Bankiers: steekt uw licht op in de zorg!

Wat me altijd weer raakt bij het werken met Zorgprofessionals, is hun gedrevenheid om werkelijk dienstbaar te zijn aan cliënten die men veelal in de eigen leefwereld verzorgt en ondersteunt in precies datgene wat men nodig heeft, met betrokkenheid, respect, vakmanschap, volharding en de distantie die daarvoor nodig is. Dienstbaarheid is in de zorg- en welzijnssector heel sterk verweven met de professionaliteit en de beroepsuitoefening. Volgens mij kan de bancaire sector veel leren van de Zorgsector in het algemeen en van de transformaties en positieve ontwikkelingen die daar plaatsvinden en van het bewustwordings- en leerproces dat daaraan ten grondslag ligt.

Transformatie van organiseren
Want daar voltrekt zich, nog voorzichtig, maar heel duidelijk en vanuit een heel heldere visie op wat professionaliteit en integriteit en ‘goed organiseren’ is, een ware transformatie van het organiseren zelf. Er is een vernieuwingsgolf aan het aanzwellen waarin betere zorg tot stand komt waar cliënten tevredener over zijn. Onder de druk van hoge kosten, de kritiek op de bureaucratie waardoor cliënten vaak van het kastje naar de muur worden gestuurd. En ook door de frustratie van professionals die door overmatige managementsturing en de daarbij horende administratieve lasten geen enkele handelingsruimte meer hebben om goede zorg te verlenen.

De prudente, saaie, dienstbare bankier
Dat kan bijna niet waar zijn, hoor ik managers, bestuurders en toezichthouders uit de financiële sector denken. Dat kan wel, ga maar kijken! Op 29 januari jl. was ik aanwezig bij een Tegenlicht Meetup in Amsterdam naar aanleiding van hun TV-uitzending “De Biecht van de Bankier”. Daarin riep financieel geograaf Ewald Engelen de bankierswereld op om terug te gaan naar de essentie van hun vak: terug naar de prudente, saaie en dienstbare bankier. Wat is de essentie van het bankiersvak dan? Wat is de maatschappelijke rol van bankieren en wat dient die te zijn? Kunnen we in moreel opzicht wat verwachten van de sector en wat dan wel? Wat betekent dienstbaarheid in concreto? En hoe wil men het contact met de samenleving herstellen en levend houden? Allemaal fundamentele vragen die prikkelen en antwoord behoeven.

Sluipenderwijs minder ruimte
In mijn jarenlange ervaring in het werken met professionals uit de bancaire wereld valt geenszins op te maken dat bancaire professionals in basis geen dienstverlenende attitude hebben, integendeel. Maar de praktijk van het bankieren is in de afgelopen 10 jaar zo commercieel, bureaucratisch en eendimensionaal ‘aangestuurd’, dat professionele bankiers daar het afgelopen decennium sluipenderwijs steeds minder ruimte voor kregen. De klant werd een target. Je verantwoordelijkheid als bankier werd het realiseren van vooraf afgesproken doelstellingen. De manier hoe je dat netjes moest doen werd sterk bepaald door procedures.  En door de vele afvinklijsten waar je als vakman de realiteitszin niet van in kunt zien en waarvan je vaak weet dat het absoluut geen betrouwbaar beeld geeft van de realiteit van alledag.

Lef om een draai te maken
Als je als zorg- of welzijnsbestuurder het lef hebt om een een draai te maken in je denken en vervolgens ook de moed om je hele organisatie daarin mee te nemen, dan heb je wat te vertellen. Daar zouden bankbestuurders en toezichthouders uit de bankwereld eens naar kunnen luisteren. Want een crisis draagt de mooie kans in zich om werkelijk te vernieuwen. Maar daarvoor moet je wel inzicht krijgen in nieuwe mogelijkheden en onbekende werkelijkheden. Hoog tijd voor nieuwsgierige bankiers om eens op bezoek te gaan bij Zorgprofessionals om te ervaren hoe in zorg en welzijn invulling gegeven wordt aan het begrip dienstbaarheid! Voor bankiers die interesse hebben, leg ik graag een verbinding.

Jan Smit – februari 2014

 

Onze mond vol van het Nieuwe Werken: “Prettig weekend!”

Onlangs pakte ik mijn spullen na een intensieve dag werken met een groep mensen. Om 05.45 uur ging mijn wekker die ochtend en om 17.30 uur pakte ik mijn koffer met mijn spullen om naar mijn auto te lopen om de anderhalf uur durende reis terug naar huis aan te vangen. Mijmerend en vol van wat er zich die dag had afgespeeld loop ik naar de parkeergarage. Daar aangekomen moet ik de deur naar de garage openen met mijn parkeerkaart. Beetje onhandig. Zeker als je bepakt en bezakt bent. Ik zet even mijn spullen op de grond en ga op zoek naar mijn parkeerkaart. Altijd weer een spannend moment….heb ik de kaart nog? Hebbes…gelukkig! Op dat moment komt er een vrouw aanlopen. Ik mompel vriendelijk naar haar dat ik wel even de deur voor haar openhoud. Ze knikt vriendelijk terug en loopt met me op. Terwijl ik naar de betaalautomaat loop roept ze ineens: “Prettig weekend!”. Ik draai me naar haar om terwijl ze de lift in verdwijnt en ik voel de verwarring zich van mij meester maken. Prettig weekend?! Het is donderdag ….

Dit gebeurt me wel vaker. Vrijdag lijkt voor veel mensen geen werkdag. De vanzelfsprekendheid waarmee deze vrouw mij een prettig weekend wenste verwondert me. Ik werk wel ‘gewoon’ op vrijdag. En als het zo uitkomt ook op zaterdag of op zondag. Ik herinner me plots een gesprek eerder die dag tussen twee jonge professionals werkzaam in de zorg over de uren die ze werken, de overuren, de pauzes… Het praten en denken in uren, in uurtjes…. hoe doe je dat?!

Ik rijd weg uit de parkeergarage en kijk om me heen. Ik zie grote, hoge kantoorgebouwen boven mij uit torenen. We hebben onze mond vol van het Het Nieuwe Werken, Anders Organiseren, Slimmer werken. Professionals die hun verantwoordelijkheid en ondernemerschap moeten pakken…….. Ik twijfel. Het is voor veel werkzame mensen kennelijk nog heel ver weg. Als ondernemer ben ik nooit uitgewerkt en ik weet dat er ook heel veel ondernemende professionals zijn die die grondhouding hebben. Maar er is ook nog steeds een hele grote groep mensen die hun uren vol maken en op maandag al toeleven naar het weekend. Het zij zo. Maar ik ervaar twee hele verschillende werelden. De wereld van structuur, bureaucratie en schijnzekerheid. De wereld van “prettig weekend” en “de deur achter je dicht trekken”. Daar tegenover de wereld van onregelmatigheid, onzekerheid en realiteit. Maar ook de wereld van vrijheid, creativiteit, betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Daarom kies ik voor het ondernemerschap! Prettige dag nog!

Georgette Kempink – Januari 2014

SAMEN WERKEN AAN DE TOEKOMST VAN DE LANGDURIGE ZORG!

Organisaties in de langdurige zorg krijgen in de toekomst te maken met andere eisen van de samenleving. Denk aan een krapper wordende arbeidsmarkt, financiële en economische druk en het daarmee samenhangende overheidsbeleid. Het programma In voor zorg! helpt zorgorganisaties hun werkprocessen in te richten met het oog op deze toekomst. Het programma bundelt bestaande kennis en biedt organisaties praktische ondersteuning in het eigen veranderingstraject.

In voor zorg! loopt vanaf september 2009 en is een initiatief van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Vilans, kenniscentrum langdurende zorg. Jan Smit is onder meer gevraagd om in co-creatie met In voor zorg! leersessies vorm te geven voor:

  • Projectleiders binnen zorginstellingen die meedoen aan InVoorZorg
  • HRD professionals die betrokken zijn bij de InVoorZorg trajecten binnen zorginstellingen
  • Coaches die InVoorZorg trajecten binnen zorginstellingen vormgeven

Het leren ondersteunen en versterken door kennis te laten delen tussen collega’s en betrokkenen vanuit diverse functies en verantwoordelijkheden staat hierbij centraal. In deze context is er voor gekozen om Large Group Leersettings in te zetten als onderdeel van de diverse werkconferenties. De sessies werden door de participanten hoog gewaardeerd met een 8,9.

– Verslag HRM/HRD bijeenkomst 24 september 2013
– Verslag ‘Doorwerksessie’ als onderdeel van het Symposium ‘Zorg vormgeven in de wijk’ op 28 oktober 2013

Heeft u als directie of projectverantwoordelijke behoefte aan ondersteuning bij transitie- en transformatieprocessen? Of wilt u meer informatie over de diverse trajecten binnen zorg en welzijn waarin wij hebben geparticipeerd? Neem contact met ons op.

De Organisatie als Poppenkast

“We zijn geen poppen we zijn ook mensen!”.Een letterlijke uitspraak van een professional die onlangs deelnam aan een team ontwikkelingsproces. Dat raakte me. En ik kom het zo vaak tegen: mensen voelen zich in veel organisaties niet als mens gezien. Ze voelen zich niet aangesproken op hun kwaliteiten en hun zelforganiserende vermogen en ervaren weinig of geen regelruimte. Ze voelen zich een marionet in een door anderen georganiseerde voorstelling. Deze professional spreekt vanuit het hart: ik voel me hier niet beschouwd als mens.

De schizofrene werkelijkheid binnen organisaties

Autonomie staat – dwars door de generaties heen –  boven aan de lijst van cruciale Westerse waarden. Het schizofrene is dat binnen bureaucratische en top down gestuurde organisaties, autonomie (het zelforganiserend vermogen van mensen!) vaak niet het uitgangspunt vormt van organiseren. Daarbinnen zijn mensen ‘poppetjes’. Dat heeft uiteraard enorme gevolgen voor het welzijn van mensen, de cultuur, sfeer en vitaliteit binnen organisaties en de effectiviteit van samenwerkende mensen. Alleen mensen kunnen verantwoordelijkheid nemen, poppen niet. Poppen zijn een instrument in handen van een Poppenspeler. Een belangrijk adagium uit de Westerse Ethiek (de filosoof Kant) stelt dat de mens altijd een doel in zichzelf is en nooit een middel in handen van een ander mag worden.

Autonomie: fundament van Sociale Innovatie en Nieuw Organiseren

Zolang we in organisaties de autonomie van mensen niet als uitgangspunt nemen, doen we niet alleen de menselijke waardigheid tekort, zoals we die in het Westen centraal stellen, maar realiseren we in organisaties ook veel minder (moois) dan mogelijk is. Sterker nog: we realiseren binnen de wereld van organisaties maar weinig van onze eigen visie op het goede leven. Dat maakt de uitroep van de professional zo schrijnend en trefzeker. Mensen – op welke positie in welke organisatie dan ook  – die de autonomie wel serieus nemen, hebben een stevig fundament om Sociale Innovatie, of anders gezegd, Nieuw Organiseren handen en voeten te geven.

Wat maakt het zo moeilijk om dat fundament serieus als uitgangspunt te nemen binnen organisaties? Hebben de poppen nog een te mooi opgetuigde poppenkast? Worden ze te goed betaald voor de voorstelling waarin ze geen eigen inbreng hebben? Kennen ze zelf geen ander repertoire? En wie is de Poppenspeler in de metafoor? Heeft hij zijn beroepsopvatting expliciet gekozen, of is hij ook maar onderdeel geworden van een Circus waarin de rollen lang geleden werden uitgedeeld?

JAN SMIT – januari 2012