Werken volgens de bedoeling? Vakmanschap in ontwikkeling

Deze week publiceerde Gemeente Apeldoorn het boekje ‘Hoe Werken Volgens De Bedoeling. Vakmanschap in ontwikkeling. Praktische handvatten, werkende strategieën en meeslepende verhalen’. Het boekje schetst de zoektocht naar het gaan werken vanuit de bedoeling, waar de gemeente Apeldoorn naartoe beweegt. De publicatie is in co-creatie ontstaan uit een onlangs door Broosz gefaciliteerde leerbijeenkomst. Onder de noemer ‘Hoe werk jij vanuit de bedoeling?’ kwamen pioniers uit de verschillende gemeentelijke domeinen van de gemeente Apeldoorn bijeen om ervaringen te delen en van elkaars praktijken te leren. Jan Smit van Broosz schreef een inleiding en beschouwing en de redactie was van Liesbeth Josiassen. De publicatie is geïnspireerd op De Binnenkant van Nieuw Organiseren.

Het nieuwe denken en handelen moet veroverd worden op het oude

Gemeenten zijn aan het bewegen. Het kan ook niet anders. Grote maatschappelijke vraagstukken zijn niet meer binnen een enkele eenheid bij de gemeente op te lossen. Ze vragen om samenwerkingen tussen bewoners, ondernemers, organisaties en verschillende rollen en disciplines van de gemeente. De beweging waarover je in dit boekje kan lezen, komt niet tot stand door het maken van beleidsstukken, door reorganisaties en met allerlei trainingen ‘de bedoeling’. Ze krijgt kans door te experimenteren. Het vraagt om de ontwikkeling van nieuw ambtelijk vakmanschap in de tussentijd. Door mensen die een beeld voor ogen hebben hoe het anders kan en daadwerkelijk verantwoordelijkheid nemen daar wat mee te doen.

Verhalen over ‘hoe het ècht gaat’

In de publicatie staan diverse ervaringsverhalen van pioniers die hun werk in de praktijk anders proberen te doen. Verhalen over ‘hoe het ècht gaat’, wanneer je kiest om te werken vanuit je hart, en je te verbinden met een lastig vraagstuk. De publicatie is aangevuld met theorie om de processen te duiden, en met geleerde lessen en concrete handreikingen om zelf aan de slag te gaan in je eigen praktijk.

Betekenisgeving 

Broosz ondersteunt en werkt vaker samen met gemeenten die een stap willen zetten in nieuw (Rijnlands) organiseren. Anders organiseren vraagt om een andere blik op het werk, op samenwerken met collega’s, gemeentelijke domeinen en burgers en om anders om te gaan met leren en verantwoorden. We organiseren in co-creatie betekenisgevingsprocessen om deze beweging aan te jagen en al werkenderweg, gestalte te geven.

Aan de slag

Werk je binnen een gemeente en heb je interesse in anders organiseren en werken vanuit de bedoeling? Leg dan contact met ons en vraag om een exemplaar van deze publicatie. We stellen een beperkt aantal exemplaren kosteloos ter beschikking. Mogelijk zijn de ervaringsverhalen een inspiratie om zelf ook concreet aan de slag te gaan binnen je eigen context. Stuur ons een bericht.

.

 

 

Bezielde Professionals & Pionierende Wethouders. (3e druk, 2018)

De 3e druk van ‘Bezielde Professionals & Pionierende Wethouders. Transformatie van de zorg voor de jeugd in zicht?’. Deze publicatie kwam in 2016 tot stand in opdracht van Stichting Innovatie Jeugdzorg naar aanleiding van actie-onderzoek van Jan Smit. Hoe staat het met de transformatie van de zorg voor de jeugd, nu de transitie is gerealiseerd? Lukt het om de zorgvernieuwing die daarachter besloten ligt succesvol te laten verlopen? Bestel hier de publicatie.

‘Inspirerend perspectief voor de jeugdzorg’

Erik Gerritsen, Secretaris Generaal Ministerie van VWS schreef bij de nieuwe druk een voorwoord, waarvoor wij hem hartelijk danken. Gerritsen onderstreept de kernboodschap van Smit dat de transformatie van de jeugdzorg nog moet beginnen. Het boek is daarmee nog steeds actueel. Lees hier het voorwoord.

Kernvragen

De kernvragen bij de start van het onderzoek waren:

  • hoe staat het met de transformatie van de zorg voor de jeugd, nu de transitie is gerealiseerd?
  • lukt het om de zorgvernieuwing die daarachter besloten ligt succesvol te laten verlopen?

Onderzoeksaanpak

Met deze vragen trok Broosz, op verzoek van de Stichting Innovatie Jeugdzorg en gefinancierd door de Bernard van Leer Foundation, de provincie in. De zoektocht naar pioniers bracht ons in Diemen, Oss en omstreken en op Walcheren. Daar organiseerden we samen met de wethouders René Peters (Oss), Ruud Grondel (Diemen) en Albert Vader (Vlissingen) de Transformatiedialoog. Ontmoetingen met de vertegenwoordiging van alle professionals die bij de zorg voor de jeugd een rol hebben. Het idee achter deze aanpak is glashelder: het zijn immers de vakmensen, de vrijwilligers, de ouders en kinderen, kortom de mensen uit de leefwereld zelf, die de vraag kunnen beantwoorden of de transformatie op dreef is of niet?

Inzichten en nadere reflecties

De inzichten en reflecties worden in de publicatie afgewisseld met interviews van vakmensen uit de werkgemeenschappen, eveneens komen de drie wethouders uit Diemen, Oss en Walcheren aan het woord. Er wordt ingegaan op de essenties van Nieuw Organiseren, Leren, Veranderen en Verantwoorden, aspecten die cruciaal zijn om de transformatie te laten slagen. Ook wordt het idee van de werkgemeenschap uitgewerkt en wordt de methodiek van de Transformatiedialoog uiteengezet als vorm van Nieuw Leren en Verantwoorden.

Inhoudsopgave

  • Voorwoord – Erik Gerritsen, SG ministerie van VWS
  • Proloog
  • De gemeenschap spreekt I: ‘Ik wist niet dat jij zo’n goed hart had’
  • Inleiding
  • De werkgemeenschap spreekt II: ‘Tot deze mensen de juiste hulp hebben, laat ik ze niet los’
  • Bezielde professionals en weerbarstige praktijken
  • De werkgemeenschap spreekt III: ‘Ik denk niet meer bij alles: mag dit wel?’
  • De transformatie als fataal leerproces
  • De werkgemeenschap spreekt IV: ‘Wij maken het veel zwaarder voor de cliënt dan nodig is’
  • De inspiratie van nieuw Organiseren
  • De werkgemeenschap spreekt V: ‘Met elkaar kunnen we duidelijk meer dan we denken’
  • Werkgemeenschappen: anders leren en veranderen in het sociaal domein
  • De werkgemeenschap spreekt VI: ‘De betrokken hulpverleners hebben de neiging op hun eigen postzegel bezig te blijven’
  • Transformatiedialogen: experimenteren met Nieuw Verantwoorden
  • De werkgemeenschap spreekt VII: ‘Verantwoordelijkheid delen en je nek uitsteken voor een tweede kans’
  • Pionierende wethouders
  • Ontwikkeldomeinen voor de zorg voor de jeugd

Bestel

Interesse? Bestel hier de publicatie via managementboek.

‘Ik geloof dat vakmensen op basis van hun gevoel hele goede dingen kunnen doen’

Albert Vader, wethouder Jeugd, Volksgezondheid, Zorg & Welzijn in Vlissingen, ziet in de transformatiedialogen meer dan een nieuwe manier van verantwoorden van de kosten van de zorg. Niet meer alleen via de cijfers, maar ook via de verhalen van de hulpverleners in de jeugdzorg. Hoe ziet de wethouder dit meervoudig verantwoorden? En welke vernieuwende plannen heeft hij nog meer?

Waarom vind je het belangrijk om op een andere manier te verantwoorden?

‘Toen ik in 2015 de eerste kwartaalrapportage van het Inkoopbureau Jeugdhulp Zeeland kreeg, bestond deze uit 65 pagina’s met cijfers. Geen enkele andere vorm van verantwoording. Ik vroeg mij af: wat hebben die cijfers te betekenen? Hoe krijg ik het verhaal erachter boven water?’

Je doet dit niet alleen.

‘Klopt, ik doe dit experiment in “meervoudig verantwoorden” samen met Saskia Szarafinski, wethouder Zorg & Welzijn in Middelburg en Chris Maas, wethouder in de gemeente Veere. Wij werken al langer samen. Ik werd wethouder in mei 2014, een halfjaar voor de transitie van de zorg. Ik had het gevoel: dit is zo groot, dat moet je met elkaar doen. Saskia, Chris en ik vonden elkaar op de inhoud en op de noodzaak om het samen te doen. Maar wij zeiden ook: wij gaan hiervoor geen harkje tekenen of een nieuwe organisatie optuigen. Uitsluitend vanwege de borging van het personeel in Porthos, onze toegang tot zorg voor de drie Walcherse gemeenten, hebben we gevraagd of Veere gastgemeente wilde zijn. Het mooie is: het is nooit de vraag geweest of we elkaar vertrouwden.’

Hoe zijn de transformatiedialogen verlopen?

‘Wat opviel, was dat de gesprekken tijdens de eerste sessie meteen over de inhoud gingen. De zorgverleners bleken elkaar uitstekend over de organisatiegrenzen heen te kunnen vinden. Daar zit ook vertrouwen in elkaar. Terecht vroegen ze hoe wij de bestuurders van hun organisaties ook zover kunnen krijgen dat ze over grenzen heenkijken. Na de tweede sessie waren wij Walcherse wethouders toch wat in verwarring: hoe kom je tot verantwoording? Hoe breng je deze systematiek naar de raad? Wij waren weer even in het oude gedachtepatroon beland: op papier laten zien, planning en control. Ook bij ons wil dat dominante referentiekader het soms weer even overnemen. Jan Smit van Broosz zette ons weer op het juiste spoor: alleen al het organiseren van deze bijeenkomst, het gesprek zélf is de verantwoording.’

Hoe werkt dat verantwoorden via verhalen?

‘Ik zal een voorbeeld geven. Tijdens de derde transformatiedialoog vertelde een hulpverlener van Veilig Thuis een indrukwekkend verhaal. Ze vertelde dat ze op een avond melding had gekregen van een baby met een schedelfractuur; door toedoen van de ouders. In het weekend organiseerde ze direct een familienetwerkberaad: met het netwerk van zorgverleners en instanties, maar ook van opa’s, oma’s en andere familieleden. Zij zag de mensen achter het verhaal en besloot ter plekke dat ze het kind niet onder toezicht zou stellen. Ze zag nog voldoende kracht in de ouders en het netwerk eromheen. Met hen stelde ze een veiligheidsplan op. En ze besloot het risico te nemen. Een enorm stoer besluit, want stel dat het fout gaat, dan zou ze een lawine over zich heen hebben gekregen. Maar van de andere hulpverleners, die haar verhaal tijdens de transformatiedialogen aan hoorden, zei niemand: “Wat heb je nu gedaan!” Door de manier waarop ze het vertelde, hadden ze vertrouwen in haar vakmanschap en oordeel. Zet dit voorval nu een in een rapport zonder haar overwegingen en argumenten mee te nemen, zonder haar inschattingsvermogen en menselijk gevoel. Dat komt toch niet over?

Of een ander voorbeeld. Neem de jongerenwerkers die bij deze transformatiedialogen aanwezig zijn. Die jongens doen zulk mooi werk. Zij gaan ’s avonds tussen de hangjongeren voor de supermarkt staan, omdat de caissières anders niet naar huis durven. Zij trekken jongens mee naar het voetbalveld, om te voorkomen dat zij ongein uitspoken. Ze hebben ook aan de zelfkant van de maatschappij gestaan, zij spreken de taal van de jongeren en doen nu ongelooflijk belangrijk werk. Protocol? Ammehoela! Zij staan om 01.00 uur ‘s nachts bij de botsauto’s. Door deze manier van verantwoorden wordt dat weer zichtbaar. Deze vergeten verhalen van de zorg, die toevallig wel het hart zijn van goede zorg.’

De vergeten verhalen?

‘Ik geloof dat vakmensen in de zorg juist op basis van hun gevoel hele goede dingen kunnen doen. De beslissing “ik hoef dit kind niet bij de ouders weg te halen” of “dit meisje moet niet van school gestuurd worden” of “deze jongen moet niet gearresteerd worden”, kan levensreddend zijn. Precies datgene wat nodig is om de jongere of het kind weer op het goede spoor te krijgen. Als we ons allemaal aan protocollen vasthouden, uit angst dat we anders de schuld krijgen als het misgaat, maken we juist dit stuk vakmanschap kapot. We hebben deze verhalen nodig om dit vakmanschap te redden.’

Kan de politiek dat aan?

‘Moeilijk, denk ik. De eerste stap om verantwoordingsangst te overwinnen, is dat ik als wethouder heel gedecideerd zeg dat de wethouder achter je staat als je als vakmens een dappere beslissing neemt. Dat ik geen zondebok ga zoeken. Nu de zorg politiek is geworden, ben ik bang dat er nog meer gestuurd gaat worden op incidenten. Dat we nog meer in de kramp schieten van de regelgeving, omdat de wereld niet maakbaar is. En er kan altijd iets gebeuren, hè? Pasgeleden was ik op een congres waar een voorbeeld werd gegeven van een cliënt met ernstige epilepsie, die toch op haar scootmobiel naar haar werk wilde blijven gaan. Het was haar uitdrukkelijke wens en de instelling wilde die respecteren. Dat betekende dat de zorgverleners en de cliënt een bewust risico namen. Het noodlot wil dat de vrouw een aanval kreeg op haar scootmobiel, viel en verdronk in tien centimeter water. Dat is natuurlijk verschrikkelijk. En toch denk ik dat je dit soort risico’s moet blijven nemen, als het bijvoorbeeld de kwaliteit van leven vergroot. Natuurlijk gebeuren er ook drama’s waar geen zorgvuldig besluit aan vooraf is gegaan. Ook die moet je niet proberen uit te bannen. Risicomijdend gedrag is mijns inziens de bron van veel ellende. Wij moeten naar een wereld toe van: dat heb ik gedaan en om die en die reden. Dat instanties dat geloven en aannemen en niet alsnog om vinken en lijstjes vragen. Zo’n weloverwogen en goed beargumenteerd besluit wordt overigens ook bij de Officier van Justitie als voldoende verantwoording gezien. Maar zo’n houding is voor de politiek natuurlijk verschrikkelijk moeilijk. De risico-regelreflex zit tot in onze haarvaten.’

Hoe willen jullie de politiek hierin meenemen?

‘Saskia, Chris en ik willen onze raden meenemen in een gezamenlijke commissievergadering van de drie gemeenten. Daar willen we dit soort verhalen van hulpverleners vertellen of misschien wel door henzelf laten vertellen. En de gemeenteraad meenemen in het proces dat wij hebben doorlopen. Daarnaast willen wij vooraf of achteraf een persgesprek hebben, om de pers hierin mee te nemen. Tot nu toe heb ik geluk met deze gemeenteraad. Ik kan het gesprek goed met hen aan. Dat is een groot goed, want als de raad mij niet zou geloven, dan kan ik niet vernieuwen. Maar ja, anderzijds, er kan zo ineens iets mis gaan. Een goed besluit van een vakman of -vrouw, kan toch verkeerd uitpakken. En dan is het toch van: wat gaat de wethouder hieraan doen? En dan ga ik zeggen: die gaat er niets aan doen. Dat wordt een interessant gesprek! Want dat is voor een raad heel ingewikkeld. Uiteindelijk geldt daar het vinden van de balans tussen loslaten en grip houden.’

En hebben jullie nog andere vernieuwende plannen?

‘Ja, wij willen ook de financieringssystematiek van de zorg onder de loep nemen. Want ook door onze huidige financieringswijze van P maal Q, leggen we per geval verantwoording af. P maal Q betekent product maal aantal. Dus wij kopen honderd keer een bepaald zorgproduct in. Bijvoorbeeld: honderd keer “veilige start” of honderd keer “dwang”. Als zorginstelling moet je verantwoorden welk product je hoe vaak hebt ingezet voor welke patiënt. Er ontstaat ook een systematiek van uurtje factuurtje, belastend voor organisaties en nadelig voor de cliënt. Daar moeten we vanaf. Zorg verlenen is een openeindregeling. De prijs regelen wij op de achtergrond; daar heeft de patiënt geen boodschap aan. Daarbij staat keuzevrijheid voorop. In 2017 zouden wij een nieuwe vorm van financieren willen afspreken met één van de aanbieders van jeugdhulp. Op Walcheren passen we dan een vorm van regiofinanciering toe. Aan het eind van het jaar, of per halfjaar legt de organisatie verantwoording af in de vorm van verhalen en feiten. Maar dat moet de gemeenteraad ook slikken. Die zegt waarschijnlijk: “We zijn een artikel 12-gemeente! Hoe haal je het in je hoofd?!” Maar wij zien goede kansen om de bureaucratie op die manier terug te dringen’

* Geschreven door: Esther Barfoot

Dit interview is gepubliceerd in het boek ‘Bezielde Professionals & Pionierende Wethouders – Transformatie van de zorg voor de jeugd in zicht? geschreven door Jan Smit, partner van Broosz. In deze publicatie staan de reflecties van het onderzoek Jong in Buurt waarin de vragen ‘Hoe staat het met de transformatie van de zorg voor jeugd? & ‘Lukt het om de zorgvernieuwing die daarachter besloten ligt succesvol te laten verlopen. Klik hier om de publicatie te bestellen of te downloaden.

Transformatie van de zorg voor de jeugd in zicht?

Broosz heeft de afgelopen anderhalf jaar onderzoek gedaan in het veld naar de stand van zaken van de transformatie van de zorg van de jeugd. In de publicatie ‘Bezielde Professionals & Pionierende Wethouders – Transformatie van de zorg voor de jeugd in zicht?’ deelt Jan Smit (projectleider) zijn kerninzichten en reflecties. Ontvang gratis de pfd van de publicatie.

Kernvragen

De kernvragen bij de start van het onderzoek waren:
– hoe staat het met de transformatie van de zorg voor de jeugd, nu de transitie is gerealiseerd?
– lukt het om de zorgvernieuwing die daarachter besloten ligt succesvol te laten verlopen?

Onderzoeksaanpak

Met deze vragen trok Broosz, op verzoek van de Stichting Innovatie Jeugdzorg en gefinancierd door de Bernard van Leer Foundation, de provincie in. De zoektocht naar pioniers bracht ons in Diemen, Oss en omstreken en op Walcheren. Daar organiseerden we samen met de wethouders René Peters (Oss), Ruud Grondel (Diemen) en Albert Vader (Vlissingen) de Transformatiedialoog. Ontmoetingen met de vertegenwoordiging van alle professionals die bij de zorg voor de jeugd een rol hebben. Het idee achter deze aanpak is glashelder: het zijn immers de vakmensen, de vrijwilligers, de ouders en kinderen, kortom de mensen uit de leefwereld zelf, die de vraag kunnen beantwoorden of de transformatie op dreef is of niet?

Inzichten en nadere reflecties

De inzichten en reflecties worden in de publicatie afgewisseld met interviews van vakmensen uit de werkgemeenschappen, eveneens komen de drie wethouders uit Diemen, Oss en Walcheren aan het woord. Er wordt ingegaan op de essenties van Nieuw Organiseren, Leren, Veranderen en Verantwoorden, aspecten die cruciaal zijn om de transformatie te laten slagen. Ook wordt het idee van de werkgemeenschap uitgewerkt en wordt de methodiek van de Transformatiedialoog uiteengezet als vorm van Nieuw Leren en Verantwoorden.

Gratis ontvangen van de publicatie

Nieuwsgierig naar de reflecties en inzichten? De publicatie rijkt wegen aan om niet te blijven ronddraaien in ‘fatale leerprocessen’, maar de transformatie opgave structureel aan te pakken. Jan Smit (bereikbaar via mail jan@broosz.nl of mobiel (06 48 27 63 74) partner van Broosz, projectleider van het onderzoek, is auteur en samensteller van de publicatie.

Vul onderstaand je gegevens in om de pdf van ‘Bezielde Professionals & Pionierende Wethouders’ gratis te ontvangen. Schroom niet om contact op te nemen om in gesprek te gaan!

[formidable id=9]

‘Durf voor humaan te gaan’

‘Durf voor humaan te gaan!’ Dat is de oproep van Jan Smit van adviesbureau Broosz op de Leerconferentie Jong in de Buurt op 30 juni 2016 in Ede. ‘Met de leefwereld als uitgangspunt voor de jeugdzorg en niet de systemen.’ Tijdens de interactieve leerconferentie delen wethouders, bestuurders en professionals uit het jeugddomein de inzichten van het onderzoek Jong in de Buurt.

Het onderzoek Jong in de Buurt is inspirerend vorm gegeven. Om de vraag ‘Hoe ver zijn we met de Transformatie in de jeugdzorg?’ beantwoord te krijgen, werden geen vragenlijsten aan de betrokkenen uitgestuurd, maar ontmoetingen georganiseerd. Ontmoetingen waarbij professionals en betrokkenen uit de hele jeugdzorg − van jongerenwerkers, GGZ-medewerkers, gezinsmanagers, adviseurs van de Raad voor de Kinderbescherming, politiemensen en leerkrachten uit het bijzonder onderwijs tot moeders, ambtenaren en wethouders – diepgaand in gesprek gingen met elkaar.

En met succes. De deelnemers aan deze zogenaamde Transformatiedialogen, een serie ontmoetingen in ieder van de drie deelnemende gemeenten Oss, Vlissingen en Diemen, hadden al jaren niet meer – en misschien wel nooit – in zo’n grote groep met elkaar gezeten. ‘De werkgemeenschap’ noemt Jan Smit deze professionals bij elkaar. ‘Een verademing’, zeggen de professionals zelf. ‘Leerzaam.’ En: ‘Ik weet nu eindelijk wie van de partners ik moet hebben.’

Telefoonnummers uitwisselen

Niet voor niets is één van de inzichten van het onderzoek Jong in de Buurt dat de jeugdzorgprofessionals grote behoefte hebben aan ontmoeting, verbinding en samenwerking. Jan Smit: ‘Er wordt ontzettend veel georganiseerd in de jeugdzorg, maar het eenvoudige organiseren, om te zorgen dat het werk goed gebeurt – telefoonnummers uitwisselen, elkaar ontmoeten – is er vaak niet.’

Wat ook duidelijk is geworden uit de gesprekken, is dat er veel gedreven professionals werkzaam zijn in de jeugdzorg, die af en toe, waar nodig, ‘bezield ongehoorzaam’ zijn en zich niet houden aan protocollen en regels, als de situatie daar om vraagt. En uit de gesprekken en de leerconferentie bleek ook dat de interdisciplinaire teams die veel gemeenten hebben opgezet – Brede Hoed-teams, Samen Doen-teams, Portos of hoe ze ook mogen heten – hun vruchten afwerpen. ‘We lossen zaken op die vijf jaar vast zaten.’

Groeiende bureaucratie

Maar het is ook duidelijk dat die bezielde professionals steeds meer last hebben van de groeiende bureaucratie. Van hun eigen organisaties die zich (moeten) gedragen als marktpartijen. Marktpartijen die ‘producten en diensten’ verkopen, die moeten worden verantwoord in uren en productiecijfers. Die ‘genoeg opdrachten’ in portefeuille moeten hebben. Die onderlinge afstemming tussen professionals ‘niet efficiënt’ vinden. Van wie de professionals niet altijd de gevraagde openheid mogen geven aan hun samenwerkingspartners, omdat dit ‘concurrenten’ zijn. Gevolg: hulpverleners worden gestimuleerd op hun eigen postzegel bezig te blijven, een versnippering die de zorg voor cliënten enorm veel ingewikkelder en belastender maakt.

Catastrofaal leerproces

En de bureaucratische bezwering ‘1 gezin, 1 plan, 1 regisseur’, die de Transformatie begeleidt, lost dit niet op. ‘De Transformatie heeft sterke kenmerken van een catastrofaal leerproces,’ waarschuwt Jan Smit. Hij citeert hierbij filosoof Arnold Cornelis: ‘Er is sprake van een catastrofaal leerproces als we oplossingen zoeken binnen het systeem waarin het probleem is ontstaan.’ Na de Transformatie is de jeugdzorg nog steeds nagenoeg hetzelfde georganiseerd als daarvoor, zegt Smit. Nog steeds is de zorg verkokerd en top down georganiseerd, waarbij de beslissers en de denkers de handjes aansturen. Anders, nieuw of vanuit de vakmensen organiseren staat nauwelijks op de agenda.

‘Er zijn maar twee manieren van organiseren, mensen!’ doet organisatieactivist Jaap Peters er een schepje bovenop. ‘Verticaal vanuit het systeem of horizontaal vanuit de cliënten en de vakmensen. En-en kán niet! Dus begin morgen met het overal doorkrassen van het woord manager. Geef de vakmensen een pasje van de zaak. En, professionals, organiseer je via een Whatsapp-groepje. Dan heb je al een horizontale organisatie.’ Maar, waarschuwt Peters ook: ‘Het werkt alleen als het verticale vlak meedoet. Als het verticale vlak ruimte geeft voor humaniteit op het horizontale vlak.’

Vernieuwingsgezinde wethouders

‘De wethouders kunnen dat regelen!’, roept Smit enthousiast. En de vernieuwingsgezinde wethouders van de drie gemeenten die meedoen aan Jong in de Buurt, doen dat ook al volop. Niet voor niets hebben zij zich opgegeven voor het onderzoek. René Peters, Ruud Grondel en Albert Vader, wethouders Sociaal Domein in respectievelijk Oss, Diemen en Vlissingen, steken alle drie hun nek uit. Op zoek naar manieren waarop zij de vakmensen in de jeugdzorg ruimte kunnen geven om hun werk humaan te doen. Nu willen ze de beweging die door Jong in de Buurt is ingezet in hun regio samen met de werkgemeenschap uitbouwen.

Daadkracht

En ondertussen doen de vakmensen hun ding. Mooie voorbeelden passeren de revue tijdens de leerconferentie. Jongerenwerker Zakaria staat aan het begin van de dag in het middelpunt van de aandacht als zijn verhaal wordt voorgelezen. Over hoe hij het vertrouwen won van een dakloze jongen die niemand vertrouwde. Ook het verhaal van Gisela wordt voorgelezen. De jonge medewerkster van Veilig Thuis, die de gewaagde beslissing nam om een baby met een schedelfractuur niet uit huis te plaatsen, omdat de ouders veel berouw en daadkracht toonden en een warm netwerk om zich heen hadden. Sandra Folkerts, coördinator Transformatie van de gemeente Diemen, vertelt in de pauze hoe zij en haar collega’s hebben besloten om geen beschikkingen voor zorg meer af te geven. ‘Instellingen kunnen prima zelf bepalen welke zorg ze verlenen.’

Ook de blauwe collega’s

Door de ‘blauwe collega’s’ in de organisaties – juristen, accountants of inkopers – worden dit soort beslissingen niet altijd begrepen. Zij nemen de wetten en regels vaak zeer letterlijk en leven ze strak na. Daarom zegt René Peters: ‘Ik vraag niet meer aan de juridische afdeling: “Mag dit?” Maar ik zeg: “Ik ga dit doen, kun jij zorgen dat ik gedekt ben?”’ Ruud Grondel voegt toe: ‘Wij moeten naar een werkgemeenschap waarin de juristen, accountants en inkopers óók meedoen.’

Autonomie van de vakmensen

Belangrijk is het voor een goede jeugdzorg om de vakmensen de ruimte te geven voor humane zorg. Dat vraagt om autonomie van de vakmensen, maar wél: relationele autonomie. Dat je samenwerkt met de andere professionals in jouw werkgemeenschap. Vanuit dezelfde principes, waarover jullie regelmatig in gesprek zijn met elkaar. Autonomie in geborgenheid van je collega’s.

De verhalen van zeventien professionals, interviews met de pionierende wethouders en de onderzoeksresultaten van Jan Smit zijn verschenen in het boekje ‘Bezielde professionals & Pionierende wethouders’. Deze publicatie is op te vragen in pdf-formaat door een mail te sturen naar info@broosz.nl

Tijdens het onderzoek Jong in de Buurt, waarvan de kerninzichten zijn gepresenteerd tijdens de Leerconferentie Jong in de Buurt op 30 juni, is de aanpak van de transformatiedialoog ontwikkeld. Klik hier voor meer informatie over de transformatiedialoog of bekijk het filmpje.

Het onderzoek Jong in de Buurt is gefinancierd door Stichting Innovatie Jeugdzorg, Associatie voor Jeugd en de Bernard van Leer Foundation en is opgezet door Broosz.

Geschreven door: Esther Barfoot

Nieuw Verantwoorden & de Transformatiedialoog

Andrea Klap werkt als regiomanager Walcheren bij Juvent Jeugd en Opvoedhulp in Zeeland. Naar aanleiding van de tweede Transformatiedialoog in Walcheren schreef zij de onderstaande blog.

Wat is de transformatie voor jou? ‘Het is als een transformer waarmee je met dezelfde onderdelen (of minder!) een heel ander apparaat kunt maken’. Met deze uitspraak van een medewerker van de gemeentelijke toegang voor de zorg begint de tweede transformatiedialoog voor de zorg voor de jeugd op Walcheren. Zo’n veertig mensen hebben zich verzameld in het Vlissingse stadhuis. De meesten waren vorige keer ook aanwezig. Blijkbaar was de eerste keer zo waardevol dat ze nogmaals willen meedoen! In deze dialoogsessies worden uitvoerend hulpverleners door de drie Walcherse wethouders uitgenodigd om elkaar te ontmoeten en met elkaar ervaringen uit te wisselen over de stand van zaken van de transformatie voor de zorg voor de jeugd.

Meervoudig Verantwoorden

De transformatiedialoog wordt gevoerd in het kader van Nieuw of Meervoudig Verantwoorden. Eén van de aanwezige beleidsambtenaren verwoordde de waarde van een dergelijke dialoog. Hij was laatst bezig geweest met de jaarrapportage 2015. Het waren voornamelijk cijfers. ‘Kun je daaraan zien of de transformatie nu aan de gang is?’, vroeg hij zich af.

Meervoudig of Nieuw Verantwoorden wordt ook wel rijk verantwoorden genoemd. Het verhaal achter de cijfers geeft een rijker beeld. Er is natuurlijk ook nooit slechts één verhaal. Een gezinsmanager vindt dat de transformatie positief verloopt, omdat in gebiedsteams steeds vaker zelfsturend besluiten genomen worden. Een politieagent ziet vooral dat door alle reorganisaties de korte lijntjes zijn verdwenen.

Een werkgemeenschap in wording

Via de Open Space methodiek gaan we aan de slag met diverse, door de deelnemers zelf ingebrachte thema’s: de rol van de lokale toegang, vertrouwen en ‘plasgedrag’ (iedereen moet altijd nog even zijn plasje doen over een zaak). Er worden levendige gesprekken gevoerd waarin je merkt dat het samenzijn van meerdere organisaties direct meerwaarde biedt. Niemand is binnen de tijd klaar met het gesprek, we hadden nog veel langer door kunnen gaan! Hier is een werkgemeenschap aan het ontstaan waarin men elkaar leert kennen en vertrouwen.

Man of the Match

Man of the match is voor mij de jongerenwerker die met zoveel passie over zijn werk kan vertellen en zich erg boos maakt over een jongen waarmee zoveel bereikt was maar die nu van school is gestuurd. Logisch vanuit het perspectief van de school, maar onbegrijpelijk vanuit het perspectief van de jongerenwerker en de voogd van deze jongen. Er wordt gesproken over hoe dit proces eigenlijk had moeten gaan, hoe het een volgende keer misschien beter kan. Aan het einde van de ochtend merkt de jongerenwerker op dat dat weliswaar heel nuttig was maar dat deze jongen ondertussen nog wel rondloopt en hij geen concrete oplossing heeft. En hoewel ik het over het algemeen onwenselijk vind om de oplossing te zoeken in het aankloppen bij de wethouder, hebben we hier het gevoel dat dit zo fundamenteel is voor de transformatie, het vanuit meerdere organisaties werken voor de jeugd, dat er volgende week een afspraak wordt gepland tussen wethouder, jongerenwerker en de jongere.

Op naar de volgende transformatiedialoog!

Op 23 mei a.s. is de derde transformatiedialoog. We gaan dan horen hoe dat afgelopen is. Ben jij onderdeel van de werkgemeenschap rondom de jeugd in Walcheren en wil je meedoen? Meld je aan als je mee wilt bouwen aan een lerende werkgemeenschap voor de jeugd op Walcheren. Stuur een mail naar AdeKlerk@Vlissingen.nl en geef je op!

Ben je geïnteresseerd in nieuwe manieren van verantwoorden? Op 26 mei 2016 wordt door Reed Business en Broosz de Praktijkdag Nieuw Verantwoorden, als Motor voor de Transformatie georganiseerd. Je kan je inschrijven door op deze link te klikken