Weg van een papieren werkelijkheid
Door: Marion Koolstra (gemeente Rhenen)
Marion Koolstra, beleidsadviseur Onderwijs & Jeugdhulp en Sociaal Domein bij de gemeente Rhenen, vertelt hoe haar positie in de gemeentelijke omgeving tot twee keer toe wezenlijk veranderde. Eerst verruilde ze haar passie voor jeugd onbedoeld voor een papieren werkelijkheid. Daarna nam zij het besluit om terug te keren naar die plek waar ze van veel grotere betekenis kan zijn.
Een ongewenste interne carrièrestap
Er komt vanuit het Rijk soms (te) veel op je af wanneer je beleidsmedewerker Sociaal Domein bent in een kleine gemeente. Ga er maar aan staan, sinds 2015 kregen we in korte tijd achter elkaar de nieuwe Jeugdwet, de Wet maat- schappelijke ondersteuning en de Participatiewet; en nu komt per 1 januari 2021 de Wet op de Inburgering er weer aan! Hoe doe je dit als je graag werkt vanuit je visie en je passie? Is dit dan nog wel vorm te geven? Mij lukt dat niet.
Toch krijg ik het dringende verzoek om het Inloop Participatiepunt (IPP) in mijn takenpakket op te nemen. Het is noodzakelijk. En ik denk alleen maar: Dat past niet bij mij. Ik ben met hart en ziel bezig om de jeugdzorg vorm te geven. Bij de jeugd, daar ligt mijn hele leven al mijn drive! Helaas, het aantal uren voor het jeugdbeleid wordt sterk verminderd: bezuiniging.
De doorontwikkeling van het bestaande inlooppunt ligt stil. Er is een collega overspannen, de samenwerkende partners haken (financieel) af. Worden de bezoekers de dupe? Er wordt naar mij gekeken. Heb ik de keus? ‘Het is tijd voor wat anders’, vindt men. Maar ik vind dat niet. ‘Vervelende taken moeten nu eenmaal ook gedaan worden’, zegt een moederlijk stemmetje dat ik ken van vroeger in mijn hoofd. ‘Bovendien’, zegt mijn leidinggevende, ‘wie moet het anders doen in een kleine gemeente als de onze?’ Ik besluit te onderzoeken of de klus mijn drive verdient. Gewoon, omdat het moet!
Als een stemvork in trilling gebracht
Ik bevind me in een impasse. Ik moet wat doen. Ik lees om te beginnen alle beleidsstukken die erover het IPP geschreven zijn. Ik zie alle namen van de vele (ex-)collega’s die de stukken de afgelopen jaren hebben ondertekend. Ik praat met ze, mijn energie lekt weg. Er is te veel geschreven. Ik voel boos- heid: Waarom ik? Mijn hart ligt bij de jeugd! Daar ligt mijn veranderkracht. Dat is mijn hele werkzame leven al zo. Ik zit knel … Ik kan geen kant op. Ik besluit op avontuur te gaan en ik solliciteer bij een andere werkgever. Ik wil weg. Weg van een baan die alleen bestaat in een papieren werkelijkheid. Ik ben op zoek naar een warme levende plek waar ik weer kan stromen, waar ik van betekenis kan zijn vanuit mijn visie en mijn passie.
Eén stap beloof ik nog te zetten. Ik vind dat ik niet kan oordelen of het nu wat voor mij is of niet, alleen op basis van het lezen van wat beleidsstukken. Ik moet toch minimaal een keer op het inlooppunt geweest zijn om dit hoofdstuk van me af te kunnen schudden. Alleen dan kan ik mijn vlucht naar buiten onderbouwen.
Als ik vraag wanneer ik bij het inlooppunt terecht kan, blijkt dat niemand van mijn collega’s er ooit geweest is. Gelukkig staan de openingstijden op de website. Het voelt onwennig als ik er ‘zomaar’ zonder afspraak binnenstap. Het raam klappert, de deur staat open. Binnen is het warm, ogen kijken me vragend aan. Ik zie mensen die het niet breed hebben. Mensen die waar-schijnlijk kansen gemist hebben en die hier een kop koffie kunnen krijgen, mee kunnen eten en elkaar kunnen zien, horen en spreken. Ongeacht wie of wat ze ook zijn. Hier lijkt iedereen recht te hebben op zijn beperking. Ik ook! Als een stemvork word ik vanbinnen in trilling gebracht.
Mijn besluit
Als ik terugkom in mijn eigen Huis van de Gemeente zie ik alle beleidsstuk- ken schots en scheef op mijn bureau liggen. Het is er koud. Ik besluit de stukken diep weg te stoppen en voortaan elke week gewoon bij het inloop- punt langs te gaan. Ik wil vaker die stemvork vanbinnen voelen trillen. Deze mensen verdienen het dat iemand voor ze gaat. Niet vanachter een bureau, maar op hun eigen plek. Daar waar het gebeurt: bij iemand die voor het eerst aardappels schilt voor de maaltijd, bij iemand die fantastisch kan naaien en dit anderen leert; bij iemand die zin heeft om een moestuintje aan te leggen; bij iemand die anderen ontmoet door een potje te kaarten. Hoezo mensen met problemen? Ik ga ervoor zorgen dat we daar talenten opsporen. Wat willen zij, wat kunnen zij, wat en wie hebben zij nodig? Ik ga met ze in gesprek over hun papieren ‘hulpverleningsplan’. Is dat echt van hen? Gaat dit uit van hun al dan niet diep opgeborgen kwaliteiten en talenten, of beschrijft het vooral de mens met de beperking? Ik vermoed dat er mooie dingen kunnen gaan gebeuren, met en voor deze mensen.
Ik besluit om mijn eigen kwaliteit in te zetten. Ik ken mijn beperkingen, maar daar heb ik, net als die bezoekers, het volste recht op!
Ben je geïnteresseerd in de rest van de verhalen? Of lees je graag meer over Nieuw Organiseren? Neem contact met ons op of bestel hier.