Nieuw Organiseren in de Gemeente

16-12-2015

“Ik ben boven het maaiveld gekomen. Daar ben ik trots op, het betekent dat onze aanpak, resultaten en ideeën over de rol van de gemeente in de veranderende samenleving gehoord worden. Het betekent ook dat ik meer vragen en kritiek krijg.”

Aan het woord is Christian Voortman, senior beleidsadviseur ruimte en economie bij de gemeente Zwolle, één van de aanstichters van het coöperatief WijBedrijf Dieze(link is external) en deelnemer aan de Community of Practice Nieuw Organiseren*. Hoe draagt hij bij aan Nieuw Organiseren binnen de gemeente en hoe is hij boven het maaiveld gekomen?

Pionieren naar Nieuw Organiseren in de gemeente

“Ja, ik voel me een pionier op het gebied van Nieuw Organiseren” vertelt Christian, “niet zozeer theoretisch gezien, eerlijk gezegd lees ik niet zoveel boeken over nieuw organiseren. Ik verbind het vooral aan de manier waarop ik werk, aan de inhoud. Ik vond het wel inspirerend om Jaap Peters en zijn visie op Rijnlands Organiseren te horen”.

Als gemeente willen we klimaatneutraal worden, een grote uitdaging die we niet in ons eentje voor elkaar krijgen. Deze ambitie vraagt een andere manier van werken, waarbij we meer met burgers, zzp’ers, ondernemers en maatschappelijke organisaties samenwerken en hen helpen hun ideeën rondom duurzame energie te realiseren. Daarbij is het belangrijk dat het resultaat duurzaam is, waarbij people, planet en profit in balans zijn. Hoe duurzaam is het vanuit dat perspectief als wij als gemeente bijvoorbeeld zonnecellen kopen en uitdelen aan burgers? In plaats van die aanpak hebben we gekozen voor een aanpak waarmee niet alleen CO2 gereduceerd is, maar ook de werkgelegenheid en betrokkenheid van bewoners vergroot is en de woonlasten omlaag zijn gegaan. We hebben bewoners van een wijk gevraagd ideeën aan te dragen om hun wijk energie neutraal te krijgen. Daaruit is een coöperatie opgezet. De coöperatie voert projecten uit waar bewoners aan mee kunnen doen. De eerste actie is het plaatsen van zonnepanelen, bijzonder is dat voornamelijk aannemers uit de wijk dit zullen doen. Het binnen de wijk gezamenlijk werken aan het energie vraagstuk leidt tot een positieve sociale ontwikkeling in de wijk, dat is wel erg gaaf”.

Geen ivoren toren maar samenwerken met en voor de wijk

“Nieuw organiseren start bij ons vooral met een andere rol-invulling. De gemeente faciliteert de gemeenschap in het zelf ontwikkelen van oplossingen voor gemeenschappelijke vraagstukken, we zoeken daarin continu de samenwerking en bundelen belangen. Daaruit volgt een andere werkwijze en uiteindelijk ook een andere wijze van organiseren.
“Nieuw organiseren komt voor de gemeente voort uit noodzaak” zegt Christian. Voor de crisis vroegen wij ons al af of de manier waarop we het werk hadden georganiseerd wel effectief was. Voorheen hadden we als gemeente grote vraagstukken en veel geld. Als beleidsambtenaren maakten we een programma van projecten om de vraagstukken aan te pakken. De projecten gaven we als opdrachten door aan partijen zoals een woningcorporatie of een waterschap. Vervolgens controleerde ik via rapportages de voortgang. Ik zag in die tijd nooit een wijk!
Door bezuinigingen vanuit het Rijk maar zeker ook doordat de crisis heeft toegeslagen, hebben we minder geld te besteden. De vernieuwing moet nu komen vanuit de stad zoals die erbij ligt. Dat betekent dat je je anders verhoudt en je anders gaat organiseren en meer gaat samenwerken. Er wordt ook minder gebouwd, vroeger behaalden we onze doelstellingen door middel van nieuwbouw. Bovendien zijn uitdagingen zoals klimaatneutraal worden te complex om als gemeente in ons eentje aan te pakken.
We kunnen, en steeds vaker ook willen, niet meer vanuit onze toren de oplossingen bedenken voor ingewikkelde uitdagingen en dat volledig financieren. Daarom werk ik tegenwoordig minder planmatig en programmatisch en meer organisch in samenwerking met burgers, zoals binnen de coöperatie Wijbedrijf Dieze.
Er is een klein en steeds groter groeiende groep mensen, zowel binnen het gemeentehuis als daarbuiten, die samenwerken aan uitdagingen vanuit de vraag: wat vraagt deze wijk, wat willen de mensen zelf? En wat kunnen we als gemeente bijdragen aan het realiseren van die doelen?”.

Actieve burgers dwingen gemeente tot andere werkwijzen

“Wat we nu zien is dat de coöperatie die we hebben gecreëerd met vragen komt bij de gemeente. De gemeente dient daarop te reageren, maar de vragen passen niet goed bij de bestaande werkwijzen, waardoor deze ter discussie komen te staan. Dit zien we bijvoorbeeld bij het vraagstuk van terugkerende wateroverlast door regenval.
De coöperatie heeft het idee bewoners te helpen hun tuinen te vergroenen in de strijd tegen deze wateroverlast, waardoor de wijk leefbaarder wordt en hoveniers uit de wijk meer werk krijgen. De coöperatie klopt met dit plan aan bij de gemeente voor financiële steun om dit concept verder uit te werken tot een ‘Challenge’: is het goedkoper dan de wijze waarop de gemeente de wateroverlast zou aanpakken? Wij zijn enthousiast en tegelijkertijd kunnen we hier nog moeilijk mee aan de slag. We zitten nog vast aan het oude systeem waarin wateroverlast wordt verholpen door verbetering/vervanging van het riool, waarbij we te maken hebben met een afschrijving van 65 jaar. Dit systeem heeft altijd erg goed gewerkt. In dit systeem is geen geld gereserveerd voor tussentijdse aanpassingen.
De vraag leidt ertoe dat wij de werkwijze die we gewend zijn ter discussie stellen. We moeten bijvoorbeeld een andere wijze van begroten gaan ontwikkelen om te onderzoeken of het initiatief van de coöperatie inderdaad goedkoper is.
Als gemeente hebben we dus iets gecreëerd in de samenleving waardoor we nu worden uitgedaagd om onze eigen organisatie aan te passen. We organiseren eigenlijk via een omweg onze eigen organisatieverandering”.

Groeiende tegenkrachten en de kwetsbaarheid van pioniers

De ‘kiem’ voor Nieuw Organiseren is in 2013 gelegd. Daar schreef ik toen een blog over. Ik kom nu in een nieuwe fase, na het pionieren onder de radar waarin ik relatief vrij kon experimenteren. Nu er resultaten worden behaald, wordt er meer geluisterd en gekeken naar wat onze groep gelijkgestemden doet en ontstaan er ook vragen en weerstand: de huidige werkwijze werkt toch goed? Meer en meer heb ik het gevoel dat we de nieuwe werkwijze moeten verdedigen. De snelle antwoorden zijn vaak niet voorhanden in deze nieuwe werkwijzen, ik heb tijd nodig om een proces te ontwikkelen dat leidt tot antwoorden. Dat is erg wennen voor een organisatie die stuurt op output.
Ik verwacht dat als ik niet blijf uitleggen wat we doen er meer frictie ontstaat en collega’s zullen ervaren dat ik als een olifant door de porseleinkast ga. Zelf ervaar ik meer en meer onrust binnen de gemeente over wat ik al pionierend aan het doen ben. Doordat ik boven het maaiveld kom, groeien de tegenkrachten. Het maakt mij en anderen kwetsbaar. De volgende stap is onze visie en aanpak bestendigen, daar met ons groepje sterker in worden en hiervoor steun zoeken bij het management om dit te mogen blijven doen.

Lerend experimenteren

Mijn ambitie: een start-up aan de rand van de organisatie die steeds nieuwe concepten test in experimenten en ze daarna schaalbaar maakt. Zelf vind ik dat ik daaraan nog te weinig tijd en aandacht besteed. Ik vertel natuurlijk wel over de projecten in gesprekken, maar echt de discussie aangaan en confronteren doe ik nog weinig. Eerlijk gezegd vind ik dat ook spannend om te doen, ik kan een discussie met iemand die al 20 jaar in het vak zit en met inhoudelijke argumenten komt moeilijk winnen. Ik, als pionier, begin nu een beetje te begrijpen hoe die mechanismen werken, hoe een coöperatief WijBedrijf kan functioneren, hoe een andere begroting zou kunnen werken. Ik heb geen algemeen ‘bewezen’ antwoorden, ik werk vooral vanuit een visie en behaal stukje bij beetje resultaten. Ik ben lerend aan het experimenteren.

Oproep tot ambassadeurschap

Ik vraag me overigens af of ik door de discussie aan te gaan de verandering voor elkaar kan krijgen? Is het niet effectiever om vanuit de periferie, daar waar de energie zit, de organisatieverandering voor elkaar te krijgen? Dus soms ga ik de discussie uit weg, neem wat afstand. Tegelijkertijd begrijp ik de oproep om meer te verduidelijken, ook intern meer samen te werken en als ambassadeur op te treden.
Het voelt als de volgende stap in mijn ontwikkeling. Ik ben niet zo snel trots, maar als ik iets moet noemen dan is het toch wel dat we boven het maaiveld zijn gekomen. Dat er enthousiasme is ontstaan voor de dingen die we doen. Dat is het resultaat van de manier waarop we werken. En ik ben trots dat we hebben volgehouden, ondanks dat het een zoektocht is voor onszelf en de mensen om ons heen. En we zitten nog maar in de startfase.”

December 2015 – Interview door Bart van Langen en verscheen ook op de website van de NSvP.

* Community of Practice Nieuw organiseren
Begin 2014 startte Broosz in samenwerking met de NSvP de Community of Practice Nieuw organiseren. Dit leernetwerk tracht pioniers op het gebied van nieuw organiseren uit verschillende sectoren en in verschillende rollen met elkaar te verbinden, te inspireren en te versterken. Daarbij zijn de eigen praktijk en kennis- en leerbehoeften het uitgangspunt. 

Voor meer informatie neem gerust contact met ons op. Broosz start met een nieuwe reeks sessies op 14 april 2016.