebben en waar ze een business case voor bedenken en willen uitvoeren. Voor de oprichting heeft de gemeente Zwolle subsidie gegeven in het kader van het project ‘energie als motor voor burgerkracht’ aan Blauwvinger Energie. Doel van het project is 500 woningen in de wijk voorzien van zonnepanelen. Dat leidt tot een verlaging van de woonlasten en versterking van de sociale structuren in de wijk. 

Bron: www.toekomststerk.nl/cooeperatief-wijbedrijf-dieze.html 

‘Er is een kleine en steeds groter groeiende groep mensen, zowel binnen het gemeen- tehuis als daarbuiten, die samenwerken aan uitdagingen vanuit de vraag: wat vraagt deze wijk, wat willen de mensen zelf? En wat kunnen we als gemeente bijdragen aan het realiseren van die doelen?’

Actieve burgers dwingen gemeente tot andere werkwijzen 

‘Wat we nu zien is dat de coöperatie die we hebben gecreëerd met vragen bij de gemeente komt. De gemeente dient daarop te reageren, maar de vragen passen niet goed bij de bestaande werkwijzen. Hierdoor komen deze werkwijzen ter discussie te staan. Dit zien we bijvoorbeeld bij het vraagstuk van terugkerende wateroverlast door regenval. Uit de coöperatie stamt het idee om bewoners te helpen hun tuinen te vergroenen in de strijd tegen deze wateroverlast. Hierdoor wordt de wijk leefbaarder en krijgen hoveniers uit de wijk meer werk. De coöperatie klopt met dit plan aan bij de gemeente voor financiële steun om dit concept verder uit te werken tot een ‘Challenge’. We zien dat het waarschijnlijk een goedkopere en betere oplossing is dan de wijze waarop de gemeente de wateroverlast zou aanpakken. Wij zijn dus enthousiast! Maar tegelijkertijd kunnen we hier moeilijk mee aan de slag. We zitten nog vast aan het oude systeem waarin wateroverlast wordt verholpen door verbetering en/ of vervanging van het riool. Let wel: dat zijn systemen met een afschrijving van 65 jaar. In dit systeem is geen geld gereserveerd voor tussentijdse aanpassingen. De vraag leidt ertoe dat wij de werkwijze die we gewend zijn ter discussie stellen. We moeten bijvoorbeeld een andere wijze van begroten gaan ontwikkelen om te onderzoeken of het initiatief van de coöperatie inderdaad goedkoper is. Als gemeente hebben we dus iets gecreëerd in de samenleving dat ons uitdaagt om onze eigen organisatie aan te passen. We organiseren zo eigenlijk via een omweg onze eigen organisatieverandering.’

Groeiende tegenkrachten en de kwetsbaarheid van pioniers 

‘De kiem voor Nieuw Organiseren is in 2013 gelegd. Daar schreef ik toen de blog over. Na deze periode waarin ik als het ware onder de radar kon pionieren en waarin ik relatief vrij kon experimenteren, komen we momenteel in een nieuwe fase. We boeken nu zichtbare resultaten met elkaar. Er wordt meer geluisterd en gekeken naar wat onze groep gelijkgestemden doet. Tegelijkertijd ontstaan er ook meer vragen en weerstand: de huidige werkwijze werkt toch goed? Meer en meer heb ik het gevoel dat we de nieuwe werkwijze moeten verdedigen. De snelle antwoorden zijn vaak niet voorhanden in deze nieuwe werkwijzen. Ik heb tijd nodig om een proces te ontwikkelen dat leidt tot antwoorden. Dat is erg wennen voor een organisatie die stuurt op output. Als ik niet zorgvuldig blijf uitleggen wat we doen, zal er meer frictie ontstaan. Dan zullen collega’s ervaren dat ik als een olifant door de porseleinkast ga. Zelf ervaar ik meer en meer onrust binnen de gemeente over wat ik al pionierend aan het doen ben. Doordat ik nu ook zichtbaar voor anderen boven het maaiveld kom, groeien de tegenkrachten. Het maakt mij en anderen kwetsbaar. De volgende stap is onze visie en aanpak bestendigen, daar met ons groepje sterker in worden en hiervoor steun zoeken bij het management om dit te mogen blijven doen.’

Lerend experimenteren

‘Mijn ambitie: een start-up aan de rand van de organisatie die steeds nieuwe concepten test in experimenten en ze daarna schaalbaar maakt. Zelf vind ik dat ik daaraan nog te weinig tijd en aandacht besteed. Ik vertel natuurlijk wel over de projecten in gesprekken, maar echt de discussie aangaan en confronteren doe ik nog weinig. Eerlijk gezegd vind ik dat ook spannend om te doen. Ik kan een discussie met iemand die al twintig jaar in het vak zit en met inhoudelijke argumenten komt, maar moeilijk winnen. Als pionier begin ik nu wat beter te begrijpen hoe al die mechanismen werken, maar ook hoe een andere begroting zou kunnen werken of wat er voor nodig is om een coöperatie als WijBedrijf beter te laten functioneren. Ik heb geen algemeen ‘bewezen’ antwoorden, ik werk vooral vanuit een grotere visie en behaal stukje bij beetje resultaten. Ik ben lerend aan het experimenteren.’

Oproep tot ambassadeurschap

‘Ik vraag me overigens af of ik door de discussie aan te gaan de verandering wel voor elkaar kan krijgen. Is het niet effectiever om vanuit de periferie, vanuit die plekken waar de energie zit, de organisatieverandering voor elkaar te krijgen? Soms ga ik inmiddels de discussie bewust uit de weg. Dan neem ik wat afstand. Tegelijkertijd begrijp ik de oproep om meer te verduidelijken, om ook intern meer samen te werken en als ambassadeur op te treden. Het voelt als de volgende stap in mijn ontwikkeling. Ik ben niet zo snel trots, maar als ik iets moet noemen, dan is het toch wel dat we boven het maaiveld zijn gekomen. Dat er enthousiasme is ontstaan voor de dingen die we doen. Dat is het resultaat van de manier waarop we werken. En ik ben trots dat we hebben volgehouden, ondanks dat het een zoektocht is voor onszelf en de mensen om ons heen. Want moet je nagaan: we zitten nog maar in de startfase!’

*In de publicatie ‘Pionieren naar Nieuw Organiseren’ van Broosz staan verander- en praktijkverhalen van de pioniers uit de Community of Practice Nieuw Organiseren centraal. Het verhaal van Christian Voortman is daar ook te vinden. Op 23 juni starten we met een nieuwe groep pioniers. Interesse om mee te doen? Klik dan hier voor meer informatie of om je aan te melden. Nieuwsgierig naar andere verander- en praktijkverhalen van Nieuw Organiseren pioniers uit verschillende sectoren? Bestel dan nu hier ‘Pionieren naar Nieuw Organiseren’, ook als e-book verkrijgbaar.

‘Zelfsturing, Leren, Ontmoeten en het Sociale Intranet’

Interview met Evelyn Visschedijk & Henrieke van Diermen – Spirit Jeugd & Opvoedhulp*

Spirit Jeugd & Opvoedhulp is een innovatieve organisatie en koploper op het gebied van Nieuw Organiseren. Spirit is er voor jongens en meisjes van 0 tot 23 jaar die problemen hebben bij het veilig en gezond opgroeien. In dit interview komen Spirit-medewerkers Evelyn Visschedijk (community coach) en Henrieke van Diermen (senior adviseur) aan het woord. Een gesprek over zelfsturing, het gebruik van het sociaal intranet, samenwerken vanuit talenten en de rol en waarde van de Community of Practice.

Sociaal intranet en zelfsturing 

‘Zelfsturing en de ontwikkeling van het sociaal intranet past binnen deze organisatie,’ aldus Evelyn. ‘De ontwikkeling van het sociaal intranet ondersteunt het samenwerken binnen Spirit. Je kunt het sociaal intranet het beste vergelijken met Wikipedia,’ legt Evelyn uit. ‘We zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de inhoud en iedereen binnen onze organisatie mag en kan inhoud plaatsen. We communiceren met elkaar vanuit zelfsturing en niet vanuit de hiërarchie’. ‘Ideeën voor dit sociaal intranet zijn ontstaan toen ik als jeugdmaatschappelijk werker op een school werkte en de behoefte had om in contact te blijven met mijn collega’s en kennis te delen. Ik wist dat heel veel kennis in hoofden van collega’s zat en in mappen op computers stond. Het leek me heel krachtig die kennis, maar ook de collega’s, met elkaar te verbinden. Of eigenlijk: het mogelijk te maken dat mensen zelf deze verbindingen gaan leggen. Ik heb toen een eerste versie van het sociale intranet ontwikkeld. Uiteindelijk is Spirit overgestapt naar een volwaardig sociaal intranet.

Het interessante vind ik dat het niet primair gaat om de implementatie van een tool. De inbedding hangt nauw samen met onze visie op hulpverlening en de daarbij gekozen besturingsfilosofie van zelfsturing. Het is een vorm van sociale innovatie. Mensen moeten bijvoorbeeld wennen dat we gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor ons intranet. ‘De stap naar zelfsturing is een fundamentele verandering,’ vult Henrieke aan. ‘Door de ruimte die je als professional krijgt, ben je ook steeds meer als persoon verantwoordelijk voor wat je doet. Dat vraagt een sociaal klimaat waarin mensen vanuit vertrouwen kunnen leren, om anders te denken en te doen. En dat kun je alleen creëren met elkaar, door elkaar te gunnen dat je mag leren. Stap voor stap werken we hieraan. Vaak gaat het goed en krijgen mensen steeds meer vertrouwen en energie. Tegelijkertijd denk ik ook vaak: ‘Dit is zo fundamenteel, het duurt gewoon nog een hele generatie voordat we het voor elkaar hebben’. Wat in dit proces helpt, is om het te zien als een leerproces. Het is niet erg als het niet meteen goed is. Als er iets misgaat, is het tegelijkertijd ook een moment om van te leren, om bij te sturen en andere keuzes te maken. Ook voor Henrieke van Diermen is Spirit continu in verandering. ‘Belangrijk hierbij is dat we samenwerken vanuit de netwerkgedachte, onder andere vanuit talenten, zelf beslissingen nemen en jezelf uitspreken over wat je vindt en daarover de dialoog aangaan.’

Communicatieve Zelfsturing 

De filosoof Arnold Cornelis (1988) introduceerde het begrip communicatieve zelfsturing. De werking daarvan wordt zichtbaar in hoe Spirit continu op zoek is om leerprocessen vorm te geven, mede ondersteund door een digitaal platform. De zelfsturende mens is in continue afstemming binnen een communicatief veld van andere zelfsturende mensen. In dat veld wordt steeds informatie uitgewisseld en wordt terugkoppeling georganiseerd. 

En dat gebeurt steeds in het licht van de waarden die men voor ogen heeft, zoals goede zorg, goed bankieren, een vitale stad. 

De zelfsturende mens brengt betekenisinhoud en vakkennis mee in dat proces, maar voegt ook nieuwe betekenissen toe. En zo ontstaat een continu proces van zelfsturing, communicatie, kennisdeling en terugkoppeling. Door dit proces kunnen steeds in het hier en nu keuzes worden gemaakt in het licht van die waarden en afgestemd op de specifieke context (Lit, 2012). 

Controle wordt zo vervangen door afstemming en aanpassing van gedrag door middel van leerprocessen. De afstemmings- en leerprocessen tussen zelfsturende mensen worden een noodzakelijke voorwaarde voor het tot stand komen van deze derde stabiliteitslaag van de cultuur zoals Cornelis deze fase van communicatieve zelfsturing noemt. 

In deze fase bepaalt een regelsysteem niet langer wat kwaliteit is, de belangrijkste toets ligt bij alle betrokken participanten, de leden van de werkgemeenschap die bepalen of er werkelijk iets wordt opgelost of mogelijk wordt gemaakt. Leerprocessen en onderlinge verantwoordingsprocessen tussen zelfsturende vakmensen krijgen daarmee een cruciale rol binnen communicatieve zelfsturing. Daar zijn ontmoetingen en dialogen voor nodig voor. Dat kan fysiek, maar ook digitaal, zoals binnen het platform van Spirit. 

Community of Practice: Elkaar ontmoeten en inspireren 

‘De Community of Practice Nieuw Organiseren helpt in ons veranderproces,’ vertelt Henrieke. ‘Tijdens de bijeenkomsten nemen we de tijd om fundamentele zaken te bespreken en te overdenken, met mensen uit andere organisaties die eveneens met Nieuw Organiseren bezig zijn. Het is voor mij als een spiegel die ik voorgehouden krijg, het zet me weer op scherp. Door buiten de werkcontext te reflecteren op zaken, zie ik weer wat we hebben gedaan en waar we ongeveer staan. Door de andere deelnemers te bevragen op hoe zij zaken aanpakken, leer ik veel. En als de verbinding eenmaal is gelegd, zoek je elkaar makkelijk op om verder te delen. Vivium Zorggroep, een andere deelnemer aan de CoP, is bijvoorbeeld bij ons op bezoek geweest en we weten elkaar via social media snel te vinden. Dat maakt het nu laagdrempelig om ervaringen uit te wisselen.’

‘Wat ik heel krachtig vind,’ vult Evelyn aan, ‘is dat de CoP cross-sectoraal is, met verschillende organisatie uit verschillende sectoren’. Ik heb daardoor aannames getoetst en aangepast. Ik dacht bijvoorbeeld dat financiële instellingen zich niet om de klant bekommerden, maar dat blijkt helemaal niet waar te zijn. Ik vind het fijn mijn aannames continu te kunnen toetsen. Daarbij komt steeds de vraag weer boven: waarom doen we het zoals we het nu doen? ‘Het grappige is ook dat ik in het begin bij verhalen van bijvoorbeeld de ING dacht: waar hebben jullie het over? Omgekeerd hebben zij dat vast ook over de zorg gedacht, maar achter de woorden zitten vaak dezelfde intenties en verlangens. Het gaat ook niet alleen over de organisaties, het gaat met name over jou: Wat betekent Nieuw Organiseren voor jou en tegen welke grenzen loop je zelf aan als je een koploper bent? Ik heb me vaak verwonderd en verbaasd door wat ik hoorde. Ook ben ik soms geraakt door de openheid en kwetsbaarheid van de deelnemers.’

‘Tijdens het voorstellen in de eerste bijeenkomst vertelden een aantal pioniersdat ze af en toe binnen de organisatie dachten: ‘ben ik nu gek?’, aldus Henrieke. ‘Het feit dat we dit soort gedachten kunnen delen met mensen van buiten onze organisatie is steunend; ‘ik ben niet de enige die denkt of vindt dat het anders kan’. Ondanks de verschillen in organisatie, functie en woordgebruik ervaren we door de CoP een verbinding op de visie van Nieuw Organiseren. Het mooie is dat we, door leerontmoetingen dwars door sectoren heen, ook zien dat de beweging groter is. Meer organisaties en mensen zijn bezig met de beweging naar Nieuw Organiseren waarbij we natuurlijker organiseren en teruggaan naar de basis van wat er echt toe doet. Dat met elkaar delen geeft veel vertrouwen in de weg die we bewandelen.’

*In de publicatie ‘Pionieren naar Nieuw Organiseren’ van Broosz staan verander- en praktijkverhalen van de pioniers uit de Community of Practice Nieuw Organiseren centraal. Het verhaal van Spirit is daar ook te vinden. Op 23 juni starten we met een nieuwe groep pioniers. Interesse om mee te doen? Klik dan hier voor meer informatie of om je aan te melden. Nieuwsgierig naar andere verander- en praktijkverhalen van Nieuw Organiseren pioniers uit verschillende sectoren? Bestel dan nu hier ‘Pionieren naar Nieuw Organiseren’ en via deze link is de e-book versie te bestellen.

Leerconferentie Jong in de Buurt 30 juni 2016!

‘De transformatie van het sociaal domein vraagt om nieuwe manieren van organiseren, leren, veranderen én verantwoorden.’

Op 30 juni 2016 van 09.30 tot 17.00 uur organiseert Broosz samen met de Associatie voor Jeugd en de Stichting Innovatie Jeugd de Leerconferentie Jong in de Buurt* in Akoesticum, Ede. Wij delen dan graag inzichten met u, verkregen uit het onderzoek Jong in de Buurt. In deze interactieve Leerconferentie staan kennisdeling en co-creatie centraal. We gaan in gesprek en op zoek naar de transformatie agenda voor de komende periode. Graag nodigen we uit: wethouders, bestuurders én professionals uit het jeugddomein. Schrijf je nu hier in!!

Transformatiedialoog

In drie gemeenten en regio’s, Diemen, Walcheren en Maasland-Uden-Veghel, is de Transformatiedialoog de basis geweest voor het onderzoek Jong in de Buurt. De Transformatiedialoog is een onderzoekende benadering om in dialoog met de werkgemeenschap rondom de zorg voor jeugd op zoek te gaan naar nieuwe manieren van leren, veranderen en verantwoorden op basis van praktijkervaringen.

Klik hier voor het filmpje waarin de Transformatiedialoog uitgelegd wordt.

Resultaten en ervaringen centraal

Op 30 juni zullen de resultaten en ervaringen uit het onderzoek Jong in de Buurt centraal staan:

– Onderzoeksresultaten Jong in De Buurt: In welke mate lukt het om de transformatie te realiseren?
– Anders Organiseren, Leren en Verantwoorden? Drie Gemeenten (Diemen, Walcheren en Maasland/Uden/Veghel), drie Werkgemeenschappen, drie ervaringen met de Transformatiedialoog.
– Wat zijn cruciale onderwerpen voor de volgende fase van de transformatie?

De Werkgemeenschap aan het woord

Betrokken wethouders, René Peters (Oss), Albert Vader (Vlissingen) en Ruud Grondel (Diemen), samen met professionals uit de werkgemeenschappen voor de jeugd uit hun gemeenten, geven een beeld van de inzichten die zij opdeden met de Transformatiedialoog in hun gemeenten. Hoe ver zijn we met de transformatie? Wat betekent dat voor de volgende fase? Voor hoe we leren, veranderen én verantwoorden binnen de zorg voor de jeugd? En voor alle betrokken spelers in het complexe veld?
Deze inzichten geven aanleiding voor dialoog en vragen om nieuwe initiatieven. Daarvoor is op 30 juni alle ruimte. Daarbij wordt op veel meer plekken gezocht om de Jong in de Buurt transformatie ambitie vorm te geven.

Programma

09:30 Ontvangst met koffie en thee

10:00 – 12:30 Transformatie in Zicht?

Bevindingen Jong in de Buurt & Transformatiedialogen door Jan Smit , facilitator en onderzoeker. In co productie met wethouders en professionals uit Oss (eo), Diemen en Walcheren én bestuurders betrokken bij Jong in de Buurt.

Nieuwe tijden, Anders Organiseren? Transformatie Jeugdzorg in perspectief. Jaap Peters, spreker, auteur en organisatie adviseur, reageert op de inzichten en uitdagingen en plaatst ze in een breder perspectief.

12:30 – 13:15 Lunch

13:15 – 16:00 Transformatie Café!

Wethouders, bestuurders, beleidsmakers, professionals in dialoog over brandende transformatie vragen. Komen we op basis van de inzichten uit dit onderzoek tot andere punten voor de transformatieagenda voor de komende tijd?

16:00 – 17:00 Transformatie in zicht?

Wat zijn de grondtonen van de dag? Waar zit de muziek? En hoe orchestreren we de ondertonen? Transformatie agenda & Transformatie initiatieven.

Borrel.

Praktisch

Locatie: Akoesticum, Nieuwe Kazernelaan 2 – D 42 6711JC EDE

Bereikbaarheid: Akoesticum ligt aan het Station van Ede-Wageningen en is dus goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Via deze link is er ook een routebeschrijving beschikbaar.

Parkeren: Akoesticum ligt in de uiterste hoek van het kazerneterrein: volg de weg en de (bruine en witte) borden Akoesticum/Frisokazerne naar de ruime parkeerplaats aan de achterkant van het gebouw. De ingang bevindt zich aan de voorzijde.

Tijd : 10:00 – 17:00 (09:30 ontvangst)

De Leerconferentie Jong in de Buurt wordt georganiseerd door de Associatie voor Jeugd samen met de Stichting Innovatie Jeugdzorg en Broosz, als afsluiting van een tweejarig ontwikkelings- en onderzoekstraject onder leiding van Jan Smit (Broosz). Bernard van Leer Foundation heeft het project financieel mogelijk gemaakt.