‘Take it on and make it happen’: Duurzaam Organiseren binnen de ING

Interview met Irene van der Laan, Hans Triep, Lukas Knusel & Eline Koelewijn – ING *

ING heeft inmiddels een eigen Community of Practice Duurzaam Organiseren opgezet waarin pioniers binnen deze organisatie hun organiseervormen onder de loep nemen en kennis en ervaring rondom Nieuw Organiseren delen. ING’er Irene van der Laan is begeleider van deze CoP binnen ING. Voor dit gesprek nodigde zij haar collega’s Hans Triep, Lukas Knusel & Eline Koelewijn van ING Procurement (eenvoudig gezegd: inkoop) uit voor een gesprek rondom de vraag hoe de slag te maken naar Nieuw Organiseren binnen een grote organisatie.

De grondwet van verandering 

Irene van der Laan heeft haar functienaam gewijzigd in Pionier Duurzaam Organiseren: ‘Twee jaar geleden ben ik gevraagd de taskforce Nieuw Organiseren binnen de ING te begeleiden. Het meest waardevolle inzicht dat ik meeneem uit het delen van ervaringen met professionals uit andere organisaties is voor mij dat proces en inhoud onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De grondwet van veranderen wordt het ook wel genoemd; de wijze waarop de verandering gestalte krijgt, moet de nieuwe situatie al in zich hebben. Als je wilt dat de vakmensen in de nieuwe situatie meer zeggenschap krijgen over hoe het werk uit te voeren, dan moet je hen ook zeggenschap geven over het proces daarnaar toe. Congruentie is voor mij dan ook het toverwoord.’

‘De kern van Duurzaam Organiseren is voor mij: organiseren rondom de bedoeling van de organisatie. Zorg dat medewerkers en teams meer autonomie krijgen, zodat zij snel kunnen inspelen op veranderingen. Natuurlijk dient het één en ander binnen een kader te gebeuren, anders gaat ieder een eigen kant op. Gebruik daarbij de talenten van de mensen in je organisatie. Het is toch eigenlijk gek dat je je talent vaak voor maar één afdeling en functie inzet? ING is een grote organisatie en er gaat veel tijd verloren doordat mensen bezig zijn met interne processen. De vraag is of dat past bij de bedoeling. Tegelijkertijd zie ik dat er ruimte is voor de vele initiatieven binnen ING die de bedoeling van de bank voor ogen hebben. Deze ruimte komt voort uit de Think Forward strategie die vorig jaar is geïntroduceerd. In deze nieuwe strategie is er meer aandacht voor de Agile manier van werken met minder hiërarchie en hogere mate van autonomie voor de medewerker. Daar ben ik blij om. Ik ben graag pionier, juist om dit soort initiatieven en mensen aan elkaar te verbinden. Het gaat erom dat mensen elkaar kunnen inspireren en van elkaar kunnen leren. Ik ben nu twee jaar als pionier binnen ING bezig en geloof echt dat we kunnen bewegen naar Duurzaam Organiseren. Nu, na twee jaar, begint het oogsten en komt het aantal initiatieven in een stroom- versnelling. Een van de gave voorbeelden is de wijze waarop binnen Procurement het veranderproces gezamenlijk is vormgegeven.’

Van houtskoolschets naar de operationele praktijk 

‘We werkten al enige tijd aan het platter maken van de organisatie,’ vertelt Hans Triep, Chief Procurement Officer ING. ‘De doorslag kwam toen we begin dit jaar een bezoek brachten aan Finext. Daar werken professionals samen zonder management of directie. ‘Geïnspireerd door hun verhalen heb ik samen met Lukas (red: Lukas Knusel, Manager Procurement) de schetsen op papier gezet van de toekomst van ons organisatieonderdeel. We zagen een afdeling waarin medewerkers middels zelfsturende teams veel meer inspraak en verantwoordelijkheden hebben over hoe het werk te doen.

De schetsen hebben we gedeeld met de tachtig professionals die hier werken. We vroegen hen of ze achter de kern van onze houtskoolschetsen konden staan en of ze wilden meewerken aan het verder doordenken van de ideeën tot aan het operationeel niveau. Het enthousiasme overtrof onze verwachtingen: zestig procent van de medewerkers heeft – deels in hun vrije tijd – in vier verschillende werkgroepen gewerkt aan het uitwerken van de organisatievorm waarin we nu werken.’

‘Het concept was glashelder. We konden ons er gemakkelijk in vinden,’ vertelt Eline (red: Eline Koelewijn, Sourcing Manager), ‘dus we zijn gewoon gestart’. Letterlijk ‘gewoon’: we zijn als werkgroep om tafel gaan zitten en hebben ons onderdeel verder uitgewerkt door discussie en overleg. We hebben zoveel kennis en ervaringen die helpen bij het ontwikkelen van de nieuwe organisatie. Iedereen was enthousiast om mee te werken aan de toekomst van de eigen organisatie. Wat daarnaast hielp was dat er zich een groepje opwierp dat zich ten doel stelde om – constructief doch kritisch – vragen te blijven stellen. Ook bood dit groepje een platform waardoor de verschillende werkgroepen onderling hun uitdagingen konden afstemmen. Zo bleef in beeld welke voortgang we gezamenlijk boekten.’

Eline vervolgt: ‘Sinds kort werken we volledig in de nieuwe situatie. We bepalen zelf wie welk werk doet, waar we werken en hoe we dat doen. We werken veel meer als een team en regelen zelf vervanging indien nodig. We vragen hulp en helpen elkaar sneller dan voorheen. Er is meer saamhorigheidsgevoel. Dat is voor mij de grootste verandering geweest. In de toekomst worden we ook verantwoordelijk voor de planning en ons budget.’

‘De behoefte aan meer inspraak en zeggenschap door onze professionals was er altijd al. In het verleden hebben we echter onze afdeling gemoduleerd naar hoe de gehele organisatie werkt. Daardoor kregen we niet het organisatiemodel waar we naar zochten. Juist door de kennis en ervaring van de professionals in te zetten in het ontwikkelproces hebben we nu een organisatiemodel dat past bij onze ambitie van een platte en wendbare organisatie,’ vult Hans aan.

Het grootste compliment voor dit model is het vervallen van mijn functie 

‘Naast het enthousiasme en de eerste successen zijn er natuurlijk ook uitdagingen,’ vertelt Lukas. ‘Tot nu toe verloopt alles goed, maar we kunnen ons voorstellen dat een incident of tegenvallende cijfers ertoe leiden dat we als management geneigd zijn om vanuit de hiërarchie in te grijpen. We beseffen ons echter dat het belangrijk is om dit dan niet te doen en de teams de gelegenheid te geven met oplossingen te komen. Dat zal voor ons, op die momenten, echt wel even wennen zijn. Een ander belangrijk item is de beoordeling. In een volwaardig zelfsturend team wordt de beoordelingscyclus (planning, control en beoordeling) binnen het team uitgevoerd zonder tussenkomst van een hiërarchisch hogergeplaatste manager. We zijn echter van mening dat het belangrijk is om het beoordelen niet te vroeg in het proces naar zelfsturing in te brengen in de teams. Elkaar beoordelen vraagt om een hoge mate van transparantie en veiligheid. Ook vraagt het wat van de competenties van de medewerkers. Hier moeten we nog verdere stappen maken en daarom hebben we ervoor gekozen de beoordeling in deze eerste periode nog vanuit de lijn uit te voeren. We zoeken nog met elkaar naar een juiste methode om ook het proces binnen de teams hierin zoveel mogelijk mee te nemen. ‘Een andere uitdaging,’ stelt Hans, ‘is het verbinden van onze manier van organiseren met die van de rest van de organisatie. De bestaande werkwijze, processen en procedures sluiten daar niet altijd op aan.

Ik zie het als mijn taak om dit te stroomlijnen voor de afdeling.’ Lukas geeft aan dat naarmate de teams meer zelf sturing geven, zijn managementrol steeds minder toegevoegde waarde heeft: ‘Ik zie het overbodig worden van mijn rol als manager als het grootste compliment voor het welslagen van het model.’

Stap voor stap 

‘Prachtig hè, de wijze waarop Procurement-medewerkers met elkaar inhoud hebben gegeven aan de grondwet van de verandering,’ zegt Irene. ‘En ook mooi wat Eline stelt: you take it on, and make it happen. Dit is een voorbeeld van hoe ik binnen ING met Duurzaam Organiseren ben gaan werken, op plekken waar momentum is, waar mensen enthousiast zijn. Een andere tip voor pioniers op het gebied van Nieuw Organiseren in grote organisaties: begin op kleine schaal, laat mensen ervaren wat het doet en maak daarmee zichtbaar wat het oplevert. Daarna kan de inspiratie zich stap voor stap verspreiden en vergroten. Ook is het belangrijk te beseffen en aan te geven dat er – na het eerste enthousiasme – een moment zal komen waarop er een dip zal ontstaan. Dat gebeurt in elk veranderproces; ook bij Duurzaam Organiseren. Het is heel belangrijk om op dat moment te beseffen dat dit bij het proces hoort.
Blijf dan consequent in de aanpak en val niet terug op hiërarchisch management. Wat daarnaast belangrijk is, is commitment van hoger management. Daar kun je voor zorgen door de toegevoegde waarde te laten zien. Je moet ook buiten je eigen comfortzone durven stappen. Beperk jezelf niet tot je bestaande functie, maar kijk breder naar wat jij met jouw talenten kunt betekenen. Creëer hiervoor een bedding. Wat is je toegevoegde waarde? Kijk alsjeblieft niet naar waar de beperkingen liggen, kijk verder. Het vraagt om moed en lef te hebben. Ik heb een visie en zet een stap in die richting. Door netwerken en enthousiasme kom ik steeds weer een stap verder.

Mijn volgende stap is de verdere ontwikkeling van de Community of Practice Duurzaam Organiseren ING. In deze CoP delen pioniers binnen de ING kennis en ervaringen met elkaar en helpen zij nieuwe vormen van organiseren vanuit de bedoeling te realiseren. Alle dertig pioniers gaven aan meerwaarde te zien in meedoen aan de CoP, dus we gaan verder!’

*In de publicatie ‘Pionieren naar Nieuw Organiseren’ van Broosz staan verander- en praktijkverhalen van de pioniers uit de Community of Practice Nieuw Organiseren centraal. Het verhaal over Duurzaam Organiseren van de ING is daar ook te vinden. Op 23 juni starten we met een nieuwe groep pioniers. Interesse om mee te doen? Klik dan hier voor meer informatie of om je aan te melden. Nieuwsgierig naar andere verander- en praktijkverhalen van Nieuw Organiseren pioniers uit verschillende sectoren? Bestel dan nu hier ‘Pionieren naar Nieuw Organiseren’.

‘Het team is verantwoordelijk voor kwaliteit, klanttevredenheid, samenwerking en resultaat’

Interview met Mariëtte Keijser – Vivium Zorggroep*

Zelfsturende zorgteams vormen bij Vivium Zorggroep steeds vaker de kern van de organisatie. Daarbij zijn teammanagers en functioneringsgesprekken afgeschaft. Daarnaast is de staf gedecentraliseerd en deze ondersteunt nu rechtstreeks de teams. Wat motiveerde Mariëtte Keijser, bestuurder bij Vivium Zorggroep om deze stappen te zetten? Welk pad is er gelopen en waar staat de organisatie nu?

Bezuinigingen en verandering in wet- en regelgeving 

Toen Mariëtte Keijser drie jaar geleden aantrad als bestuurder bij Vivium Zorggroep was het duidelijk dat er veel ging veranderen in de zorg. Er kwamen forse bezuinigingen aan en de wetgeving veranderde ingrijpend. Het kon niet anders of de organisatie zou met deze veranderingen moeten meebewegen. Uitgangspunt voor de nieuwe strategie was de klant. Dit zijn de vragen die Mariëtte Keijser stelde, toen zij aantrad als bestuurder bij Vivium Zorggroep: wat heeft de klant nu en de komende vijf tot tien jaar nodig, wat wordt er van ons gevraagd? En wie houden zich het meest met deze klant bezig? ‘Want dat is het primaire proces: kwaliteit ontstaat in de contacten tussen klant en medewerker,’ vertelt Keijser. ‘Bij ons gebeurt dat in de zorgteams. Als je die centraal stelt, ga je anders prioriteren. Toen we na de strategiebepaling gingen nadenken over nieuwe structuren, hebben we dit steeds als uitgangspunt genomen. Bij elke stap die we nemen gaan we naar dat uitgangspunt terug. De zorgteams zijn de kern van onze organisatie; niet de lijn of de staf. Die moeten juist ondersteunend zijn om hen het werk te laten doen.’

Afstand nemen van staande lijn-staforganisatie 

Dat uitgangspunt klinkt logisch, maar in de meeste organisaties is dat niet hoe het in de dagelijkse praktijk werkt. Ook binnen de bestaande organisatie van Vivium was het de lijn-staforganisatie die het voor het zeggen had. ‘Zij bepaalden de koers. De medewerkers kregen daarop steeds weer nieuwe richtlijnen, protocollen en administratieve processen over zich heen, zonder dat de vraag werd gesteld of deze systemen hen wel gingen helpen om goed voor de cliënt te zorgen. Als je dat uitgangspunt in het vizier houdt, ga je de organisatie anders inrichten,’ aldus Mariëtte Keijser. In de zorg krijg je steeds meer vraag naar maatwerk. Je hebt te maken met een cliënt die thuiszorg, verpleging en vervoer nodig heeft, een oudere die thuiszorg nodig heeft of die een woning wil huren in een zorgcentrum. Je hebt een bewoner die zover in een dementieproces zit dat hij een beschermde woonomgeving en intensieve verpleging nodig heeft. Of je ondersteunt en verpleegt een autistische jongere die ondanks zijn psychiatrische ziektebeeld kwaliteit van leven wil opbouwen. Medewerkers moeten op al die individuele vragen flexibel kunnen inspelen, zonder steeds naar het management terug te moeten gaan om toestemming te vragen of besluiten te kunnen nemen.

Zelfsturende zorgteams 

‘We zijn een nieuwe vorm van organiseren gaan vormgeven, met het doel om de professional de ruimte te geven. We zijn van een regionale organisatie overgegaan naar een focus op klantgroepen. Daarbinnen zijn zelfsturende zorgteams opgericht. Zelfsturing is van belang om genoeg regelruimte te hebben om alles zo goed mogelijk voor de klant te kunnen regelen,’ vertelt Mariëtte Keijser vol overtuiging. In de nieuwe situatie wordt niet meer gewerkt met teammanagers. Wel kunnen teams bij vragen en problemen een beroep doen op een coach. ‘We zijn hier tweeëneenhalf jaar geleden bij de thuiszorg mee begonnen. Zij werkten al heel zelfstandig en op afstand; de stap was daardoor minder groot. We hebben bij Buurtzorg gezien dat het kan.’

Zelfsturing is niet kaderloos 

Duidelijk was dat de bestaande teams te groot waren voor zelfsturing; de teams moesten in drieën geknipt worden. Een team van tien tot twaalf mensen kan zelfsturend zijn, daarboven wordt het te groot. De medewerkers hebben zelf voor hun team gekozen. Bij de teamsamenstelling is gekeken naar de minimale kwalitatieve bezetting. Ook zijn de rollen binnen het team verdeeld, parallel met taken, zoals roosteren, financiën bijhouden, kwaliteit en veiligheid. Medewerkers hebben tijd nodig om te kunnen oefenen in hun nieuwe rol. Vooral bij technische rollen luistert het nauw. Daar is specifieke kennis voor nodig. ‘Tenslotte kwam het moeilijkste deel; zorgen dat er in de teams een goede samenwerking ontstaat.’ Daarin heeft de coach een belangrijke ondersteunende rol. Die helpt om de samenwerking goed op gang te brengen. Hoe ga je bijvoorbeeld om met iemand die nooit op zondag wil werken, terwijl ook anderen op zondag graag vrij zijn? Het samenwerken is voor teams in het begin heel heftig, maar als dat eenmaal goed loopt, loopt het op de andere gebieden ook goed,’ is de mening van Mariëtte Keijser.

Functioneringsgesprekken zijn afgeschaft 

Het team is verantwoordelijk voor kwaliteit, klanttevredenheid, samenwerking en resultaat. Op deze gebieden regelen zij nu alles zelf. Er is wel altijd nog een directeur eindverantwoordelijk, die de uitkomsten met het team bespreekt. De laag van teamleiders is opgeheven. ‘Wij hebben deze teamleiders niet allemaal kunnen herplaatsen, maar wel kansen geboden om coach te worden.’ De meeste coaches zijn dus oud-managers; zij hebben een opleiding gevolgd tot coach. ‘Het is een hele andere rol, je moet loslaten en vertrouwen hebben en vooral niet proberen binnen de teams te sturen. Een vraag die ik vaak uit andere organisaties krijg is: wie doet de functioneringsgesprekken? Het antwoord: die hebben we afgeschaft! Functioneringsgesprekken zijn hét middel voor managers om individueel te kunnen sturen: het is de basis voor feedback geven, bijsturen, loopbaangesprekken, bevordering, voor alles. Nu is primair het team verantwoordelijk. Binnen het team wordt gesproken over kwaliteit van zorg en spreken medewerkers elkaar aan. Als een medewerker niet functioneert, dan wordt de directeur betrokken.

Alle schroeven los 

Ten tijde van dit interview is alles binnen Vivium Zorggroep in beweging. ‘Alle schroeven zijn losgedraaid, dat is het spannende.’ De teams en de zorgprofessionals hebben een andere rol, de coaches hebben een nieuwe rol en ook de ondersteunende diensten zitten midden in de verandering. De ondersteunende diensten zijn gedecentraliseerd en ondersteunen nu de zorgteams. Op dit moment worden alle zorginformatiesystemen doorgelicht en vervangen. ‘Veel systemen zijn ontworpen om de ondersteunende dienst van informatie te voorzien. De vraag of ze ook handig werken voor de werkvloer werd niet gesteld. Nu is dat het uitgangspunt: het moet eenvoudiger en toegankelijker.’ Het gaat dan om allerlei ICT-systemen, zoals urenadministratie, het Elektronisch Cliënten Dossier, het boostersysteem en e-HRM systemen. ‘We willen zo min mogelijk administratieve druk voor de zorgprofessional. Door nieuwe techniek kán dat nu ook. Met één druk op de knop bij aankomst en vertrek moet het voor de thuiszorgmedewerker mogelijk zijn het systeem uit te laten rekenen hoeveel uur er gewerkt is, wat reistijd en reisafstanden waren en vervolgens rechtstreeks een rekening voor geleverde zorg te versturen.’

Eigen tempo 

‘Het veranderingsproces is uiteindelijk een individueel proces. Iedereen heeft daarin zijn eigen weg te gaan, wordt vroeg of laat met zichzelf geconfronteerd. Het is niet erg dat mensen daar een ander tempo in hebben, we hoeven niet allemaal meteen de neuzen dezelfde kant op te hebben en niet alles hoeft meteen succesvol te zijn,’ aldus Keijser. Er is dan ook veel aandacht voor dit individuele proces, zowel van de directeuren als van de coaches. Er is er bewust voor gekozen om geen externe adviseurs in huis te halen. ‘We doen het met een team, er is geen spoorboekje. Steeds moet je opnieuw in de spiegel kijken: wat gebeurt er, wat is er nodig om het een stapje verder te brengen?’ De ingezette verandering is dan ook nog lang niet klaar. ‘We kunnen nog zoveel beter het gesprek met elkaar aangaan, niet zelf de hele aanpak al bedenken, maar in dialoog met de betrokken medewerkers bespreken hoe we nieuwe doelen kunnen bereiken. Dat is belangrijk om ook op het diepste niveau verandering te bewerkstelligen in de organisatie,’ besluit Mariëtte Keijser haar verhaal.

 

*In de publicatie ‘Pionieren naar Nieuw Organiseren’ van Broosz staan verander- en praktijkverhalen van de pioniers uit de Community of Practice Nieuw Organiseren centraal. Het verhaal van Mariëtte Keijser, bestuurder bij Vivium Zorggroep, is daar ook in te vinden. Op 23 juni starten we met een nieuwe groep pioniers. Interesse om mee te doen? Klik dan hier voor meer informatie of om je aan te melden. Nieuwsgierig naar andere verander- en praktijkverhalen van Nieuw Organiseren pioniers uit verschillende sectoren? Vanaf volgende week is het boekje ook verkrijgbaar via bol.com en managementboek.nl.

‘We kunnen niet meer al het nieuwe in het oude proppen’

Het afgelopen half jaar hebben vier HRM-studenten van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) gewerkt aan een adviesrapportage in opdracht van Broosz in samenwerking met Jaap van der Meij. Dit omdat Broosz benieuwd is hoe mensen, binnen de organisaties die willen gaan werken met Nieuw Rijnlands Organiseren, deze kanteling ervaren. En wat dat vervolgens betekent voor de dienstverlening van Broosz.

De studenten interviewden professionals, bestuurders en teamcoaches uit verschillende organisaties uit de langdurige zorg. Doel was op zoek te gaan naar de succesfactoren en valkuilen in de kanteling van Oud naar Nieuw (Rijnlands) Organiseren binnen deze organisaties.

Citaten uit de interviews

In een afrondende presentatie aan het Broosz-team, Jaap van der Meij en een aantal betrokkenen gaven de studenten een toelichting bij hun bevindingen aan de hand van een aantal citaten uit de verschillende interviews:

“De client is nou eenmaal het hart van de zorg en daar omheen bouw en werk je”

“We kunnen niet al het nieuwe in het oude proppen”

“Als bestuurder moet je echt laten zien dat je vertrouwen hebt in de professional”

De citaten zijn ook terug te lezen in hun Prezi presentatie. Klik hier. In deze citaten zitten al een deel van het advies vervat.

Adviespunten

1. Anders denken, anders doen!

Als een organisatie de kanteling maakt naar Nieuw Organiseren is het van belang dat iedereen goed op de hoogte is van het gedachtegoed. Op die manier kan iemand de ‘theorie’ tot zich nemen, maar er vervolgens ook mee over weg in de praktijk en een vertaling maken. Het organiseren van bijeenkomsten binnen de organisatie waar ruimte is voor de dialoog is een goed middel om dat te bereiken.

2. Betrek de ondersteunende diensten bij het proces.

De kanteling naar Nieuw Organiseren moet niet alleen plaatsvinden bij de professionals en managers die betrokken zijn bij het primaire proces, maar ook bij de ondersteunde diensten. Bij de ondersteunende diensten gaat het om een cultuuromslag van: planning en control naar dienstverlenend en servicegericht richting zelfsturende teams. Om dit te bewerkstelligen is het belangrijk dat iedereen als gelijke wordt beschouwd in het transformatieproces. De professionals op de vloer moeten dezelfde informatie krijgen al de ondersteunende diensten.

3. Controle vanuit de top verminderen

In de kanteling naar Nieuw Organiseren is het gedrag van bestuurders van groot belang. Als bestuur moet je het vertrouwen hebben dat professionals volwassen mensen zijn, die genoeg vakinhoudelijke kennis om de taken op correcte wijze uit te voeren.Doen bestuurders dat niet dan blijft men hangen in het oude Angelsaksische model. Als team wordt men zelfsturend en daarbij hoort geen bestuurder die blijft meesturen op inhoud.

4. Organiseren van werkconferenties

Het wordt door professionals als zeer positief ervaren om binnen de organisatie Mini Events te organiseren om ervaringen te delen en elkaar tips te kunnen geven over praktijkkennis.

5. Zorg voor duidelijke uitleg en teamrollen

Bij professionals bestaat er soms onduidelijkheid over de verschillende teamrollen. Er lijkt nog veel behoefte te zijn aan vaststaande kaders. Een valkuil is om als bestuur toch deze kaders te gaan scheppen. Beter is om in gesprek te gaan met de professional om zo samen de verdeling van rollen, taken en verantwoordelijkheden helderder te krijgen.

6. Geef de professionals de tijd

De weg naar zelfsturende teams is ingewikkeld en tijdrovend. Professionals ervaren deze tijdsdruk op de werkvloer. Het is belangrijk dat er tijd wordt vrijgemaakt voor professionals om deze nieuwe manier van werken eigen te maken.

Inzichten van Broosz

Voor Broosz is het inspirerend en leerrijk om de waarde en het belang van werkconferenties terug te horen in de interviews en de rol die ze hebben om de leerprocessen die nodig zijn ruimte te geven. Maar weinig organisaties die de beweging maken naar Nieuw Organiseren bouwen structureel dialoogsessies in waarin vertegenwoordigers van teams, de ondersteunde diensten en de bestuurders deelnemen.

We willen vanuit Broosz de studenten Annelot, Jessica, Dagmar & Hanneke heel hartelijk bedanken voor hun inzet en interesse en voor het schrijven van het adviesrapport. Het was ontzettend leuk om jullie de afgelopen periode over de vloer bij Broosz te hebben.

Nieuw Verantwoorden & de Transformatiedialoog

Andrea Klap werkt als regiomanager Walcheren bij Juvent Jeugd en Opvoedhulp in Zeeland. Naar aanleiding van de tweede Transformatiedialoog in Walcheren schreef zij de onderstaande blog.

Wat is de transformatie voor jou? ‘Het is als een transformer waarmee je met dezelfde onderdelen (of minder!) een heel ander apparaat kunt maken’. Met deze uitspraak van een medewerker van de gemeentelijke toegang voor de zorg begint de tweede transformatiedialoog voor de zorg voor de jeugd op Walcheren. Zo’n veertig mensen hebben zich verzameld in het Vlissingse stadhuis. De meesten waren vorige keer ook aanwezig. Blijkbaar was de eerste keer zo waardevol dat ze nogmaals willen meedoen! In deze dialoogsessies worden uitvoerend hulpverleners door de drie Walcherse wethouders uitgenodigd om elkaar te ontmoeten en met elkaar ervaringen uit te wisselen over de stand van zaken van de transformatie voor de zorg voor de jeugd.

Meervoudig Verantwoorden

De transformatiedialoog wordt gevoerd in het kader van Nieuw of Meervoudig Verantwoorden. Eén van de aanwezige beleidsambtenaren verwoordde de waarde van een dergelijke dialoog. Hij was laatst bezig geweest met de jaarrapportage 2015. Het waren voornamelijk cijfers. ‘Kun je daaraan zien of de transformatie nu aan de gang is?’, vroeg hij zich af.

Meervoudig of Nieuw Verantwoorden wordt ook wel rijk verantwoorden genoemd. Het verhaal achter de cijfers geeft een rijker beeld. Er is natuurlijk ook nooit slechts één verhaal. Een gezinsmanager vindt dat de transformatie positief verloopt, omdat in gebiedsteams steeds vaker zelfsturend besluiten genomen worden. Een politieagent ziet vooral dat door alle reorganisaties de korte lijntjes zijn verdwenen.

Een werkgemeenschap in wording

Via de Open Space methodiek gaan we aan de slag met diverse, door de deelnemers zelf ingebrachte thema’s: de rol van de lokale toegang, vertrouwen en ‘plasgedrag’ (iedereen moet altijd nog even zijn plasje doen over een zaak). Er worden levendige gesprekken gevoerd waarin je merkt dat het samenzijn van meerdere organisaties direct meerwaarde biedt. Niemand is binnen de tijd klaar met het gesprek, we hadden nog veel langer door kunnen gaan! Hier is een werkgemeenschap aan het ontstaan waarin men elkaar leert kennen en vertrouwen.

Man of the Match

Man of the match is voor mij de jongerenwerker die met zoveel passie over zijn werk kan vertellen en zich erg boos maakt over een jongen waarmee zoveel bereikt was maar die nu van school is gestuurd. Logisch vanuit het perspectief van de school, maar onbegrijpelijk vanuit het perspectief van de jongerenwerker en de voogd van deze jongen. Er wordt gesproken over hoe dit proces eigenlijk had moeten gaan, hoe het een volgende keer misschien beter kan. Aan het einde van de ochtend merkt de jongerenwerker op dat dat weliswaar heel nuttig was maar dat deze jongen ondertussen nog wel rondloopt en hij geen concrete oplossing heeft. En hoewel ik het over het algemeen onwenselijk vind om de oplossing te zoeken in het aankloppen bij de wethouder, hebben we hier het gevoel dat dit zo fundamenteel is voor de transformatie, het vanuit meerdere organisaties werken voor de jeugd, dat er volgende week een afspraak wordt gepland tussen wethouder, jongerenwerker en de jongere.

Op naar de volgende transformatiedialoog!

Op 23 mei a.s. is de derde transformatiedialoog. We gaan dan horen hoe dat afgelopen is. Ben jij onderdeel van de werkgemeenschap rondom de jeugd in Walcheren en wil je meedoen? Meld je aan als je mee wilt bouwen aan een lerende werkgemeenschap voor de jeugd op Walcheren. Stuur een mail naar AdeKlerk@Vlissingen.nl en geef je op!

Ben je geïnteresseerd in nieuwe manieren van verantwoorden? Op 26 mei 2016 wordt door Reed Business en Broosz de Praktijkdag Nieuw Verantwoorden, als Motor voor de Transformatie georganiseerd. Je kan je inschrijven door op deze link te klikken

NVTZ Congres Nieuw Toezichthouden op 21 april 2016

De NVTZ, De Nederlandse Vereniging voor Toezichthouders in Zorg en Welzijn, organiseert op donderdag 21 april a.s. het congres ‘Nieuw Toezichthouden’ van 10:30 – 16:30 uur op Landgoed Zonheuvel in Doorn, Amersfoortseweg 98, 3941 EP Doorn. Jan Smit van Broosz verzorgt tijdens dit congres een werksessie over de uitgangspunten, methodieken en zoekstrategieën voor Nieuw Toezicht in de praktijk.

Experimenteren met Nieuw Toezichthouden

Momenteel vinden veel experimenten van Nieuw Toezichthouden plaats. Sommige zijn nog in een beginfase, met andere vormen is inmiddels enkele jaren ervaring opgedaan. Dit congres biedt de mogelijkheid om nieuwe inzichten op te doen, ervaringen te delen en kennis te maken met deze nieuwe vormen.

Programma

Start van het programma is om 11.00 uur met de volgende gastsprekers:

  • drs. Marco van Alderwegen, lid van de NVTZ Commissie ‘Van optimalisatie naar innovatie’. U wordt meegenomen in de bedoeling van toezicht nu en in de toekomst.
  • drs. Mildred Hofkes, oprichtster van het onafhankelijke platform NieuwBestuur, laat zich uit over de ‘gap’ tussen toezicht en samenleving.
  • drs. Charles Laurey, toezichthouder bij o.a. ZuidZorg en ex-interim bestuurder van Meavita, geven aan welke goede punten bij de huidige manier van toezichthouden juist behouden moeten blijven.

Na de lunch zijn er 6 werksessies:

1. Kwalitatief toezichthouden vanuit strategisch reputatiemanagement, door drs. Chris Roelen en drs. Barbara Nanninga (NieuwBestuur)

2. Uitgangspunten, methodieken en zoekstrategieën voor Nieuw Toezicht in uw praktijk,  door drs. Jan Smit (partner van Broosz en initiatiefnemer NVTZ Community of Practice)

3. De link met de maatschappij en de continuiteit van de organisatie, door drs. Egon Hus en drs. Sara Bosman (NieuwBestuur)

4. Op naar meer diversiteit in Raden van Toezicht, door Drs. Nihat Eski (toezichthouder bij verschillende zorg- en welzijnsorganisaties)

5. Mini werkconferentie: coöperaties en toezicht, door Don van Sambeek (medeoprichter van De Koepel Zuid-Nederland) en Monique Spierenburg (expert Lokaal Organiseren Vilans)

6. De Schijf van Vijf voor goed en gezond Toezicht, door Caroline W. Wijntjes MBA (Eigenaar De Erkende Toezichthouder)

Aanmelden!

Heeft u interesse? Neem contact met ons op. U kunt zich ook direct aanmelden via de NVTZ

Praktijkdag Nieuw Verantwoorden op 26 mei!

In samenwerking met Reed Business organiseert Broosz op 26 mei 2016 in Veenendaal de praktijkdag Nieuw Verantwoorden als Motor voor de Transformatie in het sociaal domein. Gastsprekers zijn Annemarie van Dalen (Bestuurder van De Opvoedpoli en Care Express en toezichthouder in de gehandicaptenzorg) en Ed Vosselmans (Hoogleraar Management Control voor de publieke en non-profitsector). In de middag zullen René Peters (Wethouder sociale zaken, jeugd, onderwijs en integratie in de gemeente Oss) en Ruud Klarenbeek (Directeur J.P. van den Bent stichting) een praktijkcase inbrengen. Jan Smit van Broosz is dagvoorzitter en moderator van deze dag. Tevens zal hij zijn ervaringen met de transformatiedialoog in het kader van het onderzoek Jong in de buurt uiteenzetten.

Tijd: 09:00 – 16:30 Locatie: Van der Valk Veenendaal, Bastion 73, 3905 NJ Veenendaal.

De transformatie in het sociaal domein laten slagen door nieuw verantwoorden!

Wil de transformatie van het sociaal domein slagen dan is het van belang dat professionals meer ruimte krijgen en de administratieve lastendruk vermindert. Als gemeente wilt u ook structureel inzicht en vertrouwen krijgen in optimale dienstverlening. Als zorgaanbieder, welzijnsinstelling of sociaal team staat uw cliënt centraal en bent u niet gebaat bij toenemende regeldruk. Hoe komt u in deze complexe situatie in gezamenlijkheid tot de zo nodige nieuwe vormen van verantwoording?

Ed Vosselman en Annemarie van Dalen geven aan hoe u uw verantwoordingspraktijk afstemt op principes van het Nieuw Organiseren. Een wijze die niet bureaucratisch, top down, gefragmenteerd en op alleen cijfers is gebaseerd, maar waarin de dialoog en verhalen, casuïstiek en ervaringen belangrijke onderdelen zijn.

Waarom kiezen pioniers voor Nieuw Verantwoorden?

De gemeente Oss en zorgaanbieder J.P. van den Bent Stichting kiezen voor horizontaal verantwoorden in plaats van hiërarchisch. Dit stimuleert het leren en ontwikkelen van professionals. Hoe zorgen zij ervoor dat zorg en ondersteuning daadwerkelijk transformeren binnen de vereiste kaders en regelgeving?

•Door ervaringen van professionals en cliënten centraal te zetten in hun verantwoordingspraktijk

•Intelligente vormen van verantwoording: cijfers en verhalen (tellen en vertellen) in dienst van een voortdurend leerproces

•Niet te blijven hangen in oude manieren van werken, ingegeven door verlies aan controle

Ga zelf aan de slag!

Experimenteer met nieuwe vormen van verantwoorden onder vakkundige begeleiding van Jan Smit  van Broosz. U wordt uitgedaagd om zelf aan de slag te gaan met het centraal zetten van professionals en cliënten in uw verantwoordingspraktijk en krijgt inzicht in wat dit vraagt van leidinggevenden, professionals en de samenwerking tussen gemeenten en aanbieders.

Interesse? Hier aanmelden.

Voor verdere informatie kunt u contact met ons opnemen of via deze link kunt u zich direct aanmelden: http://www.gemeentenucongressen.nl/verantwoorden/prijs-informatie.html .

Boekpresentatie ‘Pionieren naar Nieuw Organiseren’

Benieuwd hoe professionals bij Het ABC, ING, Lokalis, Spirit, Vivium, Youké – maar ook bij de Gemeente Zwolle en GGD West-Brabant – omgaan met Nieuw Organiseren? Op 24 maart a.s. reikt Broosz het eerste exemplaar van de publicatie ‘Pionieren naar Nieuw Organiseren’ uit aan Sonia Sjollema van de Stichting NSvP – Innovatief in Werk. In ‘Pionieren naar Nieuw Organiseren’ zijn veranderverhalen en interviews van deelnemers aan de Community of Practice Nieuw Organiseren 2014 gebundeld. We stellen een aantal plekken beschikbaar om bij deze lunch aanwezig te zijn. Ben jij geïnteresseerd in de beweging naar Nieuw Organiseren en wil je graag aansluiten? Stuur dan een mail naar: annouck@broosz.nl

De PITS

Naast de uitreiking van het eerste exemplaar sluiten we de Community of Practice Nieuw Organiseren 2014 af en zijn we te gast bij De PITS Keuken, een initiatief van twee pioniers van Spirit, Clemens Post en Michiel van der Steen. De PITS is een lunchroom en cateringbedrijf dat stageplaatsen en leerwerkplekken aanbiedt aan jongeren die soms net dat beetje meer zorg en aandacht nodig hebben. Jongeren kunnen onder begeleiding van een erkend leermeester het horecavak leren en werknemersvaardigheden opdoen. We zullen ze daar ontmoeten. Een plek met een verhaal. Wat is de missie van Clemens en Michiel en hoe zijn zij bezig met Nieuw Organiseren?

Programma

12.15-12.30 Welkom & aftrap Jan/Georgette (Inloop vanaf 12.00 uur)

12.30-14.30 Pioniers Lunch & Uitreiking

14.30-15.00 Afronding

Routebeschrijving & Parkeren

De Pitskeuken, gevestigd in Pand Zuid, IJsbaanpad 9-11-13, Amsterdam.
Parkeren kan het makkelijkst bij de parkeergarage van het Olympische stadion, Stadionplein 44, 1076 Amsterdam. Het is vanaf het Olympisch station 7 min. lopen naar De Pits. Voor de deur bij De Pits zijn ook parkeerplekken, maar daar is het over het algemeen erg druk.

Als je met de trein komt kan je het best reizen naar Station Amsterdam-Zuid. Dan metro 50 nemen richting Isolatorweg. Na 1 halte stap je uit bij de Amstelveense weg. Vanaf daar is het nog 5 min. lopen.

In 2016 start een nieuwe Community of Practice Nieuw Organiseren. Klik hier voor meer informatie en om je aan te melden.

Disruptieve effecten in de zorg

Kort geleden sprak Wilbert Stikkelbroeck, de voormalig CEO van XS4ALL, op een event waar de jeugdzorg centraal stond. Hij waarschuwde de gehele sector voor de gevolgen van digitalisering in de zorg. De digitalisering zal een grote impact hebben op de jeugdzorg en als er niet snel ingegrepen wordt zullen jeugdzorginstellingen binnen no-time omvallen. Het beeld werd geschetst dat het zeer aannemelijk is dat in de nabije toekomst men niet meer hulp verleent thuis bij het gezin, maar dat de zorg overrompeld zal worden door de nieuwe techniek: ‘ een hologram’. Ik moet u het flitsende filmpje dat werd getoond nalaten. Maar het was buitengewoon indrukwekkend. Een hologram is een driedimensionale afbeelding van een object, een levensechte voorstelling van iets wat ergens anders plaatsvindt. In de zorg zou dat betekenen dat professionals als hologram opduiken.

Wilbert Stikkelbroeck stelde dat; “Door het aanreiken van disruptieve concepten organisaties keuzes moeten maken, in de wetenschap dat anders de omgeving de keuze voor ze maakt en een onoverkomelijke achterstand creëert”. Wat is een disruptief effect? Dat is een totale verandering in de zorg. Een verandering van de patiëntbeleving, het werk van de professional en de bedrijfsvoering van zorginstellingen .

Binding en betekenis

Ik was lichtelijk gechoqueerd. ‘Mag de digitalisering van de zorg wel een disruptief concept worden?’ Mag de digitalisering zo’n grote invloed hebben dat hulpverlening niet meer ‘live’ plaatsvindt, dat de dokter steeds minder van waarde wordt, want je telefoon kan je immers ook wel vertellen wat je moet doen als je een te hoge bloeddruk hebt. ‘Siri spreekt; 1. Probeer stress te voorkomen. 2. Probeer minder zout te eten’.

Ik vind dat de hulpverlener of de dokter een centrale rol moet blijven spelen in het zorgproces. Een echte reële en aandachtige toevoeging. Digitalisering in de zorg mag niet tot gevolg hebben dat de binding en de werkelijke menselijke interactie verdwijnt. In mijn optiek is de filosofie achter de zorg binding en betekenis. Zorg verlenen zonder ‘echt’ gesprek lijkt mij geen goed idee. Ik vermoed dat de kritisch lezer nu denkt; ‘maar met een hologram kan je toch ook praten’. Dat is zeker waar. Maar niet alles wat mogelijk is, is ook wenselijk. Toch?

Verlies van vaste waarden

Ik heb het gevoel dat we leven in een tijd van moreel relativisme. We worden geconfronteerd met zoveel interpretaties en mogelijkheden en kunnen ons niet meer beroepen om universele en absolute waarden. Alles kan en alles mag. Een tijd waarin je moet kiezen voor je eigen normen en waarden. Voor mij betekent dat we naar binnen moeten kijken, kijken naar eigen waarden, eigen betekenis en eigen wensen. Over deze waarden, betekenissen en wensen moeten we met elkaar continu in gesprek blijven.

Focus op de bedoeling 

Ik denk dat in een essentiële sector als de zorg de focus op de bedoeling van de zorg moet liggen, waarin menselijk contact noodzakelijk is voor een compleet beeld van de patiënt. Zorg waarin de fysieke handreiking niet verdwijnt, zorg waarin we vertrouwd worden met de hulpverlener en durven te vertellen over onze problemen. Mijns inziens moet de digitalisering in de zorg een middel zijn om het zorgproces te ondersteunen in plaats van een zelfstandige entiteit die de  essentie van zorg verlenen omver schopt.

Februari 2016 – Annouck de Boer

Echt het verschil maken!

Robin Kouwenberg heeft in 2015 deelgenomen aan het Transvorm Ontwikkel Programma. Broosz heeft samen met Transvorm een ontwikkelprogramma vormgegeven voor Young Professionals in de sector Zorg & Welzijn. Naar aanleiding daarvan heeft Robin de onderstaande blog geschreven. 

“Denkend aan Holland

zie ik breede rivieren

traag door oneindig

laagland gaan”

Waarom begin ik een blog over een talent ontwikkel programma nu met een gedicht zo oud als de weg naar Kralingen? Dat getuigt niet echt van ontwikkeling zou je zeggen…maar juist dit gedicht leent zich zo mooi om een typering te geven:

Denkend aan TOP zie ik dat iedere held (lees: young professional) zijn reis met vallen en opstaan aflegt. Een held zou zijn missie niet voltooien als hij het helemaal alleen zou moeten doen. TOP heeft me laten nadenken over hoe ík het verschil kan maken, in een team, in een organisatie of in het mooie zorglandschap. Het heeft me laten zien dat er meerdere wegen naar Appingedam leiden, maar dat de weg die het best bij mezelf past en waar ik medereizigers voor kan enthousiasmeren, het beste resultaat geeft.

Geen kunstje, maar echt het verschil maken

TOP heeft me geleerd dat ik als young professional me niet moet laten verleiden te denken in bestaande structuren, culturen of systemen. Dat intelligente ongehoorzaamheid, creativiteit, ontdekkingsdrift en soms zelfs brutaliteit essentieel zijn om écht het verschil te maken. Belangrijk daarbij is om geen ‘kunstje’ te doen, maar om altijd bij jezelf te blijven.

Ik heb ervaren dat het soms lang duurt voor je het idee hebt dat je écht het verschil maakt. Ik besef me nu dat de grootste uitdagingen echter niet tussen 2 bitterballen worden overwonnen (natúúrlijk ga ik niet in een paar weken de inspectie reorganiseren). Ik richt me nu meer op kleine succesjes, staar me niet blind op het ultieme doel: Er is onderweg genoeg te behalen en uiteindelijk……is daar toch Appingedam (of Babyloniënbroek of Cazen of Doodstil of Emmer-Erfscheidenveen…enfin, je begrijpt wat ik bedoel).

Als young professional op zoek

Ik gun het iedere young professional in de zorg om deze reis samen met Broosz, Transvorm en andere young professionals te maken. Het geeft echt niet het antwoord op alle vragen die je kunt hebben als young professional en het lost de belangrijke kwesties in zorglandschap niet op, maar het zet je wel aan het denken.

Ik ga er niet vanuit dat ik hiermee het gedicht van de 21e eeuw heb geschreven, maar laat ik afsluiten zoals ik begon, met een ode aan TOP:

“Denkend aan TOP

zie ik tonnen inspiratie

in volle vaart

mijn hoofd door gaan,

omdenkers, werkvormen,

confrontaties, tips,

die iedere dag,

mij weer bij kunnen staan”

Februari 2016 – Geschreven door: Robin Kouwenberg – Beleidsadviseur BrabantZorg

Zelfsturend leren is een continu proces

“Spirit, jeugdzorgorganisatie, is voor mij altijd al een innovatieve organisatie geweest, zelfsturing en de ontwikkeling van het sociaal intranet past binnen deze organisatie”. Evelyn Visschedijk ondersteunt het samenwerken binnen Spirit met de ontwikkeling van het sociaal intranet.
Ook voor Henrieke van Diermen, senior adviseur, is Spirit continue in verandering. “Belangrijk hierbij is dat we samenwerken vanuit de netwerkgedachte, onder andere vanuit talenten, zelf beslissingen nemen en jezelf uitspreken over wat je vindt en daarover de dialoog aangaan.” Deelname aan de Community of Practice Nieuw Organiseren is voor hen van grote waarde bij de organisatieverandering.

Sociaal intranet en zelfsturing

“Je kunt het sociaal intranet het beste vergelijken met Wikipedia” legt Evelyn uit. “We zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de inhoud en iedereen binnen onze organisatie mag en kan inhoud plaatsen. We communiceren met elkaar vanuit zelfsturing en niet vanuit de hiërarchie.
Het is ontstaan toen ik als jeugdmaatschappelijk werker op een school werkte en de behoefte had in contact te blijven met mijn collega’s en kennis te delen. Ik wist dat heel veel kennis in hoofden van collega’s zat en in mappen op computers stond. Daarom leek het me heel krachtig die kennis, maar ook de collega’s, met elkaar te verbinden. Of eigenlijk: mogelijk maken dat mensen zelf de verbindingen leggen. Ik heb toen een eerste versie van het sociale intranet ontwikkeld, uiteindelijk is Spirit overgestapt naar een volwaardig sociaal intranet.”

De stap naar zelfsturing

“Het interessante vind ik dat het niet primair de implementatie van een tool is. Het hangt nauw samen met onze visie op hulpverlening en de daarbij gekozen besturingsfilosofie van zelfsturing. Het is sociale innovatie, het is bijvoorbeeld voor mensen wennen dat we gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor ons intranet.”
“De stap naar zelfsturing is een fundamentele verandering” vult Henrieke aan. Door de ruimte die je als professional krijgt, ben je ook steeds meer als persoon verantwoordelijk voor wat je doet. Dat vraagt een sociaal klimaat waarin mensen vanuit vertrouwen kunnen leren, om anders te denken en te doen. En dat kun je alleen creëren met elkaar, door elkaar te gunnen dat je mag leren. Stap voor stap werken we hieraan. Vaak gaat het goed en krijgen mensen steeds meer vertrouwen en energie. Daarbij denk ik ook wel: ‘dit is zo fundamenteel, het duurt gewoon nog een hele generatie voordat we het voor elkaar hebben’.
Wat helpt in dit proces is om het te zien als een leerproces. Dat het niet erg is als het niet meteen goed is en dat als er iets misgaat het tegelijkertijd ook een moment is om bij te sturen en andere keuzes te maken.

Community of Practice: Elkaar ontmoeten en inspireren

“Ook de Community of Practice Nieuw Organiseren helpt in het veranderproces. Tijdens de bijeenkomsten nemen we de tijd om fundamentele zaken te bespreken en te overdenken, met mensen die bij veranderprocessen betrokken zijn in andere organisaties.”
Het is voor mij als een spiegel die ik voorgehouden krijg, het zet me weer op scherp. Door even buiten de werk context te zijn kan ik reflecteren en zie ik weer wat we hebben gedaan en waar we ongeveer staan. Door de andere deelnemers te bevragen op hoe zij zaken aanpakken, leer ik veel. En als de verbinding eenmaal is gelegd zoek je elkaar makkelijk op om verder te delen. Vivium zorggroep, een andere deelnemer aan de CoP, is bijvoorbeeld bij ons op bezoek geweest en we weten elkaar via social media snel te vinden, dat maakt het makkelijk om ervaringen uit te wisselen.”

De meerwaarde van de cross sectorale Community of Practice
“Wat ik heel krachtig vind” vult Evelyn aan, “is dat de CoP cross sectoraal is, naast andere zorgorganisaties waren ING en Menzis deelnemers in onze groep. Ik heb daardoor aannames getoetst en aangepast. Ik dacht bijvoorbeeld dat financiële instellingen zich niet om de klant bekommerden, maar dat blijkt helemaal niet waar te zijn. Ik vind het fijn mijn aannames continu te kunnen toetsen. Daarbij komt steeds de vraag weer boven: waarom doen we het zoals we het nu doen?
Het grappige is ook dat ik in het begin bij verhalen van bijvoorbeeld de ING Bank dacht: waar hebben jullie het over? Omgekeerd hebben zij dat vast ook over de zorg gedacht, maar achter de woorden zitten vaak dezelfde intenties en verlangens. Het gaat ook niet alleen over de organisaties, het gaat over jou: Wat betekent Nieuw Organiseren voor jou en tegen welke grenzen loop je zelf aan als je een koploper bent? Ik ben vaak verwonderd en verbaasd geweest en ben soms geraakt door de openheid en kwetsbaarheid van de deelnemers.”

Verbinding op de visie op Nieuw Organiseren
Henrieke: “Tijdens het voorstellen in de eerste bijeenkomst vertelden een aantal mensen dat ze af en toe binnen de organisatie dachten: ‘ben ik nu gek?’. Het feit dat we dit soort gedachten kunnen delen met mensen van buiten onze organisatie is steunend; ‘ik ben niet de enige die denkt of vindt dat het anders kan’.
Ondanks de verschillen in organisatie, functie en woordgebruik ervaren we door de CoP een verbinding op de visie van Nieuw Organiseren. Het mooie is dat we, door de CoP-bijeenkomsten, ook zien dat de beweging groter is. Meer organisaties en mensen zijn bezig met de beweging naar Nieuw Organiseren waarbij we natuurlijker organiseren en teruggaan naar de basis van wat er echt toe doet. Dat je dat met elkaar deelt geeft veel vertrouwen in de weg die we bewandelen”.

 

Februari 2016 – Interview door Bart van Langen en verscheen ook op de website van de NSvP.