Eén jaar bij Broosz: nieuw bewustzijn

17-12-2018

Precies één jaar geleden ben ik gestart bij Broosz. Ik had vooraf al het gevoel dat ik op een bijzondere plek terecht was gekomen. Via een toevallig netwerkcontact kwam ik Broosz op het spoor. En er was een vacature, geluk! Ik wilde ondernemen – met een maatschappelijke missie – maar had daarin behoefte mij aan te sluiten bij een collectief waarin vanuit dezelfde visie en waarden wordt gewerkt. Als broedplaats waar mijn ondernemerschap kon groeien en waar ik tegelijk vakinhoudelijk de reflectie kon opzoeken. 

Ik was er toch ingetrapt…

Ik was net weg bij de Universiteit Twente, waar ik twee jaar docent HRD ben geweest. Dat was een mooie ervaring, maar net als bij de adviesopdrachten die ik sinds 2008 had gedaan bekroop mij het gevoel dat ik in een systeem werkte waar ik niet los van kwam. Een systeem waarvan ik de condities niet kon bepalen, maar waarin die condities zich wel in mijn werk opdrongen als onhandige en starre werkelijkheden. Ik vroeg me regelmatig af of ik niet gek was. Was ik de enige die met een simpele logica van ‘wat is hier nodig’ vraagtekens zette bij de geldende regels en systemen?

De stap naar Broosz had niet beter kunnen uitpakken. Ik kwam terecht in een context die mijn ogen heeft geopend voor de noodzaak om anders organiseren als een uitgangspunt te nemen. Eerder vond ik dat allemaal al erg interessant – ik las werk van Joseph Kessels, Jaap Peters, Thijs Homan, Wouter Hart, Laloux… maar ik had geen integraal perspectief hoe dat allemaal samenhangt. Toen ik begon bij Broosz daagde bij mij langzaam het besef dat ik in het verleden altijd ‘binnen het systeem’ had gewerkt; ondanks dat ik mij altijd bezig had gehouden met ‘de professional voorop’, lerende organisaties, intrinsieke motivatie, innovatie, zelforganisatie en emancipatie van professionals! Ik was er kennelijk toch ook ingetrapt om, al pratend over vernieuwing en vakmanschap, dit binnen traditionele opvattingen over organiseren te doen.

Anders naar organiseren kijken…

Reflecterend op die periode, zie ik nu in dat het bij mijn opdrachtgevers ontbrak aan een keuze fundamenteel anders naar organiseren te gaan kijken en daar echt voor te gaan staan – dit op basis van een inhoudelijke visie op vakmanschap en waar een organisatie nou eigenlijk toe dient. Uit zo’n keuze vloeit vanzelfsprekend de noodzaak voort om vakmensen meer ruimte te geven en te gaan organiseren vanuit eigenaarschap, en het besef dat ‘de organisatie’ bestaat om die professionals het mogelijk te maken hun beroep uit te oefenen. En dus niet praten over zelforganiserende teams, maar dat je dan toch nog toestemming van je manager nodig hebt om een schaar van €4 aan te schaffen.

Die keuze maken brengt ook met zich mee dat het leren en ontwikkelen, veranderen en ook verantwoorden meebeweegt. Dat anders leren is een beweging die het HRD vakgebied al sinds de jaren ’90 in toenemende mate bezighoudt (zelfgestuurd leren, lerende organisaties, learning on the job, 70:20:10, etcetera), maar die binnen traditionele organisaties eigenlijk nauwelijks van de grond komt. De retoriek van het vak verandert wel, maar wie in de praktijk met professionals spreekt komt toch vaak tot de conclusie dat er aan betekenisgeving weinig is gedaan, en dat ‘ze het gewoon verzonnen hebben op het hoofdkantoor’. De neiging is heel sterk om bij een succesvol experiment met teams die zelf aangeven wat ze nodig hebben, dit toch weer te gaan ‘uitrollen en implementeren’ bij alle andere teams.

Een volgende stap!

Bij Broosz is de keuze expliciet: we werken samen met organisaties die deze fundamentele keuze maken, of op het punt staan deze te maken. En die daarvoor durven te gaan staan. Daarbij contracteren we onze opdrachtgevers ook op de principes en waarden die zij willen hanteren in het organiseren. Dit maakt het mogelijk om een echte context te creëren waarin verandering mogelijk is, en waarin de steun van bestuurders (en raad van toezicht) er is om vanuit het vakmanschap te gaan werken en daarin te ‘doen wat nodig is’. Dat zijn processen met een heldere richting en vanuit heldere uitgangspunten. Processen die openheid geven en daardoor heel spannend zijn, die vragen om lef, goede gesprekken en om volharding.

In het komende jaar zet de ontwikkeling zich door met spannende projecten in de jeugdzorg, ouderenzorg, diverse communities of practice en bij gemeentes. Plekken waar echte pioniers zijn gaan staan voor iets waar zij in geloven. Voor mij ligt de ontwikkeling erin om het gedachtengoed van anders organiseren steeds sterker als logisch uitgangspunt te hanteren en mij verder te ontwikkelen in het het begeleiden van de dialogen die nodig zijn om collectief betekenis te geven. In iedere context is die betekenis uniek en is het voor betrokkenen niet altijd logisch om openheid te laten bestaan in het proces. Het begeleiden van deze processen vind ik een voorrecht, en ik ben dankbaar dat mijn collega’s Jan en Georgette me zo warm hebben verwelkomd om een bijdrage te leveren. En dat in een samenwerkingsvorm die passend is, die onze maatschappelijke missie en gedeelde verantwoordelijkheid daarvoor als uitgangspunt neemt. Daarom stap ik vanaf komend voorjaar in als partner bij Broosz – en daar ben ik heel trots op!