Al 15 jaar geleden raakte Margareth Wheatley, organisatiedeskundige en één van de invloedrijkste managementfilosofen ter wereld, een snaar bij mij. Haar boeken, “A Simpler Way” (1998) en “Turning to One Another: Simple Conversations to Restore Hope to the Future” (2002), spraken een heel andere taal en kwamen uit een volstrekt andere wereld dan de vlakke management boeken die ik in die tijd ook nog wel las.
Wheatley’s boeken, zeker deze twee titels, lezen als gedichten. Gedichten over hoe mensen in staat zijn zichzelf te organiseren en zich met elkaar te verbinden. Dat was precies de wereld waarmee ik me wilde verbinden, de wereld waar ik me voor wilde inzetten. Er werd niet alleen een snaar bij me geraakt, er werd een hele nieuwe notenleer, een nieuwe harmonie voor me ontsloten. Een notenleer waarin de mens tot zijn recht kwam en waarin het zelforganiserende vermogen van mensen in groepen werd verkend en beschreven. Wheatley is grondlegger van Nieuw Organiseren, lang voordat dit een sterke onderstroom werd.
Toen ik onlangs een uitnodiging kreeg om een seminar bij te wonen van Wheatley op Business Universiteit Nyenrode, de plek waar ik professioneel mijn wortels heb liggen, twijfelde ik geen moment. Ik was toe aan een ontmoeting met één van mijn inspiratiebronnen. En ook toe aan een moment van reflectie en ondersteuning. Ik was nieuwsgierig naar de visie van Wheatley op organiseren in deze hectische en dynamische tijden, waarin paradigma’s botsen en waarin collega’s, partners en klanten nieuwe wegen aan het zoeken zijn. Nieuwe wegen die mijns inziens naadloos aansluiten bij het gedachtengoed dat Wheatley al 20 jaar in de wereld zet.
Een genadeloze diagnose van huidige organisaties
Het was een genoegen om Wheatley te ervaren als spreker. Wat ze probeert over te brengen is vooral een doorleefde visie op de stand van de wereld van organisaties en de manier waarop je je daar als mens toe kunt verhouden. Haar diagnose over de stand van zaken van organisaties in de 21e eeuw blijkt genadeloos. Het is die genadeloosheid van haar diagnose die me bijblijft, nu nog, twee weken na haar betoog.
Haar diagnose is niet nieuw. Ze beschrijft de tijdsdruk die heerst in organisaties waar mensen kapot aan gaan. Wheatley bestempelt dit als “perpetual loading” wat betekent dat mensen onophoudelijk overladen worden met steeds meer targets en taken. In dat kader refereert ze aan een onderzoek van Harvard University waaruit naar voren komt dat veel organisaties tė veel verwachten van medewerkers: “work at levels two to four times higher than their capacity”. Ze benoemt de idiotie van de bureaucratie en regeldruk in termen van een “dodelijke bureaucratische obesitas” en geeft het voorbeeld van een crêche met “1700 regulations”. Bekende inzichten voor iedereen die bezig is met Slim, Anders, Nieuw en Duurzaam Organiseren.
Menselijke uitputting en verlies aan zingeving
Wheatley schetst naar eigen zeggen een wereldwijde structurele ontwikkeling, een “global dynamics beyond our control”. Een ontwikkeling die – zeker wat Amerika betreft – volgens haar onomkeerbaar is. Ze heeft, zo blijkt ook uit haar interview met Management Team, “het bedrijfsleven eigenlijk al een tijd geleden opgegeven”. De ellende begint en eindigt volgens haar met de mechanistische kijk op de wereld die grootschalig in organisaties is omarmd: organisaties zijn “lean mean fighting machines”, waar cijfers prevaleren en medewerkers zijn gereduceerd tot FTE’s in een spreadsheet. Dat er bedrijven zijn die niet meer van medewerkers spreken, maar van “Income Generating Units”, illustreert voor haar deze heilloze weg. En om met Jaap Peters te spreken: de Intensieve Menshouderij (2008) heeft haar ultieme vorm gekregen. Volgens Wheatley uit zich dat in stress, menselijke uitputting en verlies aan zingeving. Daarbij ontbreekt ons de tijd èn – door de vele vormen van distracties door het digitale tijdperk – de aandacht om ons bewust te worden van wat er aan de hand is. Het antwoord van de telegrafist van de Titanic, na meerdere waarschuwingen over het naderende ijs, is volgens Wheatley typerend voor onze tijd: “Shut up, I’m busy!”
Amerikaanse of wereldwijde onomkeerbaarheid?
Een harde diagnose. Mogelijke reacties, die we allemaal in meer of mindere mate kennen volgens Wheatley zijn wanhopen, ontkennen, cynisch worden en ons terugtrekken in ons privé leven. Ik kan enig gevoel van wanhoop ook niet onderdrukken. Een-niet-te-stoppen-wereldwijde-autonome-ontwikkeling, tezamen met het beeld van de Titanic…..
Ik schrik vooral van de stelligheid waarmee ze – als Amerikaanse – volstrekt niet meer gelooft in een beweging ten goede in Amerika als het gaat om meer menselijke organisaties. Ik besef dat haar wortels liggen in de Amerikaanse samenleving waarin de arena de afgelopen decennia zich zeker in het negatieve heeft ontwikkeld zoals ze schetst. Maar ze spreekt ook over een wereldwijde onontkoombaarheid. Terwijl ik haar verhaal beluister in de banken van een Nederlandse Universiteit vraag ik mij af of Europa toch nog een andere realiteit heeft? Is er nog een Europees verhaal, een Europees antwoord op deze malaise? Dat verwacht ik wel.
Creating Islands of Sanity in an Insane world
De negatieve spiraal die Wheatley schetst, zie ik zeker ook in Europa. Maar daar tegenover zie ik ook een gezonde tegenbeweging van pioniers op het gebied van Sociale Innovatie. Ik zie integere pogingen van Nieuw Organiseren en moedige Kantelaars. Deze twee werkelijkheden staan hier in Nederland en in Europa mijns inziens nog naast elkaar. Toch is mijn rotsvaste geloof in Europa na deze middag minder vanzelfsprekend. Aan het eind van de sessie nodigt Wheatley de 300 mensen in de zaal uit een bewuste beslissing te nemen hoe je tegenover deze ontwikkeling op te stellen, vanuit welke positie in welke organisaties dan ook. Ze nodigt haar toehoorders uit om “Warriors for the Human Spirit” te worden. Als voorvechter ben je moedig genoeg om – ondanks de “global dynamics beyond our control” – te blijven geloven in “human goodness”. De taak die ze ziet voor voorvechters, kantelaars en vernieuwers is: “creatings islands of sanity in an insane world”.
Dat is precies wat ik ook beoog in mijn werk. Ik herken haar verlangen en ambitie. En…. de “global dynamics” kent gelukkig een tegenbeweging, omwille van de menselijke geest!
Jan Smit – April 2014